direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie
Plan: Buitengebied - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B300A-0002

Artikel 15 Recreatie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatie;
  • b. verblijfsrecreatie, niet zijnde een kampeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';
  • c. een kampeerterrein, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
  • d. uitsluitend groepsaccommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie';
  • e. uitsluitend een bed & breakfast-accommodatie ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast';
  • f. uitsluitend een recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning';
  • g. detailhandel, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a, b en c genoemde bestemming;
  • h. dienstverlening, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a, b en c genoemde bestemming;
  • i. horeca, alleen ten dienste van en ondergeschikt aan de in sub a, b en c genoemde bestemming;
  • j. één bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • k. aan huis gebonden beroepen en bedrijven bij de bedrijfswoning;
  • l. groen- en nutsvoorzieningen;
  • m. waterpartijen, waterlopen, waterbergingen en waterinfiltratievoorzieningen;

en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Op de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Recreatie' worden gebouwd.

15.2.2 Bedrijfsgebouwen (geen recreatiewoningen of stacaravans)

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is alleen toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan het bestaande bebouwde oppervlakte, vermeerderd met 10 %;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • d. in afwijking van het bepaalde in sub b mag de oppervlakte van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast' niet meer worden dan bestaand.
15.2.3 Recreatiewoningen, stacaravans en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van recreatiewoningen of stacaravans gelden de navolgende regels:

  • a. realisatie is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' en gelden de in de tabel aangegeven maximum aantallen recreatiewoningen of stacaravans:
    adres   maximum aantal recreatiewoningen   maximum aantal stacaravans  
    Koningsweg 5 Wehl   0   64  
    Loordijk 9 Doetinchem   5   15  
    Stadsheidelaan 3 Doetinchem   0   0  
    Rekhemseweg 144-146 Doetinchem   10   200  
  • b. bij een stacaravan mag:
    • 1. de oppervlakte, inclusief bijbehorende bouwwerken, niet meer dan 50 m2 bedragen;
    • 2. de hoogte, inclusief bijbehorende bouwwerken, niet meer dan 3,5 m bedragen;
    • 3. de breedte niet meer dan 4 m bedragen;
  • c. bij een recreatiewoning mag:
    • 1. de oppervlakte, inclusief bijbehorende bouwwerken, niet meer dan 75 m2 bedragen;
    • 2. de inhoud niet meer dan 300 m3 bedragen;
    • 3. de goothoogte, inclusief bijbehorende bouwwerken, niet meer dan 3 m bedragen;
    • 4. de bouwhoogte, inclusief bijbehorende bouwwerken, niet meer dan 6 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a, b en c is ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' één recreatiewoning toegelaten met bijbehorende bouwwerken, waarbij voor de bebouwing de maximale inhoud, oppervlakte, goothoogte en bouwhoogte als bestaand geldt, vermeerderd met 10 %.
15.2.4 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de navolgende regels:

  • a. de inhoud van een bedrijfswoning mag maximaal 750 m3 bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mag, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gesplitst', de inhoud van een woning maximaal 375 m3 bedragen;
  • c. de goothoogte mag maximaal 4,5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag maximaal 10 m bedragen.
15.2.5 Bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de regels in artikel 20.2.3 van de bestemming 'Wonen'.

15.2.6 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de navolgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag maximaal 2 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde in sub a mag de bouwhoogte van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak maximaal 2,5 m bedragen;
    • 2. reclamemasten maximaal 10 m bedragen, met dien verstande dat er maximaal één reclamemast per bedrijf is toegelaten;
    • 3. antennedragers inclusief antennes, verlichting, vlaggenmasten en vergelijkbare bouwwerken maximaal 12 m bedragen.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 15.1, op gronden met de bestemming 'Recreatie' nadere eisen stellen met betrekking tot:

  • a. dakvormen, dakhellingen en nokrichtingen van bouwwerken;
  • b. de goot- en bouwhoogte van bouwwerken;
  • c. de afmetingen van bouwwerken;
  • d. het aantal en de situering van bouwwerken;
  • e. het aantal en de situering van parkeerplaatsen op eigen terrein;

onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.

15.4 Afwijken van de bouwregels

De afwijkingen in artikel 38.2.3, 38.2.4 en 38.2.5 zijn van toepassing.

15.5 Specifieke gebruiksregels
15.5.1 Algemeen

Per bouwvlak is maximaal één recreatiebedrijf toegestaan.

15.5.2 Groepsaccommodaties

Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' zijn groepsaccommodaties toegestaan, met inachtneming van het bepaalde in 15.1 onder d. In afwijking van het bepaalde in 15.1 onder c valt hieronder ook het gebruik van het terrein voor groepskamperen.

15.5.3 Aan huis gebonden bedrijven en/of beroepen

Een bedrijfswoning, inclusief eventueel aanwezige (bij de bedrijfswoning behorende), bijbehorende bouwwerken mag ook worden gebruikt voor een aan huis gebonden bedrijf of beroep, mits voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in lid 20.5.1, van de bestemming 'Wonen'.

15.6 Afwijken van de gebruiksregels

Naast de hieronder opgenomen afwijkingsmogelijkheid De , zijn ook de afwijkingsmogelijkheden in artikel 38.3 zijn van toepassing, voor zover van toepassing voor de bestemming 'Recreatie' .

15.6.1 Zelfstandige horeca als nevenactiviteit

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning in afwijking van het bepaalde in artikel 15.1 onder i zelfstandige horeca-activiteiten als nevenactiviteit bij de bestemming toestaan, onder de voorwaarde dat de activiteit voldoet aan de uitgangspunten van "Notitie (Para)commercie in de horeca Doetinchem".

15.7 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
15.7.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' of 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen.

15.7.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 15.7.1 is niet van toepassing op:

  • a. werkzaamheden die:
    • 1. al in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
    • 2. deel uit maken van het normale onderhoud;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning of aanschrijving van burgemeester en wethouders;
  • b. gebouwen die getroffen zijn door een calamiteit en blijkens een advies van de commissie Welstand en Monumenten geen cultuurhistorische waarde meer hebben;
  • c. gebouwen met de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie' die op basis van onderzoek aantoonbaar geen cultuurhistorische waarde hebben;
  • d. bouwwerken waarvoor op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geen omgevingsvergunning voor het bouwen is vereist (vergunningvrije bouwwerken).
15.7.3 Beoordelingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 15.7.1 wordt slechts verleend als:

  • a. de karakteristieke hoofdvorm en het beeldbepalende aanzicht van de bebouwing behouden blijft;
  • b. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken; en waarbij door sloop daarvan de karakteristieke hoofdvorm en het beeldbepalend aanzicht behouden blijft;
  • c. de karakteristieke hoofdvorm en het beeldbepalend aanzicht op basis van bouwtechnische en/of economische overwegingen in alle redelijkheid niet te handhaven zijn; de aanvrager moet dit aantonen door rapporten in te dienen - door een ter zake deskundige opgesteld - die ingaan op de cultuurhistorische, bouwkundige en/of gebruikstechnische staat van het bouwwerk in relatie tot de kosten van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden;
  • d. als bij de sloopwerkzaamheden ook (delen van) de inwendige structuur gesloopt worden, is de aanvrager verantwoordelijk voor een onderzoek naar de mogelijke aanwezige cultuurhistorische waarden, uitgevoerd door een ter zake deskundige. Deze moet in de vorm van een rapportage met waardestelling aan de gemeente worden verstrekt;
  • e. vooraf advies is ingewonnen bij de monumentendeskundige van de commissie Welstand en Monumenten;
  • f. in aanvulling op sub e, kan het bevoegd gezag advies inwinnen bij een extern deskundige als er geen verantwoorde belangenafweging kan worden gemaakt; bijvoorbeeld door onvoldoende inzicht in de situatie, of bij twijfel bij de monumentdeskundige van de commissie Welstand en Monumenten.

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 15.7.1 wordt, als ook sprake is van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorie', slechts verleend als:

  • g. de karakteristieke aard en het beeldbepalende aanzicht van het hoofdgebouw of bijgebouw in relatie tot het cultuurhistorisch waardevolle ensemble behouden blijft;
  • h. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken; en waarbij door sloop daarvan de karakteristieke hoofdvorm en het beeldbepalend aanzicht van het cultuurhistorisch waardevolle ensemble behouden blijft;
  • i. de geplande sloopwerkzaamheden niet in strijd zijn met sub c, d, e en f.
15.8 Wijzigingsbevoegdheid

De wijzigingsbevoegdheden in artikel 39 zijn van toepassing, voor zover zij gelden voor de bestemming 'Recreatie'.