direct naar inhoud van 2.3 Ontwikkelingen
Plan: Steverinkstraat bij 39 - 2009
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B218A-0004

2.3 Ontwikkelingen

De familie Helmink heeft het initiatief genomen tot de ontwikkeling van een grasdakwoning op het onderhavige plangebied Steverinkstraat naast nr. 39. Het geheel is een gelijkvloerse woning met inpandig bijgebouw met een gewelfd vegetatiedak in twee dakhelften met noordelijke en zuidelijke oriëntatie.

Voor de locaties van bouw en sloop zal een gelijktijdige planologische procedure worden gevoerd voor de movering van de bouwrechten voor de genoemde locaties bij een vestiging van de rechten op het perceel Steverinkstraat (zie ook paragraaf 2.4). De uitwisseling van de rechten is onlosmakelijk met dit project verbonden.

De woning zal onder een lichte hoekverdraaiing op de kavel worden ingepast waarbij optimaal gebruik kan worden gemaakt van de bezonning. De draaiing van het bouwplan en de terugliggende rooilijn past in de gevarieerde gevellijnen en draaiingen van de woningen langs de Steverinkstraat.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B218A-0004_0003.jpg"

De inrit naar de woning en garage is vanaf de Pierikstraat naar het bijgebouw in het linker dakvlak (west). De toegang naar de voordeur is vanaf de Steverinkstraat en gesitueerd onder het rechter dakvlak (oost). In het westelijke deel van de gelijkvloerse woning zit de garage en hobbyruimte (bijgebouw) en centraal de woonkamer en keuken en aan de oostkant de slaapkamers en de badkamer. De meest intensief te gebruiken ruimten zijn centraal gesitueerd

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B218A-0004_0004.jpg" Plattegrond gelijkvloerse grasdakwoning Helmink (links bijgebouw 75m2, rechts woning 150m2)

De woning zal in het omliggende landschap en de buurtschap worden geïntegreerd met een landschapsplan. Dit plan is maatwerk voor de karakteristieke bouwvorm en de locatie op de kleine kavel (ponyweitje naast nr. 39).

Het bouwplan is een karakteristieke grasdakwoning die naar vorm en aard meer associaties heeft met het buitengebied dan met de stedelijke omgeving. Daarom is een inpassing in de randstedelijke situatie binnen de bebouwde kom met overgang naar het buitengebied en open landschap het meest passend. Daarom is de inpassing op de onderhavige locatie landschappelijk mogelijk. Het overige landschap rond het plangebied wordt niet beïnvloed door het bouwplan.

Het gevarieerde dichtere en opener bebouwingslint langs de Steverinkstraat en de Pierikstraat krijgt met de inpassing naast het kruispunt een “logische verdichting” van de ruimte en vormt daarmee een goede overgang naar het nog dichtere lint van bebouwing richting Kerkstraat (west). Bovendien is de bebouwing nabij het kruispunt een goed verdichtingsaccent.

De landschappelijke inpassing betreft vooral de opname van het gewelfde grasdak dat met een vloeiende lijn overgaat in de omgeving van weiland(jes) in het buurtschap. De open inrichting van het eigen perceel draagt bij aan de optimale beleving van de bijzondere bouwvorm vanaf de openbare weg.

De westzijde van het bouwplan kan naar aard en functie open worden ingericht met vrij zicht vanaf het kruispunt op de woning en haar dakvlak met grasvegetatie. Aan de oostzijde bevinden zich de privacy gevoeliger ruimten en de gebruikstuin.

Langs de Pierikstraat en de Steverinkstraat is langs de westzijde van het perceel een beukenhaag van ca. 1m. hoogte ontworpen die enerzijds de kavel ruimtelijk begrensd maar anderzijds het zicht op de woning van af het kruispunt onbelemmerd laat. Aan de oostzijde is rond de tuin en entree een hogere haag boven ooghoogte ontworpen. Vanaf de Pierikstraat aan de noordzijde is het zicht op de woning geheel vrij. Langs de noordrand van het perceel is een greppel met wadi geplaatst voor opvang van overtollig regenwater en ten behoeve van de infiltratie van water (zie ook de waterparagraaf). Het grasdak van de woning loopt in een vloeiende lijn over in de grasvegetatie op het perceel.

Aan de oostzijde is de woning ruimtelijk van het buurperceel gescheiden door een opgaande inheemse beplanting. Deze beplanting vormt ook de achtergrond voor het zicht op de woning vanaf het kruispunt. Op het perceel worden, in aansluiting op de bestaande bomen in de bermen, exemplaren geplant. Langs de greppel/wadi komen knotwilgen.

Alle nieuwe beplantingen sluiten aan op de bestaande beplanting binnen de landelijke omgeving en het buurtschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R07B218A-0004_0005.jpg"

Landschapsplan