direct naar inhoud van 4.3 Overige aspecten
Plan: De Pas 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R06B077A-0004

4.3 Overige aspecten

4.3.1 Flora en fauna

De bescherming van natuur in Nederland is vastgelegd in Europese en nationale wet- en regelgeving, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen soortenbescherming en gebiedsbescherming. De soortenbescherming is in Nederland verankerd in de Flora- en faunawet, de gebiedsbescherming is in de Natuurbeschermingswet 1998 vastgelegd.

Binnen de grenzen van de gemeente Doetinchem is de Zumpe aangewezen als beschermd natuurgebied. Overige beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998, waarin de gebiedsbescherming vanuit de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn is geïmplementeerd, zijn binnen de gemeente Doetinchem niet aanwezig.

De Flora- en faunawet is per 1 april 2002 van kracht. In die wet is de zorgplicht, artikel 2, opgenomen. De zorgplicht houdt in dat een ieder voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving.

Naast de zorgplicht voor álle dieren en planten zijn in de Wijziging Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet van 25 januari 2005 (Staatscourant, 2 februari 2005), drie tabellen opgenomen met een overzicht van beschermde inheemse dieren en planten. Ter voorkoming van verontrusting, verstoring, doden, vernieling van vaste rust- of verblijfplaatsen e.d. van beschermde soorten dient voorafgaand aan ontwikkelingen een inventarisatie plaats te vinden van de beschermde flora- en faunasoorten. Daarbij moet een beschrijving worden gegeven van de effecten en eventuele mitigerende (maatregelen om het fysische effect van barrières te verminderen) en compenserende maatregelen om de eventuele negatieve effecten te beperken of te voorkomen. Op basis van de aangetroffen soorten dient er een afweging plaats te vinden voor de instandhouding van de biodiversiteit en hun ecotoop.

Voor het plangebied Ketz is een vleemuisonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de in het plangebied aanwezige vleermuizen. het vleermuisonderzoek is als bijlage toegevoegd aan dit bestemmingsplan. Aangezien het bestemmingsplan voor het overige voorziet in het vastleggen van de huidige situatie en er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is er geen sprake van belemmeringen voor flora en fauna.

Het aspect flora en fauna vormt geen belemmering voor de uitvoering van dit plan.

4.3.2 Water

De watertoets

Eind 2000 heeft het kabinet het standpunt “Anders omgaan met water” vastgesteld. Het op een andere manier omgaan met water én ruimte is nodig om in de toekomst bescherming te bieden tegen overstromingen en wateroverlast. De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst aan de mate waarin zij rekening houden met het beleid om het water meer ruimte te geven. De watertoets heeft als doel om in een vroegtijdig stadium alle relevante partijen te betrekken bij het opstellen van een wateradvies. De toets heeft betrekking op alle wateren en alle waterhuishoudkundige aspecten die van betekenis zijn voor het gebruik en de functie van het plangebied en de directe omgeving van het gebied, bijvoorbeeld veiligheid (overstromingsgevaar), wateroverlast en waterkwaliteit.

Het watersysteem van het plangebied

Het plangebied ligt in het stroomgebied van de Oude IJssel, dat in de Watervisie van het waterschap Rijn en IJssel als “basissysteem” is gekarakteriseerd. In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Wel loopt de beduikerde Doetinchemse Slinge (ook wel Slingeriool genoemd) ondergronds door het gebied vanaf de vijver aan de J F Kennedylaan onder het Graafschap College richting de Raadhuisstraat en de IJsselkade, waarbij deze tenslotte uitmondt in de Oude IJssel ter hoogte van de walmolen. Deze watergang is in beheer bij het waterschap Rijn en IJssel.

In het stedelijke gebied is de waterhuishouding in eerste instantie gericht op het voorkomen van (grond)wateroverlast. Bij de aanleg van de wegen en het ontwikkelen van de bouwgrond is ervoor gezorgd dat de drooglegging van het gebied in relatie met het grondwaterpeil in voldoende mate gezekerd werd. De huidige grondwaterpeilen zijn laag genoeg om een goede drooglegging te garanderen. Het plangebied ligt in het rioleringsdistrict Hamburgerbroek.

