direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied, Landgoed De Krael - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B271A-0003

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Streekplan Gelderland 2005

Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, d.d. 29 juni 2005, bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.

Hoofddoel van het streekplan is de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen. De publieke en private partijen moeten daarin de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. Concrete doelstellingen daarbij zijn:

  • Sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen;
  • Versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland;
  • Bevorderen van een duurzame toeristische-recreatieve sector in Gelderland met een bovengemiddelde groei;
  • De vitaliteit van het landelijk gebied en de leefbaarheid van daarin aanwezige kernen versterken;
  • De waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologisch Hoofdstructuur realiseren;
  • De watersystemen veilig en duurzaam afstemmen op de veranderende wateraanvoer en waterafvoer en de benodigde waterkwaliteit;
  • Een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen;
  • Met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie;
  • Bijdragen aan een evenwichtige regionaal gedifferentieerde ruimtelijke ontwikkeling, door de cultuurhistorische identiteiten en ruimtelijke kenmerken als inspiratiebron te hanteren in de ruimtelijke planning.

De ruimtelijke hoofdstructuur in het streekplan is tweeledig; het rode raamwerk en het groenblauwe raamwerk. De delen die buiten het rode en groenblauwe raamwerk vallen liggen in het multi functioneel gebied.

Het plangebied is gelegen in het blauwgroene raamwerk, specifiek in de EHS-natuur. Het groenblauwe raamwerk heeft betrekking op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage ruimtelijke dynamiek en welke kwetsbaar zijn voor intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen va het groenblauwe raamwerk zijn:

  • Bescherming bestaande natuur en waardevolle open gebieden;
  • Behoud en ontwikkeling ecologische verbindingszones (EVZ);
  • Afbakening en bescherming waterbergingsgebieden;
  • Maatregelen Ruimte voor de Rivier;

Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:

  • Behoud en ontwikkeling EVZ: Groenblauwe as Graafschap-Winterswijk.

De provincie Gelderland biedt in het streekplan de mogelijkheid om een nieuw landgoed aan te leggen. Landgoederen dragen bij aan de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische kwaliteit van Nederland. Nieuwe landgoederen kunnen gesticht worden in delen van het groenblauwe raamwerk (EHS-verweving, EHS-verbindingszones) en in het multifunctioneel gebied, niet in EHS-natuur, waardevol open gebied, in weidevogel en ganzengebieden van provinciaal belang of in het concentratiegebied voor intensieve teelten.

Vanwege de ligging in de EHS-natuur past het voorliggend plan niet binnen de provinciale beleidsuitgangspunten voor oprichting van een nieuw landgoed (met nieuwe woningen). Omdat er geen extra wooneenheden worden toegevoegd, er een agrarisch bedrijf uit de EHS-natuur verdwijnt en vijf hectare nieuwe natuur wordt aangelegd, wordt de voorgenomen ontwikkeling beschouwd als een kwalitatieve- en kwantitatieve versterking van de EHS-natuur. Voorliggend plan is in strijd met de beleidsregels, maar niet in strijd met de uitgangspunten van het landgoederenbeleid en het beleid t.a.v. het groenblauwe raamwerk. Er is sprake van versterking van de ruimtelijke- en ecologische kwaliteit van het groenblauwe raamwerk. Het plan is voorbesproken met de Provincie Gelderland.

3.2.2 Streekplanherziening Herbegrenzing EHS

Provinciale Staten van Gelderland hebben op 1 juli 2009 de nieuwe grenzen van de ecologische hoofdstructuur (EHS) in het Streekplan definitief vastgesteld.
In het streekplan Gelderland 2005 is het basisprincipe 'nee, tenzij' opgenomen ter bescherming van de wezenlijke kenmerken en waarden(kernkwaliteiten) van de ecologische hoofdstructuur. Dit 'nee, tenzij'-principe laat in de verschillende onderdelen van de EHS ontwikkelingen mogelijk. Deze ontwikkelingen moeten echter wel bijdragen aan de realisering c.q. versterking van de EHS.

Realisatie van landgoed "De Krael" wordt - in de termen van de streekplanherziening Herbegrenzing EHS - gezien als een kleinschalige individuele ingreep in de EHS-natuur, waarbij geen sprake is van een groot openbaar belang. Dit betekent dat de voorwaarden voor Herbegrenzing EHS van paragraaf 2.7.6 van genoemde streekplanherziening van toepassing zijn, te weten:

  • Herbegrenzing is enkel toepasbaar bij kleinschalige ontwikkelingen en blijft beperkt tot
    het oplossen van knelpunten en het bieden van maatwerk;
  • Er vindt door de voorgestelde ruimtelijke ingreep slechts een beperkte aantasting plaats van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS en van de samenhang van de EHS;
  • Het initiatief moet uiteindelijk leiden tot een kwalitatieve en/of kwantitatieve versterking van de EHS in het betreffende gebied;
  • De initiatiefnemer maakt een zorgvuldige onderbouwing van de ruimtelijke ingreep op de gegeven locatie;
  • Ter plekke worden zodanige maatregelen genomen dat er sprake is van een goede landschappelijke en natuurlijke inpassing;
  • De initiatiefnemer committeert zich aan het uitvoeren van de kwalitatieve en/of kwantitatieve versterking van de EHS;
  • De kwaliteitswinst wordt niet gefinancierd uit reguliere EHS-middelen;

Aan deze voorwaarden wordt voldaan. De voorwaarden zijn voldoende geborgd in de uitvoering. Het plan is daarmee aanvaardbaar.

