direct naar inhoud van 4.3 Akoestiek
Plan: Saronixterrein e.o. - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R36B025A-0003

4.3 Akoestiek

4.3.1 Wegverkeerslawaai

Wegverkeer kan overlast bij woningen of geluidsgevoelige functies veroorzaken. In de Wet geluidhinder zijn daarom geluidsnormen en voorkeursgrenswaarden opgenomen.

Er is van rechtswege een zone gelegen langs iedere weg, met uitzondering van woonerven en 30 km gebieden. Voor alle woningen en geluidgevoelige bestemmingen die binnen de zone van die weg liggen, moet de geluidbelasting als gevolg van verkeerslawaai berekend worden.

In opdracht van Goldewijk Projectontwikkeling is door Ecoparte het Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai (zie Bijlage 4) gedaan. Het rapport dateert van 30 juni 2011. In dit rapport staan de volgende conclusies en aanbevelingen.

Te verwachten geluidsbelasting Wet geluidhinder

De te verwachten geluidsbelastingen (L-den) vanwege het wegverkeer op gezoneerde wegen (Keppelseweg en Energieweg: 50 km/uur wegen) op de gevels van de geprojecteerde woningen/ appartementen bedraagt maximaal 60 dB. Hierin is de 5 dB aftrek ex. artikel 110-g Wet geluidshinder voor wegen waarop de snelheid van lichte voertuigen minder dan 70 km/uur bedraagt reeds verdisconteerd. De geluidsbelastingen liggen voor de geprojecteerde woningen/ appartementen langs de Keppelseweg (geprojecteerd bouwplannummer 1-11, 13 en 15) ten gevolge van de Keppelseweg derhalve boven de wettelijke toegestane voorkeursgrenswaarde van 48 dB.

Aanbevelingen

Omdat de geprojecteerde woningen/ appartementen 12, 14, 17-19 van het plan Heelweg/ Saronixterrein, de maximale gevelbelastingen niet voldoen aan het gestelde in artikel 82 van de Wet geluidhinder, is nagegaan in hoeverre het verkeerslawaai middels bron- of overdrachtsmaatregelen kan worden verminderd. Er zijn twee maatregelen die de geluidsbelasting op de gevels van de betrokken woningen kunnen terug brengen: maatregelen aan de bron (de weg) en maatregelen in het overgangsgebied. Beide maatregelen zijn bezwaarlijk vanuit stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard. Vandaar dat een hogere grenswaarde procedure moet worden doorlopen. Deze procedure loopt gelijktijdig met de bestemmingsplanprocedure. Een en ander conform het gestelde in artikel 83 van de Wet geluidhinder. Hiervan kan op grond van het gestelde in artikel 83, lid 2, van de Wet geluidhinder gebruik worden gemaakt, aangezien er sprake is van nog niet geprojecteerde woningen of wooneenheden welke zijn gelegen binnen de bebouwde kom.

Te treffen voorzieningen

Er dienen gezien de uitkomsten van het onderzoek ten gevolge van het wegverkeer op de Keppelseweg voor enkele geprojecteerde woningen/ appartementen akoestische voorzieningen te worden getroffen om te kunnen voldoen aan de in het kader van het Bouwbesluit gestelde grenswaarden. Voor de dimensionering van deze voorzieningen is aanvullend onderzoek noodzakelijk. In dit onderzoek dienen de maatregelen die noodzakelijk zijn aan de onderhavige gevels om een maximaal binnenniveau van 33 dB -exclusief aftrek tijdelijke reductie op grond van het gestelde in artikel 110-g Wet geluidhinder- niet te boven te gaan. Deze voorzieningen dienen in de aanvraag om een bouwvergunning te worden meegenomen en onderbouwd. Bij dit onderzoek dient te worden uitgegaan van cumulatieve gevelbelastingen.

4.3.2 Industrielawaai/bedrijfszonering

In opdracht van de gemeente Doetinchem – en in intensief (voor)overleg met het bedrijf - is onderzocht welke geluidbelasting ontstaat op de omgeving van het bedrijf Kort hout- en bouwmaterialen aan het Zaagmolenpad 8 te Doetinchem, zie Bijlage 5. Het bedrijf produceert houtproducten en beschikt daartoe over een productie-afdeling met houtbewerkingsmachines, kantoorruimte en opslagruimte.

Om een indruk te krijgen van de geluidemissie van het bedrijf zijn op 16 december 2010 geluidmetingen verricht in en rond de inrichting. De geluidbelasting op de omgeving is vervolgens bepaald met een rekenmodel. Het onderzoek is uitgevoerd conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai (VROM, 1999, methode II.2, II.3, II.7 en II.8).

Conclusie

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R36B025A-0003_0005.jpg"

Figuur 7 kaart geluidszone

Uit het bovenstaande onderzoek en kaart kan worden geconcludeerd dat het bedrijf aan het Zaagmolenpad 8 geen geluidsinvloeden heeft op het Saronixterrein. Bij de ontwikkelingen op dit terrein dienen dan ook geen extra maatregelen betreffende geluid te worden genomen.

4.3.3 Supermarkt

In opdracht van IJsselhof Vastgoed bv heeft Aveco de Bondt een akoestisch onderzoek (Bijlage 6) uitgevoerd voor een bouwkundige ontwikkeling op een locatie aan de Keppelseweg te Doetinchem. De ontwikkeling omvat de bouw van één of twee supermarkten, negen bovenwoningen (appartementen), een parkeerplaats met 116 plaatsen voor bewoners en winkelend publiek. Het project zal gerealiseerd worden op de hoek van de Keppelseweg en de IJsselstraat. Voor de te realiseren supermarkt is, in het kader van de beoordeling van een goede ruimtelijke ordening, de geluidemissie van directe en indirecte hinder als gevolg van de verkeersaantrekkende werking bepaald ter plaatse van nieuwe en bestaande woningen.

Voor de te realiseren supermarkt met bovenwoningen, Keppelseweg te Doetinchem, is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. In het onderzoek is de geluidemissie van de verkeersaantrekkende werking van het plan beoordeeld.


Op basis van het onderhavige onderzoek kan geconcludeerd worden dat:

  • De geluidemissie van de supermarkt inpasbaar is binnen haar omgeving. In de verdere uitwerking van het plan dient wel rekening gehouden te worden met de geluidemissie van de supermarkt zelf, dit vooral voor de nieuwe grondgebonden woningen en bestaande woningen aan de IJsselstraat. Dit betekent dat eventuele geluidsbronnen, zoals condensors en dergelijke, geen substantiële bijdrage mogen leveren aan de hoogte van de langtijdgemiddeld beoordelingsniveaus ten gevolge van de directe hinder.
  • De gemeente wordt verzocht om voor een aantal toetspunten (woningen) voor de directe hinder een hogere grenswaarde tot maximaal 55 dB(A) te vergunnen. Hiervoor is in de vergunningensfeer een maatwerkvoorschrift noodzakelijk. Voorwaarde hierbij moet dan wel zijn dat de geluidsbelasting in verblijfsruimten achter de bewuste gevels, ten gevolge van de directe hinder, niet hoger is dan 35 dB(A). Dit impliceert een geluidwering van de betreffende gevels van minimaal 55 – 35 = 20 dB(A). Uit eigen metingen en ook uit literatuur is bekend dat deze geluidwering bij een kwalitatief redelijke en gangbare gevelconstructie gehaald zal worden.
  • De geluidsbelasting vanwege indirecte hinder (de verkeersaantrekkende werking van de supermarkt) op bestaande en te realiseren woningen voldoet aan de richtwaarde conform de Circulaire ‘Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer’ van 29 februari 1996.
  • De gecumuleerde geluidsbelasting vanwege de verkeersaantrekkende werking van het plan en de al aanwezige geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai niet leidt tot dusdanige geluidsbelastingen dat het binnenniveau van omliggende woningen in het geding komt.
  • Hoewel geluidsbelastingen worden aangevraagd, die hoger zijn dan de richtwaarde uit het
    Activiteitenbesluit, is de ontwikkeling inpasbaar in de omgeving, omdat het vereiste geluidsniveau in verblijfsruimten van geluidsgevoelige bestemmingen gerealiseerd kan worden.
  • De rechterkopgevel van het nieuwbouwblok 113 langs de IJsselstraat (zie bijlage 2) moet doof worden uitgevoerd, zodat de geluidsbelastingen op deze gevel niet getoetst behoeven te worden.