Waterplan Doetinchem

In paragraaf 2.5.12 is het Waterplan Doetinchem behandeld. Het beleid dat daarin is verwoord is vertaald in deze waterparagraaf.

Waterhuishoudkundige aspecten

Thema   Toetsvraag   Relevant  
Hoofdthema's  
Veiligheid   1. Ligt in of nabij het plangebied een primaire of regionale waterkering?
2. Ligt in of nabij het plangebied een kade?  
Nee

Nee  
Riolering en
afvalwaterketen  
1. Is er een toename van het afvalwater (DWA)?
2. Ligt in het plangebied een persleiding van WRIJ?
3. Ligt in of nabij het plangebied een RWZI van waterschap?  
Nee

Nee

Nee  
Wateroverlast (oppervlakte- water)   1. Is er sprake van toename van het verhard oppervlak?
2. Zijn er kansen voor het afkoppelen van bestaand verhard oppervlak?
3. In of nabij het plangebied bevinden zich natte en laag gelegen gebieden, beekdalen, overstromingsvlaktes?  
Nee

Ja

Nee  
Grondwater- overlast   1. Is in het plangebied sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond?
2. Bevindt het plangebied zich in de invloedzone van de Rijn of IJssel?
3. Is in het plangebied sprake van kwel?
4. Beoogt het plan dempen van slootjes of andere wateren?  
Nee

Nee

Nee
Nee  
Oppervlakte- waterkwaliteit   1. Wordt vanuit het plangebied water op oppervlaktewater geloosd?
2. Ligt in of nabij het plangebied een HEN of SED water?
3. Ligt het plangebied geheel of gedeeltelijk in een Strategisch actiegebied?  
Nee

Nee

Nee  
Grondwater- kwaliteit   1. Ligt het plangebied in de beschermingszone van een drinkwateronttrekking?   Nee  
Volksgezond- heid   1. In of nabij het plangebied bevinden zich overstarten uit het gemende of verbeterde stelsel?
2. Bevinden zich, of komen er functies, in of nabij het plangebied die milieuhygiënische of verdrinkingsrisico's met zich meebrengen (zwemmen, spelen, tuinen aan water)?  
Ja


Nee  
Verdroging   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur?   Nee  
Natte natuur   1. Bevindt het plangebied zich in of nabij een natte EVZ?
2. Bevindt het plangebied zich in of nabij beschermingszones voor natte natuur?  
Nee

Nee  
Inrichting en beheer   1. Bevinden zich in of nabij het plangebied wateren die in eigendom of beheer zijn bij het waterschap?
2. Heeft het plan herinrichting van watergangen tot doel?  
Ja


Nee  
Aandachtsthema's  
Recreatie   1. Bevinden zich in het plangebied watergangen en/of gronden in beheer van het waterschap waar actief recreatief medegebruik mogelijk wordt?   Nee  
Cultuur- historie   1. Zijn er cultuurhistorische waterobjecten in het plangebied aanwezig?   Nee  

Toelichting per relevant waterhuishoudkundig thema

Riolering en wateroverlast

Het plangebied maakt deel uit van het rioleringsdistrict Hamburgerbroek en is voor het grootste deel voorzien van een gemengd rioolstelsel. Op enkele kleinere oppervlakten (o.a. Veemarktterrein, Oranjehof) ligt een IT-riool. Ook wordt in beperkte mate hemelwater geloosd op de beduikerde Slinge.

Het ingezamelde afvalwater loost op het rioolgemaal aan de Melkweg en wordt met behulp van een persleiding verder afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Etten. In het plangebied bevindt zich één noodoverloop uit het gemengd stelsel. Met betrekking tot het rioleringsdistrict Hamburgerbroek zijn afspraken gemaakt om door middel van afkoppeling van bestaand bebouwd gebied te voldoen aan de basisinspanning.

Bij nieuwe (toekomstige) ontwikkelingen in het plangebied wordt de onderstaande beleidslijn gevolgd.

  • Hemelwater wordt zoveel mogelijk in het plangebied vastgehouden. Indien dit niet mogelijk is wordt het overtollige water tijdelijk geborgen of geïnfiltreerd. In de laatste plaats wordt het via het oppervlaktewater afgevoerd uit het gebied (vasthouden – bergen – infiltreren – afvoeren).
  • Het hemelwater dat in het openbare gebied valt wordt daar zoveel mogelijk geïnfiltreerd en/of afgevoerd naar nieuwe infiltratievoorzieningen.
  • Particulieren moeten het hemelwater zoveel mogelijk afkoppelen en ter plaatse bergen of infiltreren.

Volksgezondheid

De in het gebied aanwezige Doetinchemse Slinge is in het plangebied geheel beduikerd. Op deze beduikerde watergang zit in het plangebied één overstort uit het gemengde stelsel en één overstort uit het verbeterd gescheiden stelsel. Deze overstorten geven geen milieuhygiënische risico's omdat de Doetinchemse Slinge geheel beduikerd is tot aan de uitstroom in de Oude IJssel. Mensen kunnen hierdoor niet in aanraking komen met vervuild water uit de overstort.

Inrichting en beheer

In het plangebied bevindt zich de Doetinchemse Slinge, welke geheel beduikerd is. Het natte profiel van de watergang is in beheer en eigendom bij het waterschap, de duiker is in beheer en eigendom bij de gemeente Doetinchem.

Voor het plangebied Ketz moet voldaan waarden aan de voorwaarden zoals gesteld in het watertoetsdocument Veemarkt ten beboeve van de ontwikkeling van het Veemarktterrein. Het watertoetsdocument is als bijlage bijgevoegd bij dit bestemmingsplan.

4.3.3 Cultuurhistorie

Historisch landschappelijk erfgoed

Het plangebied ligt in een dekzandgebied. Voor het grootste gedeelte is in dit gebied sprake van een ondergrond van dekzandruggen en -koppen. Op sommige plekken is er nog een plaggendek aanwezig. Als gevolg van de bebouwing van de ondergrond, is het oorspronkelijke landschap nauwelijks meer zichtbaar. Een uitzondering vormen de overgangszones naar de lager gelegen gebieden. Ter hoogte van de Raadhuisstraat zijn bijvoorbeeld duidelijk hoogteverschillen waarneembaar. Ondergronds speelt het oorspronkelijk landschap nog wel een grote rol. Bij meer uitgebreid cultuurhistorisch onderzoek in De Pas is het zinvol ook kleinere hoogteverschillen te registreren. Bij archeologisch onderzoek wordt in veel gevallen nog de oorspronkelijke ondergrond aangetroffen.

Historisch stedenbouwkundig erfgoed

Het plangebied De Pas 2010 ligt als het ware opgespannen tussen een aantal toonaangevende wegen, waarvan de belangrijkste ook een duidelijk historische achtergrond hebben. Allereerst is daar de Terborgseweg, dan de Raadhuisstraat met in het verlengde de Rozengaardseweg, de Dr. Huber Noodtstraat en de Holterweg. De J F Kennedylaan is een heel belangrijke structuurlijn, maar wel van jongere datering.

Binnen deze hoofdstructuur ligt er een fijnmazig net van aantrekkelijke woonstraten met woningen die over het algemeen in goede staat zijn. De sfeer wordt mede bepaald door het relatief grote areaal groen in de vorm van bomen en ruime voortuinen. Daarnaast wordt het netwerk gekleurd door de verschillende open en vaak ook bijzondere ruimtes. In veel straten vormen de hoekpanden een belangrijk afsluitpunt en staan zij zelf voor een verbijzondering in het gebied.

Het gaat om de twee cultuurhistorisch waardevolle begraafplaatsen aan de J F Kennedylaan en de klassiek aangelegde parkstructuren op het Pasplein en Julianaplein. Het kleinere groenelement tussen de Houtkampstraat en de Dr. Huber Noodtstraat is ook van belang, evenals het oude veemarktterrein en de pleinen voor het stadhuis en op de hoek van de Prins Hendrikstraat en de Terborgseweg (Wei van Ome Karel). Tenslotte vormen de omgeving van de Rooms Katholieke Paskerk en het hofje aan de Brouwerskamp twee bijzondere plekken binnen het gebied. De kerk van de Protestantse gemeente aan de Meesterstraat kan ook een bijzondere plek innemen in het gebied als het weer een nadrukkelijke plek krijgt in de hele stedenbouwkundige opbouw. Doordat het gebouw nu direct tegenover braakliggend bouwterrein ligt, mist de context enigszins.

De driehoek tussen de Holterweg, Houtkampstraat en Meesterstraat neemt een enigszins aparte plaats in omdat dit terrein qua schaal de omliggende buurtjes overstijgt en omdat er een geheel nieuwe invulling komt.

Het gebied ten noorden van de Dr. Huber Noodtstraat heeft een veel grootschaliger opzet dan het gebied ten zuiden van genoemde weg en wordt nauwelijks gekenmerkt door eerder genoemde karakteristieken. Een enkel element herinnert nog aan vervlogen tijden, maar de invulling van het gebied is grotendeels functioneel bepaald en van de laatste twintig jaar.

Wegen

De Terborgseweg is één van de hoofdwegen die vanuit het Ei zoals het middeleeuwse centrum wordt genoemd richting Terborg en Gaanderen voert. De weg is ongetwijfeld in de loop van de tijd nog wel eens gewijzigd en daar zijn ook bewijzen voor vanuit de archeologie. Het hoofdtracé is echter al eeuwen oud en de weg ligt deels nog duidelijk verhoogd in het terrein. Op een enkele plek is nog zichtbaar dat het één van de belangrijkste wegen van Doetinchem is geweest. Het profiel werd ooit fraai afgerond door stevige laanbeplanting met daarachter een onregelmatig onderbroken wand van villa's, gebouwd aan het einde van de negentiende en begin van de twintigste eeuw.

Het huidige aanzicht van de Terborgseweg heeft een stuk minder allure dan honderd jaar terug. Het beeld is vooral versnipperd. Het gebrek aan bomen van de eerste of tweede grootte is een belangrijke reden voor dit beeld. Daarnaast geeft het profiel van de weg weinig duidelijkheid als gevolg van de verschillende parkeeroplossingen langszij. Van een onregelmatig onderbroken wand die tegelijkertijd een eenheid vormt, is tenslotte geen sprake meer.

De Raadhuisstraat met in het verlengde de Rozengaardseweg heeft minder sterk dan de Terborgseweg een structuurfunctie. Wel is het heel lang één van de belangrijke uitvalswegen geweest en een weg waarlangs de overgang van stad naar land zichtbaar werd. Daarnaast is het een heel belangrijke route als je bedenkt dat hij direct evenwijdig en deels ook over het middeleeuwse stadsgrachttracé loopt.

De weg kenmerkt zich nu door een aantal sterk verschillende gezichten. In de Raadhuisstraat is het contrast tussen de afsluiting van het Ei door relatief moderne winkelpanden met daar tegenover het open Raadhuisplein bepalend. De overgang van het centrum naar het gebied daar buiten, is daar wel heel hard. Enkele tientallen meters verderop is er juist sprake van een sterke verbinding tussen de stadsrand rond het Ei, in de vorm van het Mark Ternantplantsoen met aanpalende villabebouwing en het tegenoverliggende gemeentelijk monument, de Plantsoenschool en nog iets verderop in noordelijke richting de weinig monumentale, maar wel karakteristieke bebouwing op de kop van de Houtkampstraat. Net als de Terborgseweg en deels om dezelfde redenen levert deze route ook een versnipperd beeld op.

