Buitengebied - 2012

22.2.1 Algemeen

Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Leiding - Gas' worden gebouwd. Overige gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn niet toegestaan uit oogpunt van externe veiligheid en energieleveringszekerheid.

22.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat:

• a. de bouwhoogte maximaal 4 m mag bedragen;
• b. het bouwen van overkappingen niet is toegestaan.

22.3.1 Bouwen t.b.v. andere voorkomende bestemming(en)

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.1 en 22.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), onder voorwaarden dat:

• a. het bouwwerk geen belemmering vormt voor de aanleg, het functioneren, het onderhoud en de instandhouding van de hoge druk aardgas transportleiding;
• b. de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad;
• c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.

22.4.1 Algemeen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

• a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
• b. het aanleggen en of rooien van beplantingen en bomen;
• c. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
• d. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen van grond en aanleggen van drainage;
• e. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
• f. het permanent opslaan van goederen.

22.4.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist als:

• a. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen voor de leiding en belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere voorkomende bestemming(en);
• b. het werken en werkzaamheden betreft die:
  • 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • 2. het graafwerkzaamheden zijn als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten;
  • 3. mogen worden uitgevoerd op basis van een vergunning, waarin de te beschermen belangen al zijn afgewogen.

22.4.3 Beoordelingscriteria

Ten aanzien van de in lid 22.4.1 genoemde vergunning geldt de voorwaarde dat de vergunning alleen kan worden verleend als de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de leiding niet onevenredig schaden.

Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

22.4.4 Voorwaarden

Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.