direct naar inhoud van Artikel 23 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Plan: Buitengebied - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R07B300A-0002

Artikel 23 Leiding - Hoogspanningsverbinding

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn mede bestemd voor:

  • a. de aanleg en de instandhouding van een bovengrondse hoogspanningsverbinding;
  • b. een vrijwaringszone aan weerszijden van de bovengrondse hoogspanningsverbinding;

en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen met dien verstande dat in geval van strijdigheid van de regels van de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' met een andere op deze gronden rustende bestemming, de regels van de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' vóór de regels van de andere bestemming gaan.

23.2 Bouwregels
23.2.1 Algemeen

Op de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen alleen bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' worden gebouwd.

23.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat:

  • a. de bouwhoogte van een hoogspanningsmast maximaal 45 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken maximaal 2,5 m mag bedragen;
  • c. het bouwen van overkappingen niet is toegestaan.
23.3 Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Bouwen t.b.v. andere voorkomende bestemming(en)

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.1 en 23.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), onder voorwaarden dat:

  • a. het bouwwerk geen belemmering vormt voor de aanleg, het functioneren, het onderhoud en de instandhouding van de hoogspanningsverbinding;
  • b. vooraf advies is ingewonnen bij de leidingbeheerder.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
23.4.1 Algemeen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning op gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te doen voeren:

  • a. het aanleggen en/of verharden van wegen en paden en het aanleggen en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het aanleggen en/of het vellen of rooien van beplantingen;
  • c. het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • d. het verlagen van en/of het graven in de bodem en het afgraven, ophogen en/of egaliseren van gronden;
  • e. het verlagen van het (grond)waterpeil;
  • f. het uitvoeren van heiwerken en/of het indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en/of de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • h. het permanent opslaan van goederen.
23.4.2 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning is vereist als:

  • a. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudswerkzaamheden aan en vervangingswerkzaamheden van verhardingen, beplantingen en (tracés van) kabels en leidingen;
  • b. het werken en werkzaamheden betreft die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
    • 2. mogen worden uitgevoerd op basis van een vergunning, waarin de te beschermen belangen al zijn meegewogen.
23.4.3 Voorwaarden

Alvorens te beslissen op een verzoek om een omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de leidingbeheerder.

23.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, als is aangetoond dat op de betrokken locatie geen bovengrondse hoogspanningsverbinding meer aanwezig is of verwijderd gaat worden.

Vooraf moet advies ingewonnen worden bij de leidingbeheerder.