Artikel 21 Overgangsrecht
21.1 Overgangsregels bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en dat afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
-
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
-
b. na het te niet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
21.2 Afwijking
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig een afwijking van de bouwregels verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 21.1 met maximaal 10 %.
21.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar die zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling(en) van dat bestemmingsplan.
21.4 Overgangsrecht gebruik
-
a. het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan en dat hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
-
b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik als bedoeld in het eerste lid te veranderen of te laten veranderen in een ander met het plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
-
c. indien het gebruik als bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
-
d. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
21.5 Persoonsgebonden overgangsregels
Voor zover van toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.