Zoals de Raadhuisstraat de scheiding vormt tussen het Ei en de Schil, zo neemt de Dr. Huber Noodtstraat ook weer een belangrijke plaats in als scheidslijn tussen verschillende invloedssferen. De belangrijkste component langs de Dr. Huber Noodtstraat is ongetwijfeld het voormalige veemarktterrein. Inmiddels gewaardeerd met de gemeentelijke monumentenstatus en volledig opgeknapt ten behoeve van de parkeerfunctie. De openbare ruimte is een prettige ruimtelijke afwisseling in het gebied, maar staat ook symbool voor de gebruiksfunctie van deze omgeving. Verschillende onderzoeken hebben al uitgewezen dat het veemarktterrein en de directe omgeving in de prehistorie al zijn gebruikt en zelfs de locatie vormden voor een nederzetting. Ook uit de middeleeuwen zijn in dit gebied sporen gevonden. Uiteindelijk is de bewoning relatief dun gebleven. Naast het huidige veemarktterrein heeft de laatste jaren de enorm grote Houtkamphal gestaan. Deze is in 2008 gesloopt. Een deel van de dakconstructie is bewaard gebleven. De Dr. Huber Noodtstraat functioneert momenteel vooral als verbindingslijn van de ene naar de andere plaats. Er is nauwelijks sprake van duidelijke wegbegeleiding door middel van een groene laan of een stevige bebouwingswand, al dan niet op (on)regelmatige plekken doorsneden.

De Holterweg is één van de oudere veldwegen die aan het einde van de achttiende eeuw al diverse boerderijen telde. Hier en daar staat nog een enkele woning die naar dit verleden verwijst. Een voorbeeld is de voormalige boerderij aan de Oranjestraat. Een compleet nieuwe straat die je ook als inham van de Holterweg kunt beschouwen met eigentijdse woningen en één oude boerderij.

Het karakter van de Holterweg varieert sterk per deel en refereert slechts op een enkele plek aan het verleden. Het verloop van de weg is wel typisch voor de oude veldwegen, kronkelend en organisch. Het zou de weg ten goede komen als er weer grotere bomen worden geplaatst en als atypische openingen als bij de parkeerplaats naar het Ludger college worden voorkomen of worden begeleid met beplanting.

De J F Kennedylaan is voor het overgrote deel een drukke brede verkeersweg en voor een heel klein deel (ten zuiden van de Holterweg) het restant van een stedelijk villalint. Op het brede deel ten noorden van de Holterweg is gekozen voor een ruime opzet met veel grote bomen. Aan de zuidkant van de Holterweg drukken de woningen een stempel.

Aan de oostkant van de weg is relatief veel groene ruimte, de westkant van de weg (De Pas) laat heel verschillende gezichten zien. Het fietspad langs de weg voert achtereenvolgens vanaf het kruispunt Rozengaardseweg/J F Kennedylaan langs campusachtige complexen met enkele groene ruimtes en parkeerplaatsen. De bocht om naar het zuiden verandert de sfeer volledig door de aanwezigheid van een beukenhaag die door de vorm (slangenmuur) de uitstraling van een landgoed uitademt. In deze korte bocht is ook een bijzonder pand in de punt zichtbaar (Notenlaan). Bij de kruising Dr. Huber Noodtstraat/J F Kennedylaan geeft de aanwezigheid van de hoog gelegen ambtsbegraafplaats een nadrukkelijk accent. Verder naar het zuiden herhaalt het campuskarakter zich, terwijl het stedelijk villakarakter direct voorbij de Holterweg aanwezig is.

Bebouwing

De Pas kent heel veel verschillende verschijningsvormen en bebouwingstypologieën en het verschilt nogal hoe deze op elkaar aansluiten. Of dat al dan niet harmonieus gebeurt heeft veel invloed op de uiteindelijke sfeer in een straat of buurt. Het effect is in de meest gunstige zin rust en homogeniteit en in de meest ongunstige zin onrust en versnippering. Beiden karakters zijn te vinden in De Pas.

Qua bebouwing is het grote percentage villa's en fraaie woningen in De Pas, gebouwd tussen 1910 en 1935 opvallend. Datzelfde geldt voor het aantal eengezins woningen, twee onder één kappers en korte rijtjes uit de periode 1940-1965. Tenslotte kent De Pas nog een aantal bijzondere gebouwen, een enkele boerderij en wat nieuwbouw (vanaf jaren zeventig). Ook onder die recente bebouwing bevinden zich wel een paar uitschieters.

