Plan: | RBT 2009, gedeeltelijke herziening externe veiligheid |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R52B003A-0003 |
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en daarbij behorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en voorzieningen.
Op de in 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming 'Agrarisch' worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, op gronden met de bestemming 'Agrarisch', gelden de navolgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in 3.2, nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.1 ten behoeve van het bouwen van niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals schuilplaatsen en voederbergingen, niet behorende bij een bedrijfsmatig uitgeoefend (agrarisch) bedrijf, onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder b ten behoeve van het bouwen van erf- of terreinafscheidingen tot een hoogte van 2 m, onder voorwaarden dat:
Onverminderd het bepaalde in Artikel 15 'Algemene gebruiksregels' is het verboden de gronden met de bestemming 'Agrarisch' te gebruiken in strijd met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van: