Plan: | Verheulsweide - Vredesteinterrein 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R04B102A-0005 |
Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, d.d. 29 juni 2005, (Concept herziening herbegrenzing EHS d.d. 13 februari 2008) bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.
Hoofddoel van het streekplan is de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen. De publieke en private partijen moeten daarin de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. Concrete doelstellingen daarbij zijn:
Afbeelding 2.1: Streekplankaart: Ruimtelijke ontwikkeling, uitsnede Doetinchem
De ruimtelijke hoofdstructuur in het streekplan is tweeledig; het rode raamwerk en het groenblauwe raamwerk. Het rode raamwerk heeft betrekking op de gebieden met hoogdynamische functies zoals de hoofdinfrastructuur en de intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen van het rode raamwerk zijn:
Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:
Het groenblauwe raamwerk heeft betrekking op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage ruimtelijke dynamiek en welke kwetsbaar zijn voor intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen va het groenblauwe raamwerk zijn:
Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:
De delen die buiten het rode en groenblauwe raamwerk vallen liggen in het multifunctioneel gebied. Op dit gebied wordt door de provincie geen expliciete provinciale sturing gericht. Wel worden handreikingen gegeven ten aanzien van landbouw, landschap, recreatie en toerisme, functieverandering, verevening, nieuwe landgoederen en bossen.
Het plangebied is gelegen binnen het rode raamwerk.
Op de Beleidskaart ruimtelijke structuur is het plangebied gelegen binnen de aanduiding 'regionaal centrum' welke aan de stad Doetinchem is gegeven. In het streekplan is aangegeven dat Doetinchem zich mag profileren als een krachtige en aantrekkelijke stad op het gebied van wonen, werken en voorzieningen. Waarbij de aandacht uitgaat naar binnenstedelijke transformatieprocessen en uitbreidingen. Het centrum van Doetinchem is een kansrijk knooppunt door de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer. Het tegen het centrum gelegen bedrijventerrein Hamburgerbroek wordt omgevormd voor centrumfuncties en functies behorende bij een stationslocatie. Onderdeel hiervan is de herontwikkeling van het Vredesteinterrein. Onderhavig betreft een binnenstedelijke transformatie waarbij de ligging nabij het station voor de bereikbaarheid van de verschillende functies (bijvoorbeeld de school) van belang is.
Voor het overige staan in het Streekplan Gelderland 2005 geen specifieke ontwikkelingen beschreven voor het plangebied Vredestein. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het streekplan.
De nota Belvoir 3 is op 23 februari 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. Belvoir 3 is een vervolg op Belvoir 1 (draagvlak en besef) en Belvoir 2 (kaders). Belvoir 3 is volledig gericht op uitvoering van de in Belvoir 2 aangewezen Belvoirgebieden.
In de gemeente Doetinchem worden twee Belvoirgebieden onderscheiden:
Achterhoek rond het natte midden:
Huidige verschijningsvorm:
De Achterhoek is een bijzonder gebied dat bestaat uit afwisselend boerenland met dorpen en gehuchten. Het bestaat uit oost-west stromende riviertjes en beken, maar ook de Graafschap met zijn landgoederen, de IJsselstad Zutphen en veel over het land verspreide (voormalige) boerderijen. Vergeleken met de meeste andere Gelderse gebieden is het rustig, landelijk en nog sterk bepaald door de landbouw, vooral melkveeteelt. Door de vele lanen, houtwallen en bosjes is het een groen en tamelijk kleinschalig gebied.
Streefbeeld Achterhoek rond het natte midden 2016:
De Achterhoek rond het natte midden is herkenbaar als afwisselend boerenland met concentraties van landgoederen en het industrieel erfgoed van de ijzerindustrie. De kenmerkende lappendeken aan boerderijen, essen, bossen, gecombineerd met kleinschalig wonen en werken is alom beleefbaar. De landgoederen vormen een toegankelijke rijke structuur met veel natuur en cultuur. De monumenten van ijzerindustrie zijn herkenbaar en leven voort in nieuw functies.
Oude riviervlakte: Liemers:
Huidige verschijningsvorm:
De Liemers is aan de ene kant druk door de nabijheid van Arnhem en de vanaf Arnhem langs de A12 aaneengeschakelde woon- en werkgebieden van Westervoort en Zevenaar, maar aan de andere kant rustig en groen zoals in de Rijnstrangen. Dat het land door het (leven met het) rivierwater is gemaakt is overal merkbaar: dijkzones van Rijn en IJssel met uiterwaarden en steenfabrieken, het Pannerdensch Kanaal, tal van oude rivierarmen, vlak grasland doorsneden met sloten. Een afwijkend deel is Montferland dat als beboste hoogte in het rivierenlandschap ligt.
Streefbeeld de Liemers 2016:
De historische dimensie van de Rijnstrangen is in stand gehouden en in Montferland is de verbinding tussen historische bebouwing en landerijen versterkt. De Rijnstrangen zijn Gelders Erfgoed geworden als overblijfselen van tijden met wateroverlast. Kasteel Bergh samen met de landerijen zijn beschermd.
Doelstelling en uitvoering
De centrale doelstelling van de nota is het realiseren van betekenisvolle plekken en daarmee een duurzame leefomgeving. Met betekenisvolle plekken bedoelt de provincie wenselijke, zich onderscheidende, sociaal en economisch succesvolle plaatsen. In de nota worden drie opgaven geformuleerd om de doelstelling te behalen:
Voor realisatie is bij de nota is een interim-kader opgesteld over hoe de provincie de komende vier jaar (2009-2012) haar medeverantwoordelijkheid voor het Gelders archeologisch erfgoed wil invullen. Het interim-kader deelt Gelderland op in gebieden van groot provinciaal belang, de parels en gebieden van potentieel provinciaal belang, de ruwe diamanten. Voor de parels stuurt de provincie via samenwerking met de gebiedspartners op verantwoord onderzoek, behoud door ontwikkeling en bescherming. Voor de ruwe diamanten laat de provincie de verantwoordelijkheid voor archeologische onderzoek aan de gemeenten.
Afbeelding 2.2: Uitsnede plankaart Archeologisch beleidskader.
Het plangebied is niet gelegen in een van de parels of ruwe diamanten. Wel worden er vanuit cultuurhistorie door de gemeente verschillende waarden toegekend aan het plangebied. In paragraaf 4.3.3, wordt nader ingegaan op de aanwezige cultuurhistorie in het plangebied. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het beleidskader.