Aan de Terborgseweg bevinden zich nog enkele villa's uit het begin van de twintigste eeuw, maar de naoorlogse architectuur met bijbehorende industriële uitbreidingen aan de achterzijde maakt ook indruk. Dergelijke korte rijtjes bevinden zich tussen de Emmastraat en de Wilhelminastraat. Helaas toont de begane grond weinig tot niets van de architectuur als gevolg van de nieuwere winkelpuien die de oorspronkelijke pui volledig overlappen. Let op de versieringen in de buitenwanden. In veel gevallen zijn ze nog aanwezig.

Een harmonieus in elkaar overgaande mix van begin twintigste eeuwse bebouwing en naoorlogse bebouwing is aanwezig in het middendeel van De Pas. Denk aan het Julianaplein en Pasplein, de Wilhelminastraat, de Prins Bernardstraat, Prins Hendrikstraat en de Burgemeester Tenkinkstraat. Straten met minder samenhang tussen de verschillende typen bebouwing zijn de Plantenstraat en de noordzijde van de Louis de Colignystraat.

De grootste verstoringen in het bebouwingspatroon zijn opgetreden door de keuze voor een grote schaalsprong en/of eigentijdse ontwerpen zonder relatie met de bestaande bebouwing. Dit is vooral te zien langs de Terborgseweg (dichtbij het Ei) en de Rozengaardseweg.

Gebouwen met een flinke schaal, maar passend in hun omgeving zijn de school aan het Julianaplein en hoek Raadhuisstraat/Burgemeester Tenkinkstraat en de twee kerken in het plangebied.

In De Pas bevinden zich verschillende gemeentelijke monumenten en een schitterend rijksmonument: de Rooms Katholieke Kerk Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming met zijn pastorie. Fraaie voorbeelden van gemeentelijke monumenten, zijn villa De Houtkamp en villa De Veldhoen, beiden gelegen aan de Dr. Huber Noodtstraat. Het markante pand op de hoek Houtkampstraat/Veemarkt is ook een monument waar de gemeente trots op kan zijn, maar er ontbreken nog een heleboel potentiële monumenten op de lijst. In het verleden is diverse malen gepleit voor het instellen van een beschermd stadsgezicht. Het is er nooit van gekomen.

Binnen de wijk De Pas zijn vanuit de nota Cultuurhistorierijk en het daarop volgende onderzoek enkele percelen aangewezen die cultuurhistorisch beeldbepalend zijn voor het plangebied. Deze panden hebben geen (potentieel) monumentale status maar het is zeer wenselijk om de uitstraling te behouden en waar mogelijk te versterken. In de Erfgoedverordening van de gemeente Doetinchem zijn deze panden beschermd tegen sloop. In dit bestemmingsplan is hiertoe geen verdere regeling opgenomen.

Archeologisch erfgoed

Januari 2009 is de archeologische waarden- en verwachtingenkaart gereed gekomen voor het stedelijk gebied van Doetinchem. Dit is de vervanger van een waardenkaart uit 1997. Aan de nieuwe kaart is ook een beleidskaart gekoppeld die voorziet in concrete maatregelen om het bodemarchief te beschermen. Ook zijn, voor zover afgerond, de archeologische onderzoeken voor het plangebied verwerkt.

De kaart geeft aan dat De Pas onderdeel uitmaakt van een dekzandgebied. Dit is het type gebied waar archeologische waarden over het algemeen in grote mate aanwezig zijn en bovendien in veel gevallen ook goed bewaard zijn gebleven door de hoge ligging en zandige bodemgesteldheid.

Categorieën

Op basis van de ondergrond en de historie van het gebied zijn de verwachtingen voor De Pas over het algemeen hoog. Het gebied ten zuiden van de Holterweg wordt omgeschreven als een AWV categorie 6. Voor dit gebied geldt dat bij ingrepen dieper dan 30 centimeter en plangebieden groter dan 100 m³ archeologisch onderzoek moet worden gedaan. Ten noorden van de Holterweg komen zowel gebieden voor met hogere verwachtingswaarden (AWV categorie 5) en met lagere verwachtingswaarden (AWV categorie 8). Voor AWV 5 geldt dat bij ingrepen dieper dan 40 centimeter en plangebieden groter dan 100 m³ archeologisch onderzoek moet worden gedaan. Hier geldt een andere diepte omdat er sprake is van een plaggendek. Voor AWV 8 geldt dat bij ingrepen dieper dan 30 centimeter en plangebieden groter dan 2.500 m³ archeologisch onderzoek moet worden gedaan.

Vindplaatsen

In het gebied bevinden zich verschillende vindplaatsen. Ten zuiden van de Houtkampstraat zijn sporen gevonden die wijzen op de aanwezigheid van een nederzetting uit de prehistorie (vindplaats 96). In hetzelfde gebied bevindt zich vindplaats 102 die sporen heeft opgeleverd afkomstig van de tijdspanne van de Late Bronstijd tot en met de Vroege Middeleeuwen. Het Veemarktterrein is eind 2008, begin 2009 volledig onderzocht en afgegraven. De rapportage is op dit moment (februari 2009) nog niet gereed.

Ter hoogte van de Terborgseweg 25a/b zijn sporen gevonden uit de Romeinse Tijd en er zijn aanwijzingen gevonden van een voorloper van de Terborgseweg (infrastructuur) en een middeleeuwse nederzetting (vindplaats 91). De vindplaats 84 telt zeer uiteenlopende sporen met een datering in de Middeleeuwen tot in de IJzertijd. Deze vindplaats ligt ook bij de Terborgseweg 25a/b.

De toekomst

Momenteel zijn er geen plannen voor de verdere ontwikkeling van De Pas, met uitzondering van de realisering van het woningbouwplan op de Veemarkt. Hiervoor is een uitgebreid onderzoek uitgevoerd. Bij de ontwikkeling van het Ketzterrein kan daardoor volstaan worden met archeologische begeleiding bij de graafwerkzaamheden.

De Pas leent zich voor een belangrijk deel dan ook voor een behoedzaam, op behoud gericht beleid vanwege de grote concentratie cultuurhistorische waarden. Tegelijkertijd zijn er nog veel verbeterpunten op bepaalde plekken en het zou aanbevelenswaardig zijn om, met behulp van informatie over het ontstaan van het gebied en de sterke karaktereigenschappen, verrommelde en versnipperde plekken hier en daar in te vullen met fraaie bijpassende bebouwing en groenelementen. De historisch gegroeide stedenbouwkundige structuur kan daarmee alleen maar sterker worden.

Een ander aandachtspunt is de wijze van bescherming. Het is nuttig om de komende jaren nog één keer te discussiëren over het aantal monumenten in De Pas en nut en noodzaak (of niet) van en beschermd stadsgezicht.

Aandachtspunten bij verdere ontwikkeling zijn:

  • Versterking historische structuurlijn Terborgseweg;
  • Versterking historische structuurlijn Raadhuisstraat en Rozengaardseweg;
  • Versterking historische lijn Dr. Huber Noodtstraat;
  • Versterking historische veldweg Holterweg;
  • Koppeling verschillende tijdlagen door middel van passende nieuwe bebouwing;
  • Verbetering huidige kwaliteit bebouwingstypologie door middel van aandacht gevels e.d.;
  • Benadrukken ruimtelijkheid en kwaliteiten van bijzondere plekken, zoals de ruimte rond de kerken, scholen, de pleinen en de groene parels in De Pas;
  • Behouden en versterken bijzondere hoekpunten.

Aandachtspunten voor een kwaliteitsimpuls in De Pas zijn:

  • Actualisatie monumentenbestand;
  • Introductie kwaliteitsmiddel zoals bijvoorbeeld beeldkwaliteitsplan o.i.d.;
  • Stimulering (actief) onderhoud panden, groen, en openbare ruimte (privaat en publiek).

Aandachtspunten nieuwe kansen m.b.t. cultuurhistorie zijn:

  • Aanwezigheid stadsgracht en stadsmuur aan de rand van het plangebied (visualisatie-kans);
  • Transformeren veemarktomgeving tot cultuurhistorische trekpleister d.m.v. visualisaties, informatie en dergelijke;
  • Nieuwe functies (waar nodig) voor prominente gebouwen in het gebied.
4.3.4 Verkeer en parkeren

Woonwijk De Pas wordt omringd door de Raadhuisstraat, Rozengaardseweg, Terborgseweg en de J F Kennedylaan. Dit zijn de gebiedsontsluitingswegen. Dit geldt ook voor de Dr. Huber Noodtstraat die de wijk doorkruist. De overige wegen binnen het gebied worden als verblijfswegen aangeduid.

