direct naar inhoud van 3.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Norman Belvealstraat 2009
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R50B217A-0002

3.5 Gemeentelijk beleid

3.5.1 Mobiliteitsplan

Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het Mobiliteitsplan vastgesteld. Het Mobiliteitsplan geeft de hoofdlijnen van het te voeren verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente Doetinchem weer. Het Mobiliteitsplan beschrijft de verkeers en vervoersituatie tot 2020 en geeft aan welke maatregelen nodig zijn voor een goede bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. Voor het centrum en de industriegebieden ligt de prioriteit van het te voeren beleid bij een goede (auto)bereikbaarheid. Een vlotte doorstroming van het verkeer wordt nagestreefd alsmede het aanbieden van voldoende parkeervoorzieningen. Voor de wijken, de dorpen en het buitengebied ligt de prioriteit bij de veiligheid. Hier wordt vooral ingezet op het realiseren van grote verblijfsgebieden en een beperkt aantal verkeersgebieden.

De verkeersproblemen die opgepakt worden liggen vooral op het hoofdwegennet in de kern Doetinchem. Naast de aanpak van een aantal capaciteitsknelpunten in het huidige wegennet is ook voorzien in een uitbreiding van het wegennet met een Oostelijke randweg en een nieuwe verbinding tussen de Keppelseweg en de Ds. Van Dijkweg. Nog onderzoek zal worden verricht naar de mogelijkheden om op langere termijn tot de aanleg van een westelijke randweg te komen. Verder wil Doetinchem ook inzetten op het bevorderen van het fietsgebruik door het aanbieden van een fijnmazig, kwalitatief goed en sociaal veilig fietsnetwerk met stallingsvoorzieningen bij attractiepunten. Het faciliteren van fietsstallingsplaatsen bij openbaar vervoerhaltes zal moeten bijdragen tot een beter gebruik van fiets en openbaar vervoer. Het fietsbeleid zal nog verder worden uitgewerkt in een fietsnota. Vanuit haar rol als wegbeheerder zal Doetinchem streven naar een goede bereikbaarheid van de belangrijke buscorridors en het station. Bij de inrichting van het wegennet zal rekening gehouden worden met de bus. Verder zal Doetinchem insteken op het beter toegankelijk maken van intensief gebruikte bushaltes.

Voor het plangebied Norman Belvealstraat zijn in het mobiliteitsplan geen specifieke actiepunten beschreven. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van het beleid.

3.5.2 Waterplan Doetinchem

De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Sinds de gemeentelijke herindeling (2005) is dit beleid ook van toepassing op het gebied van de voormalige gemeente Wehl.

Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen.

Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur en milieubelangen, inwoners en bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn Rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010 - 2015 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder.

Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het stedelijk gebied zijn de volgende gidsprincipes voor integraal waterbeheer van belang:

  • Het toepassen van de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren;
  • Water van schoon naar minder schoon laten stromen (geen afwenteling);
  • Met water de identiteit van een plek zichtbaar maken;
  • Een goede communicatie opzetten (intern en extern);
  • Water als mede-ordenend principe toepassen bij ruimtelijke plannen;
  • Samenwerken en afstemmen;
  • Balans in watersysteem en waterketen.

Door het toepassen van deze principes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem binnen de gemeentegrenzen, gecombineerd met een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water. Er is een goede samenwerking en afstemming tussen alle bij het waterbeheer betrokken partijen, en er vindt geen bestuurlijke, financiƫle of ruimtelijke afwenteling plaats. Dit is het algemene streefbeeld voor 2030.

Ten behoeve van het aspect water is een watertoets uitgevoerd. De watertoets is opgenomen in paragraaf 4.3.2. De ontwikkeling van het plan Norman Belvealstraat past daarmee binnen het Waterplan Doetinchem.

3.5.3 Planologisch Beleid 2009

In de nota Planologisch Beleid 2009 heeft de gemeente ruimtelijk beleid geformuleerd voor kleine bouwplannen met betrekking tot woningen. Daarnaast voorziet de nota in een belangrijke verruiming en versoepeling van de tot nu toe gehanteerde bouwvoorschriften. In de voorgestelde regeling is een onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke aspecten die betrekking hebben op het woonhuis alleen en de ruimtelijke aspecten van de woning die alleen geregeld kunnen worden als de kenmerken van de omgeving daarbij betrokken worden.

Ruimtelijke aspecten van de eerste categorie zijn onder meer de grootte van bijgebouwen, aan huis gebonden beroepen en bedrijven en de positie van de voor- en achtergevelrooilijn. Ruimtelijke aspecten van de tweede categorie zijn bijvoorbeeld: de diepte van een bebouwingsvlak, de goothoogte en de maten van overkappingen.

De uitgangspunten van het Planologisch beleid 2009 zijn volledig verwerkt in dit bestemmingsplan.