Plan: | De Pas 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R06B077A-0004 |
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Bedrijf' worden gebouwd.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken (bijgebouwen inclusief overkappingen) op gronden met de bestemming 'Bedrijf' gelden de navolgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde op gronden met de bestemming 'Bedrijf' gelden de navolgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.2, op gronden met de bestemming 'Bedrijf' nadere eisen stellen met betrekking tot:
onder voorwaarde dat de nadere eisen niet op onevenredige wijze aan een doelmatig gebruik van gronden en bouwwerken in de weg staan.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 sub a voor het toestaan van het bouwen van gebouwen en bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 sub a voor het toestaan van het bouwen van bijbehorende bouwwerken in de vorm van entreepartijen voor bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak, onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 sub a voor het toestaan van het bevestigen van een bouwwerk geen gebouw zijnde in de vorm van een luifel aan een hoofdgebouw, onder voorwaarden dat:
De uitoefening van een vrij beroep en/of een bedrijf of beroep aan huis in een bedrijfswoning op gronden met de bestemming 'Bedrijf' is toegestaan mits voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 10.5.2.
In geval van uitbreiding en/of herontwikkeling moet worden voorzien in voldoende parkeerplaatsen onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 sub a voor het toestaan van een ander bedrijf met bijbehorende bedrijfsactiviteiten dan een garagebedrijf, onder voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen bij bedrijfsbeeindiging, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen' en/of in de bestemming 'Tuin', onder voorwaarden dat: