direct naar inhoud van 5.3 Toelichting op de regels
Plan: Koksgoedweg bij 1 - 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R50B218A-0004

5.3 Toelichting op de regels

De regels bestaan uit de volgende onderdelen:

  • hoofdstuk I: Inleidende regels;
  • hoofdstuk II: Bestemmingsregels;
  • hoofdstuk III: Algemene regels;
  • hoofdstuk IV: Overgangs- en slotregels.
5.3.1 Inleidende regels

De inleidende regels omvatten de in de planregels gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (artikel 1) en de wijze van meten (artikel 2).

5.3.2 Bestemmingsregels

In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elke bestemmingsregel is, overeenkomstig RO-Standaarden 2008, waaronder de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008), in beginsel opgebouwd uit:

  • een bestemmingsomschrijving: een omschrijving van de doeleinden waarvoor de gronden zijn bestemd en de toegelaten bijbehorende bebouwing;
  • de bouwregels: deze bevatten de voorgeschreven maatvoering van de bouwwerken;
  • nadere eisen;
  • afwijken van de bouwregels;
  • specifieke gebruiksregels;
  • afwijken van de gebruiksregels;
  • omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden;
  • wijzigingsbevoegdheid.
5.3.2.1 Tuin

De gronden met de bestemming Tuin maken juridisch en feitelijk deel uit van het bouwperceel waarop woning is gesitueerd. In de bestemmingsomschrijving is daartoe een koppeling aangebracht met de bestemming Wonen.

De bestemming Tuin is toegekend aan de gronden aan de voorzijde van en tot één meter achter de naar de weg gekeerde bouwgrens van het bouwvlak waarbinnen de woning mag worden gebouwd. Vanwege het behoud van het straatbeeld en het zicht op de woning is binnen deze bestemming alleen een beperkte bebouwingsregeling opgenomen voor het bouwen van vlaggenmasten, speeltoestellen, en dergelijke. In principe zijn gebouwen op deze gronden dan ook niet toegestaan. Alleen middels afwijken van de regels is het mogelijk een erker, toegangspartij en overkapping voor de voorgevel van een woning te realiseren.

5.3.2.2 Wonen

De bestemming Wonen omvat de grond waarop de woning en bijbehorende bouwwerken zijn toegelaten.

Het hoofdgebouw moet binnen het bouwvlak worden gebouwd. Het bouwvlak is 15 meter breed en 10 meter diep. De maximaal toegestane goothoogte en de maximaal toegestane bouwhoogte van gebouwen zijn in een maatvoeringssymbool op de kaart opgenomen. Deze sluit aan op de gehanteerde hoogtes in de rest van Heideslag. Via het afwijken van de bouwregels is het mogelijk om af te wijken van de bestaande goot- en bouwhoogte.

Bijgebouwen zijn toegestaan binnen het bestemmingsvlak Wonen en het daarin gelegen bouwvlak. Zij dienen op minimaal één meter achter de voorgevel van de woning te worden gebouwd. Deze afstand sluit aan op de regelgeving voortkomend uit de Wabo en past in de stedenbouwkundige opzet van de wijk. Brede gevelaanzichten worden zo voorkomen. Overdekte zwembaden (binnenbaden) zijn aan te merken als gebouwen. Op binnenbaden zijn daarom de bouwregels voor (bij)gebouwen van toepassing.

Voor het bouwen van een overkapping en de afstand van een bijgebouw tot de achterste perceelsgrens kan onder bepaalde voorwaarden een afwijking van het in het bestemmingsplan bepaalde worden verleend.

Op gronden met de bestemming Wonen is onder voorwaarden de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf dan wel een vrij beroep direct toegestaan. Voorwaarde daarvoor is dat de woonfunctie in alle gevallen de hoofdfunctie binnen de bestemming blijft. In beperkte mate mag bij de uitoefening van een aan huis gebonden beroep of bedrijf ook detailhandel plaatsvinden. Overige detailhandel is binnen de bestemming Wonen nadrukkelijk uitgesloten.

Voor het kunnen geven van mantelzorg is voor het bouwen van een tijdelijke woonunit en het gebruik van een bijbehorend bouwwerk een regeling opgenomen dit dit onder voorwaarden mogelijk maakt. Kern van de regeling is dat de mantelzorg tijdelijk moet zijn. Als de zorgbehoefte niet meer aanwezig is, moet de woonunit verwijderd worden of het bouwwerk waarin de unit gerealiseerd is teruggebracht worden in oude staat.

5.3.2.3 Waarde - Archeologie

Ter bescherming van de archeologische waarden in het gebied is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen. Zoals in paragraaf 4.10 is aangegeven, wordt op basis van de afronding van het archeologisch onderzoek voor de omgeving van het plangebied duidelijk of voor het plangebied nog archeologisch onderzoek nodig is. De verwachting is dat onderzoek niet nodig is. Om die reden is nu nog geen onderzoek uitgevoerd en is de bestemming Waarde - Archeologie opgenomen.

In de bestemming zijn bouwregels opgenomen, welke vóór gaan op de andere bestemmingen. Als voldaan wordt aan gestelde voorwaarden is het mogelijk te bouwen overeenkomstig de andere bestemming(en).

Ook is een omgevingsvergunningstelsel voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden opgenomen ter bescherming van de archeologische waarden, waarbij uitzonderingen van deze vergunning zijn opgenomen. Als aan één van deze voorwaarden voldaan wordt, is geen omgevingsvergunning nodig.

5.3.3 Algemene regels

De algemene of aanvullende regels tenslotte vormen een set algemene regels die op alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. De algemene regels bestaan onder meer uit afwijkings- en wijzigingsbepalingen.

De algemene gebruiksregel luidt dat het verboden is om gronden en opstallen te gebruiken in strijd met de bestemming. Gebruik ten behoeve van de realisering en/of handhaving van de bestemming of het normale onderhoud van de gronden en/of bouwwerken wordt toegelaten.

De algemene afwijkingsregels voorzien in de mogelijkheid om op ondergeschikte onderdelen af te wijken van de regels van het bestemmingsplan. De in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid laat meer ingrijpende afwijkingen toe en wordt daarom gekoppeld aan een zwaardere procedure dan die voor het verlenen van een afwijking van de bouw- en gebruiksregels.

5.3.4 Overgangs- en slotregels

In de loop van de tijd kan het gebruik van gronden of bouwwerken gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld in hoeverre deze afwijkingen positief bestemd worden.

De naam van het plan wordt in de slotregel aangehaald.