direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Sportpark Zuid Sportweg - 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R12B013A-0008

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Mobiliteitsplan

Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het mobiliteitsplan vastgesteld. Het Mobiliteitsplan geeft de hoofdlijnen van het te voeren verkeers en vervoersbeleid van de gemeente Doetinchem weer. Het Mobiliteitsplan beschrijft de verkeers en vervoerssituatie tot 2020 en geeft aan welke maatregelen nodig zijn voor een goede bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. Voor het centrum en de industriegebieden ligt de prioriteit van het te voeren beleid bij een goede (auto)bereikbaarheid. Een vlotte doorstroming van het verkeer wordt nagestreefd alsmede het aanbieden van voldoende parkeervoorzieningen. Voor de wijken, de dorpen en het buitengebied ligt de prioriteit bij de veiligheid. Hier wordt vooral ingezet op het realiseren van grote verblijfsgebieden en een beperkt aantal verkeersgebieden.

Wijken voor verkeer
Voor eventueel nieuwe ontwikkelingen, herinrichtingen van wegen, et cetera in woonwijken geldt het in 2005 door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem vastgestelde document Wijken Voor Verkeer. Dit document is richtinggevend voor de volgende onderdelen: wegontwerp, gedragsbeïnvloeding, handhaving, parkeren, bewegwijzering, beheer en langzaam verkeer.

Ontsluiting
Vanuit de provincie Gelderland is de route Europaweg, Liemersweg, Energieweg en Keppelseweg een belangrijke regionale ontsluitingsroute. In 2009 is er door ons een verkenningsstudie uitgevoerd naar de verbreding van de Europaweg. In dit kader is ook gekeken naar de Liemersweg, Energieweg en Keppelseweg.


De ontsluiting op de Liemersweg is op dit moment op zaterdagen een probleem:

  • verkeer kan moeilijk het parkeerterrein verlaten;
  • fietsers kunnen de weg moeilijk oversteken.
  • op 'topdagen' wordt overlast ondervonden van parkeren in de tegenoverliggende woonwijk.

Door de komst van de ijsbaan en multifunctionele hal zal het aantal verkeersbewegingen toenemen. In paragraaf 4.3.4 wordt nader op de verkeersaspecten ingegaan.

Parkeren
Het beleid van de gemeente is erop gericht dat parkeren op eigen terrein opgelost moet worden. Voor parkeernormen dient uitgegaan van de meest recente CROW-publicatie, op dit moment publicatie 182. Voor een ijsbaan zijn geen normen opgenomen. In paragraaf 4.3.4 wordt verder ingegaan op het parkeren, waarbij op basis van (vergelijkbare) normen die gesteld zijn in de CROW-publicatie, een interpretatie gemaakt is voor de specifieke situatie en het aantal parkeerplaatsen wat nodig is aangegeven is.

2.4.2 Groenstructuurplan Doetinchem

Het Groenstructuurplan Doetinchem (1992) heeft als doel richting te geven aan de gewenste opbouw en ontwikkeling van het groen in de stad. De hoofddoelstelling van het groenbeleid is het in stand houden en realiseren van groenvoorzieningen die bijdragen aan het welzijn van de inwoners van de gemeente. De waarde van het groen wordt bepaald door de kwaliteit – gevormd door de structurerende betekenis, de functionele betekenis en beplantings- en onderhoudstechnische aspecten – en de kwantiteit (aantal vierkante meters per inwoner).

De beoogde locatie voor de ijsbaan en multifunctionele hal is gelegen in Sportpark Zuid. Het groenstructuurplan geeft aan dat dit gebied een functie zou moeten krijgen als park voor de stad. Inrichting en voorziening kunnen hier meer op afgestemd worden. Voor het gebied is aangegeven dat het gewenst is om het sportpark in te richten tot stadspark met behoud van de sportfunctie. De ijsbaan komt grotendeels op de huidige ijsbaan te liggen. Het gebied rondom de ijsbaan en de multifunctionele hal wordt qua groenstructuur dusdanig vormgegeven dat het aansluit bij de direct omliggende groenstructuren en daarmee onderdeel is van het sportpark. Het bestemmingsplan Sportpark Zuid Sportweg - 2011 past daarmee binnen de uitgangspunten van dit besluit.

2.4.3 Bomenbeleid en de nieuwe Bomenverordening

De bescherming, de herplant en het kappen van bomen is geregeld in de gemeentelijke bomenverordening. De beleidsregels voor toepassing van deze regelgeving zijn opgenomen in de notitie “Beleidsregels bomenverordening gemeente Doetinchem” (2006). Deze notitie bevat het beleid ten aanzien van de beoordeling kapaanvragen en belangenafweging, bijzondere bomen en de duurzame instandhouding en bescherming van bomen. Het bomenbeleid is in essentie gericht op het behoud van (toekomstig) waardevolle bomen en boomstructuren. In de vorm van een lijst met Bijzondere bomen en een boomstructuurplan zal hieraan uitwerking worden gegeven.

Bomen dragen in belangrijke mate bij aan de structuur, identiteit, belevingswaarde, ecologische waarde en gebruikswaarde van de (woon)omgeving en worden dan ook beschouwd als de belangrijkste groenelementen in de stedelijke omgeving. Hierbij geldt dat naarmate bomen ouder zijn de waarde voor de omgeving toeneemt. Om deze reden is het van belang in de bestaande situatie en bij nieuwe ontwikkelingen met zorg om te gaan met aspecten van beheer en inrichting van de boom en zijn groeiplaats.