3.2.3 Streekplanuitwerking kernkwaliteiten en omgevingscondities

In de uitwerking Streekplan Gelderland 2005 Kernkwaliteiten en Omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur, d.d. 16 mei 2006, staat dat versterking van de ruimtelijke kwaliteit het uitgangspunt is voor het Gelderse ruimtelijk beleid. Het ruimtelijk beleid draagt bij aan de bescherming en de ontwikkeling van de natuur. Het doel van de streekplanuitwerking is de ruimtelijke regeling van behoud en ontwikkeling van de door de provincie gewenste natuurkwaliteit in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS- natuur, verweving en verbindingszone).

Voor beoordeling van de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de EHS geeft het streekplan het volgende aan:

  • Binnen de EHS geldt de “nee, tenzij”-benadering. Dit houdt in dat bestemmingsplanwijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot belang.

Om te kunnen bepalen of de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied significant worden aangetast, moet het bevoegd gezag erop toezien dat hiernaar door de initiatiefnemer onderzoek worden verricht. Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken zal de provincie de te behouden wezenlijke kenmerken en waarden per gebied specificeren.

In de streekplanuitwerking zijn de wezenlijke kenmerken en waarden voor de EHS uitgewerkt in de vorm van kernkwaliteit en omgevingscondities.

Het betreffen voor Doetinchem de volgende kernkwaliteiten:

  • De beken met hun landschappelijke, ecologische en hydrologische samenhang met hun omgeving;
  • De samenhang en verbindingen tussen de grote Oost-Gelderse natuurkernen via kleinere rivieren en beken en de daaraan gekoppelde ecologische verbindingszones, voor Doetinchem specifiek de Oude IJssel en Hummelo-Keppel/Slangenburg;
  • De verbinding tussen de restanten (natte) heideterreinen, heischrale terreinen en blauwgraslanden binnen de Graafschap;
  • Het vanuit ecologisch opzicht samenhangend geheel van landgoederen, natuurgebieden, bossen, beken en landschapselementen in het kleinschalige agrarische cultuurlandschap.

Voor het plangebied, staan in de streekplanuitwerking geen specifieke ontwikkelingen beschreven.

De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen uit deze streekplanuitwerking. Er worden door de realisatie van voorliggend plan geen kernkwaliteiten van de EHS-natuur aangetast, zoals ook bedoeld in artikel 19.1 van de Ruimtelijke Verordening Gelderland. Doordat er geen extra wooneenheden in het plan worden gerealiseerd, de oude bebouwing op het erf gesloopt wordt en de agrarische functie van het huidige erf komt te vervallen, is er geen sprake van een negatief effect op de EHS-natuur. Het ontwikkelen van vijf hectare nieuwe natuur moet gezien worden als een kwalitatieve versterking van de EHS-natuur.

3.2.4 Streekplanuitwerking Waardevol Landschap

Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten.

Het ruimtelijk beleid voor waardevolle landschappen is: behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. Voor waardevolle open gebieden geldt de grootschalige openheid als belangrijke kernkwaliteit. Derhalve geldt dat ruimtelijke ingrepen die de openheid aantasten, zoals nieuwe bouwlocaties, niet zijn toegestaan. Ook kleine aantallen en kleinschalige vormen kunnen de waardevolle openheid aantasten. Voor overige ruimtelijke ingrepen in de waardevolle open gebieden geldt een 'nee, tenzij'-benadering. Dat wil zeggen dat de ruimtelijke ontwikkeling afhankelijk is van de bijdrage aan de landschapskwaliteit. Hierbij kan sprake zijn van compensatie op gebiedsniveau. Uitbreiding van agrarische bebouwing binnen of aansluitend op het bestaande bouwperceel is mogelijk. Een beeldkwaliteitsplan is bij omvangrijke uitbreiding vereist.

Het plangebied is gelegen in het waardevolle landschap 'Hummelo, Keppel en Slangenburg. Kernkwaliteit van dit deelgebied is de afwisseling van landgoederen, bouwland en grotere bossen. Het valt in de beleidscategorie 'waardevol landschap (samenvallend met de EHS). Hiervoor geldt een “nee-tenzij” houding bij beoordeling van ruimtelijke plannen.

Beleidscategorie   Afwegingsformule  
A. Waardevol landschap
(geen EHS, geen Waardevol open gebied)  
ja, mits de kernkwaliteiten worden behouden en versterkt  
B. Waardevol landschap
(samenvallend met de EHS)  
nee, tenzij  
C. Waardevol open gebied
(valt altijd binnen Waardevol landschap)  
nee voor nieuwe bouwlocaties
nee, tenzij voor overige ruimtelijke
ingrepen  

Het omvormen van een intensief benut agrarisch perceel in extensief grasland, tast de kernkwaliteit van het waardevolle landschap niet aan. De extensivering van het grondgebruik (geen mestgift en bestrijdingsmiddelen, hooilandbeheer/begrazing) betekent een positief effect op de milieukwaliteit te plaatse en op het aansluitende bos- en natuurgebied van De Slangenburg. De openheid van het landschap blijft gewaarborgd. De beleving van het landschap zal daarom nauwelijks veranderen. Uitvoering van voorgenomen activiteit past binnen de Streekplanuitwerking 'waardevolle landschappen'.