Aandacht voor woon- en leefmilieu: langzaam verkeer is bepalend voor structuur.

Er wordt een inrichting nagestreefd waarmee een bijdrage wordt geleverd aan het terugdringen van het autogebruik. Uitgangspunten bij de inrichting van de wegen binnen het plangebied zijn:

  • De functie van de weg conform het wegencategoriseringsplan (wegennetvisie), dit betekent voor wijk De Pas erftoegangswegen 30 km/uur en ontsluitingswegen 50 km/uur;
  • De inrichting van de weg (het wegbeeld) moet het gewenste rijgedrag en de rijsnelheid 'afdwingen';
  • Herkenbare inrichting van de verschillende verkeersruimtes door materiaal/kleur;
  • De (kwaliteit van de) leefomgeving staat centraal;
  • De weg dient na realisatie goed te beheren te zijn (beheerbewust ontwerpen).
  • Snelheidsremmende maatregelen worden getroffen in erftoegangsstraten en op gebiedstoegangsstraten waar kwetsbare verkeersdeelnemers de weg moeten kruisen.

De langzame verkeersdeelnemer (met name fietser) is sterk bepalend voor de opzet van de verkeersstructuur. Aandachtspunten bij de ontsluitingsstructuur zijn:

  • Vanuit duurzaam veilig verkeersbeleid is bepaald dat alle verblijfsgebieden (lees woongebieden) worden ingericht als 30 km/uur-zone;
  • Voor het fietsverkeer worden directe en veilige routes richting centrum en voorzieningen gecreëerd en wordt zoveel mogelijk aangesloten op bestaande routes;
  • Binnen de ontsluitingstructuur worden doodlopende wegen en éénrichtingswegen alleen bij uitzondering toegepast.

In wijk De Pas liggen op dit moment verschillende parkeermogelijkheden. In het kader van de uitvoering van het Mobiliteitsplan en het Masterplan de Schil zullen de parkeerplaatsen bij het gemeentehuis deels verdwijnen en elders aangelegd worden. In het mobiliteitsplan is aangegeven dat het aantal parkeerplaatsen in Doetinchem tot 2020 zal moeten groeien naar 4000 parkeerplaatsen. De verschillende mogelijkheden worden onderzocht. Voor parkeernormen uitgaan van de meest recente CROW-publicatie, op dit moment publicatie 182. Bij nieuwbouw wordt aanbevolen om bij de invulling van de openbare ruimte en in het uitwerkingsplan, ruimte te reserveren voor extra parkeerplaatsen. Deze plaatsen kunnen voorlopig met groen worden ingevuld, maar als de parkeerbehoefte daarvoor aanleiding geeft, is er een mogelijkheid om parkeergelegenheid aan te brengen. Gestreefd moet worden naar een maximale loopafstand voor bewoners naar de parkeerplaats van 50 meter.

Bij uitwerking van een ontwikkelingsplan dient een parkeerbalans opgesteld te worden, die door de gemeente (projectgroep) dient te worden goedgekeurd. Het beleid van de gemeente is erop gericht dat parkeeroplossingen bij woningen meer worden gezocht op eigen terrein of in clusters. Voorwaarde is wel dat de kwaliteit van de openbare ruimte gewaarborgd blijft.

De Pas is met het openbaar vervoer bereikbaar per trein en bus. Vanuit het oogpunt van vervoer, stedenbouwkundige ontwikkelingen en de bereikbaarheid per fiets en auto, gaat de voorkeur uit naar een compact knooppunt van openbaar vervoer aan de centrumzijde van het spoor. Op de ontsluitingswegen rond de wijk rijden verschillende buslijnen. In het kader van de toegankelijkheid zullen de intensief gebruikte bushaltes aangepast worden aan de nieuwe eisen van toegankelijkheid.