Het beleid is niet van toepassing omdat er geen bijzondere bomen in het plangebied van bestemmingsplan Sportpark Zuid Sportweg - 2011 aanwezig zijn die beschermd dienen te worden.

2.4.4 Nota Cultuurhistorie: Doetinchem, Cultuurhistorierijk!

In de nota cultuurhistorie, "Doetinchem: Cultuurhistorierijk!", d.d. 25 november 2008, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.

De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:

  • Besef van en waardering voor het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Kennisvermeerdering over het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Visualisatie en exposure van het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Stimulering wisselwerking tussen cultuurhistorisch erfgoed, moderne stedenbouw en landschapsontwikkeling.

De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals het sterk gevarieerde landschap met haar karakteristieke boerderijen, de naoorlogse wijken en het industrieel erfgoed van detailhandel tot ware industrie. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.

Binnen de gemeente Doetinchem wordt gewerkt aan een inhaalslag op het gebied van informatie en kennis over de cultuurhistorie. Iedere ruimtelijke ontwikkeling moet benut worden om de kennisleemte verder aan te vullen. Daarnaast moet de reeds beschikbare kennis benut worden als belangrijk ingrediënt en inspiratiebron bij de betreffende ontwikkeling.

Ten behoeve van de ontwikkeling van het plangebied Sportpark Zuid Sportweg - 2011 is voor het gedeelte waar de ijs- en skeelerbaan gedacht is, inmiddels een archeologisch onderzoek uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek zijn opgenomen in paragraaf 4.3.3van dit bestemmingsplan.

2.4.5 Waterplan Doetinchem

De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Sinds de gemeentelijke herindeling (2005) is dit beleid ook van toepassing op het gebied van de voormalige gemeente Wehl.

Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen.

Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur en milieubelangen, inwoners en bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn Rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder.

Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het stedelijk gebied zijn de volgende gidsprincipes voor integraal waterbeheer van belang:

  • Het toepassen van de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren;
  • Water van schoon naar minder schoon laten stromen (geen afwenteling);
  • Met water de identiteit van een plek zichtbaar maken;
  • Een goede communicatie opzetten (intern en extern);
  • Water als mede-ordenend principe toepassen bij ruimtelijke plannen;
  • Samenwerken en afstemmen;
  • Balans in watersysteem en waterketen.

Door het toepassen van deze principes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem binnen de gemeentegrenzen, gecombineerd met een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water. Er is een goede samenwerking en afstemming tussen alle bij het waterbeheer betrokken partijen, en er vindt geen bestuurlijke, financiële of ruimtelijke afwenteling plaats. Dit is het algemene streefbeeld voor 2030.

In het waterplan wordt het algemene streefbeeld per functie en thema nader uitgewerkt. in paragraaf 4.3.2 wordt nader op het aspect water ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op het gestelde in het waterplan.

2.4.6 Lijnen op het veld, kadernota sportbeleid Doetinchem 2004 t/m 2007

De Kadernota Sportbeleid is door de raad vastgesteld op 23 oktober 2003. In deze nota stelt de gemeente Doetinchem zich onder meer tot doel actief bij te dragen aan voldoende aanbod van kwalitatief goede sportaccommodaties. De gemeente maakt daarbij onderscheid tussen basissportvoorzieningen, welke onder haar verantwoordelijkheid vallen, en particuliere niet-basis sportvoorzieningen.

Momenteel zijn er voldoende basis sportvoorzieningen beschikbaar in Doetinchem, maar ontwikkelingen in het ledental van verenigingen kunnen kwantitatieve aanpassingen noodzakelijk maken. Van invloed zijn het aantal inwoners, het aantal leerlingen, de sport behoefte per persoon en de sport keuze (populariteit van de sporten). In eerste instantie moet ondercapaciteit bij een sportvoorziening worden opgevangen door de overcapaciteit bij een andere. Dit speelt vooral bij voetbalverenigingen. Bij het bepalen van de kwantitatieve behoefte aan basis sportvoorzieningen dienen de normen van NOC NSF als uitgangspunt.

Voor wat betreft het gemeentelijke sportaccommodatiebeleid dient dit betrekking te hebben op alle voorzieningen in de stad die in een wezenlijke behoefte van de inwoners voorzien. Uitgangspunt hierbij is dat de gemeente de noodzakelijke randvoorwaarden schept voor de totstandkoming van accommodaties . Dit staat echter niet gelijk aan verantwoordelijkheid voor de realisatie. De gemeentelijke rol kan variëren van alleen planologische medewerking tot en met financiële verantwoordelijkheid voor realisatie en exploitatie.

Het bestemmingsplan Sportpark Zuid Sportweg - 2011 maakt de realisatie van een multifunctionele hal en de ijs- en skeelerbaan mogelijk. Het zijn beiden particuliere initiatieven. Voor de IJsbaan draagt de gemeente bij in de realisatiekosten. Voor de multifunctionele hal stelt de gemeente zich garant voor een lening. Maar initiatiefnemers zijn zelf verantwoordelijk voor de aanleg en exploitatie.