Plan: | Bosstraat 50 - 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R39B075A-0004 |
De inleidende regels omvatten de gebruikte begripsomschrijvingen (art. 1) en de wijze van meten (art. 2).
De bestemmingen ” Groen -1” en ” Groen -2”
De gronden met deze bestemmingen dienen met beplanting en/of gras ingevuld te worden waardoor ze groen blijven. De gronden rond de vijver zijn bestemd voor Groen. In de bestemming Groen-1 is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor kleine bouwwerken, niet-zijnde gebouwen, ten behoeve van deze bestemming. Binnen deze bestemming kan middels een omgevingsvergunning worden afgeweken van de bouwregels om nieuwe parkeervoorzieningen en verhardingen aan te kunnen leggen. Voor de bestemming Groen-2 geldt dat geen bebouwing is toegelaten. Voor zover de beplanting binnen deze bestemming gelegen is rondom het nieuwe hofje heeft deze een functie voor de landschappelijke inpassing en de visuele afscherming van het nieuwe woongebied.
De bestemming “Tuin”
De gronden met de bestemming “Tuin” maken juridisch en feitelijk deel uit van de verschillende bouwpercelen waarop de woningen gesitueerd zijn. Binnen de bestemming “Tuin” is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor bouwwerken.
De bestemming “Verkeer”
Deze bestemming is gegeven aan openbaar toegankelijke gronden die in de eerste plaats een verkeersfunctie hebben (voor auto's, fietsers, wandelaars enz.). Het hofje en de ontsluitingsstraat worden ingericht als woonerf en hebben ook een belangrijke functie als ontmoetingsruimte en verblijfsgebied. Binnen deze bestemming kunnen ook kleine plantsoenen en groenstroken worden aangelegd. In de regels van deze bestemming is een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor gebouwen en bouwwerken, niet-zijnde gebouwen, ten behoeve van deze bestemmingen.
De bestemming “Water”
Een deel van de gronden is bestemd voor de nieuwe watergang. Binnen deze bestemming worden ook bouwwerken toegelaten die ook functie hebben voor de waterhuishouding, waaronder duikers.
De bestemming “Wonen”
De bestemming “Wonen” betreft alle percelen waar de bouw van woningen en bijbehorende bouwwerken is toegelaten. Door middel van een aanduiding op de plankaart wordt onderscheid gemaakt tussen de twee voorkomende bebouwingsklassen, te weten:
De hoofdgebouwen dienen binnen in het bouwvlak te worden gebouwd. Bijgebouwen zijn toegelaten binnen het bestemmingvlak, het bouwvlak inbegrepen. De maximale hoogtematen van hoofdgebouwen is op de verbeelding aangegeven. De maatvoering van de overige bebouwing (gebouwen en andere bouwwerken) is in de regels opgenomen. Afwijken van de regels voor ondermeer de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf is onder voorwaarden toegestaan. Voor de twee aan de oostgrens geplande vrijstaande woningen in het plangebied is een nadere regeling getroffen voor lagere hoogtematen van het hoofdgebouw en voor de bouw van garages. De bouwlocatie van deze garages is op de verbeelding aangegeven met de functieaanduiding (sw-ug) 'Specifieke vorm van wonen - uitsluitend garages'. De goot- en de bouwhoogte van de achterzijde van het hoofdgebouw zijn lager dan de goot- en bouwhoogte aan de voorzijde met het oog op de bescherming van de belangen van de bewoners van de bestaande woningen op belendende percelen.
De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die voor alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. Deze algemene regels bestaan ondermeer uit de afwijkings- en de wijzigingsregels.
De afwijkingsregel ziet in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het bestemmingsplan. De in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan bij het verlenen van omgevingsvergunning om af te wijken.
De algemene regel uit het gebruiksartikel luidt dat het verboden is om opstallen en gronden te gebruiken in strijd met de bestemming. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemmingen of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.
In de loop van de tijd kan het gebruik van grond of een gebouw gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld tot hoeverre deze afwijkingen zijn toegestaan. De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.