direct naar inhoud van 4.3 Akoestiek
Plan: Wehl 2008 Didamseweg 30
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R50H223A-0002

4.3 Akoestiek

4.3.1 Wettelijke kaders

De Wet geluidhinder (Wgh) bevat geluidnormen en richtlijnen over de toelaatbaarheid van geluidniveaus als gevolg van rail- en wegverkeerslawaai en industrielawaai. De Wgh geeft aan dat een akoestisch onderzoek moet worden uitgevoerd bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan of het nemen van een projectbesluit indien het plan een geluidgevoelig object mogelijk maakt binnen een geluidszone van een bestaande geluidsbron of indien het plan een nieuwe geluidsbron mogelijk maakt. Het akoestisch onderzoek moet uitwijzen of de wettelijke voorkeursgrenswaarde bij geluidgevoelige objecten wordt overschreden en zo ja, welke maatregelen nodig zijn om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen.

Dit bestemmingsplan voorziet in de kaders voor de planologische afsplitsing van de bestaande bedrijfswoning en realisatie van een woonzorgerf. Op basis van de Wgh worden de woonzorgeenheden beschouwd als geluidsgevoelige objecten.

In de nabijheid van het plangebied is geen sprake van een spoorrail waardoor dit aspect buiten beschouwing kan blijven.

Wel zijn de aspecten wegverkeerslawaai en industrielawaai van toepassing aangezien er geluidsgevoelige objecten binnen de wettelijke zone van wegen en bedrijf 'Wildkamp' worden gerealiseerd. In verband hiermee heeft Buijvoets bouw- en geluidsadvisering akoestisch onderzoeken uitgevoerd. De resultaten van deze onderzoeken worden in de volgende subparagrafen behandeld. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar Bijlage 3 (wegverkeerslawaai) en Bijlage 4 (industrielawaai) van deze toelichting.

4.3.2 Wegverkeerslawaai

De geluidbelasting is in alle punten lager dan de voorkeursgrenswaarde, uitgezonderd de noordgevel van één woonblok op de verdieping. De maximaal hogere grenswaarde van 53 dB wordt niet overschreden. Er zijn 2 opties:

  • a. er wordt een hogere grenswaarde aangevraagd van 49 dB m.b.t. geluid van de N-813;
  • b. de gevel op de verdieping wordt uitgevoerd als een zgn "dove gevel".


Gekozen is om een hogere grenswaarde aan te vragen. Hogere waarden worden alleen verleend bij ruimtelijke ontwikkelingen die voldoen aan zogenaamde ontheffingscriteria.

  • De Wet geeft een aantal hoofdcriteria (overwegingen) voor het mogen toepassen van de hogere waarde, er moet onderzoek gedaan zijn waaruit blijkt dat de hogere waarde noodzakelijk is om het plan mogelijk te maken;
  • Uit het onderzoek moet blijken dat maatregelen (bronmaatregelen ,overdrachtsmaatregelen en/of maatregelen bij de ontvanger) om te voldoen aan voorkeursgrenswaarde niet doeltreffend zijn (bezwarenstedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard).


De maatregelen die voor de woningen getroffen dienen te worden om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen, ontmoeten overwegende bezwaren van stedebouwkundige, landschappelijke of financiële aard.

De gemeente Doetinchem heeft het beleid t.a.v. de voorkeursgrenswaarden voor wegen met een wettelijke geluidszone en de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting opgenomen in een notitie (2008). De gemeente volgt de oude ontheffingscriteria zoals deze zijn beschreven in het "Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen", laatstelijk gewijzigd op 21 april 1989. De voorwaarden waaronder een "hogere waarde" kan worden verleend zijn als volgt :

Artikel 83 lid 1 Wgh kan alleen worden toegepast als maatregelen om de geluidbelasting tot 48 dB te beperken onvoldoende doeltreffend zijn dan wel "overwegende bezwaren" ontmoeten van stedebouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard; en verder alleen in de volgende gevallen, waarin nog niet geprojecteerde woningen buitenstedelijk gebied binnen de bebouwde kom dan wel in stedelijk gebied, die:

  • I. in een dorps- of stadsvernieuwingsplan worden opgenomen, of
  • II. door de gekozen situering of bouwvorm een doelmatige akoestische afschermende functie gaan vervullen voor andere woningen, in aantal tenminste de helft van het aantal woningen waaraan de afschermende functie wordt toegekend, of
  • III. ter plaatse dringend noodzakelijk zijn om redenen van grond- of bedrijfsgebondenheid, of
  • IV. door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing opvullen, of
  • V. ter plaatse gesitueerd worden als vervanging van bestaande bebouwing.


De ontheffingsgrond in de onderhavige situatie is: door de gekozen situering een open plaats tussen aanwezige bebouwing op te vullen.

In alle gevallen waarin ontheffing wordt verleend, worden eisen gesteld aan het binnenniveau en de indeling van een woongebouw. Aan de voorwaarde dat moet worden gestreefd dat er tenminste één geluidluwe gevel aanwezig is, wordt voldaan. De binnenwaarde, waaraan moeten worden voldaan, bedraagt 33 dB.

Nadat het definitieve ontwerp gereed is kunnen de noodzakelijke geluidwerende maatregelen aan de gevels worden vastgesteld. Gelijktijdig met het opstarten van de procedure van het bestemmingsplan wordt tevens de procedure voor de hogere grenswaarde doorlopen.

4.3.3 Industrielawaai

Er is een akoestisch onderzoek ingesteld naar de geluidbelasting door industrielawaai (De Wildkamp) op de gevels van het geplande woonzorgcomplex. In 2008 is door bureau Westrenen in opdracht van de Wildkamp een akoestisch onderzoek ingesteld naar de geluidemissie van het bedrijf in het kader van een melding voor het Activiteitenbesluit.

Het onderhavige bouwplan ligt binnen de hindercirkel van de Wildkamp zodat ook toetsing van de geluidbelasting noodzakelijk is. Daarvoor is het onderzoek van Westrenen als basis gebruikt. De uitgangspunten zijn nog actueel omdat bij de gemeente geen nieuwe melding is ingediend.

De geluidbelasting bij de geplande gebouwen is berekend d.m.v. een rekenmodel (vlgs HMRI-1999, Geomilieu V2.02) met de brongegevens uit het onderzoek van Westrenen cq Ecopart. Getoetst is aan de normen van het Activiteitenbesluit (LArLT = 50 dBA etmaalwaarde, LAmax = 70/65/60 dBA in de dag/avond/nacht).

Uit de berekeningen is gebleken dat zonder afscherming de geluidbelasting op de gevel van het bouwplan hoger is dan de norm. Uit diverse schermvarianten is uiteindelijk gekozen voor een “groen” scherm met een hoogte van 3 m. Uit de berekeningen van de geluidcontouren op een maatgevende waarneemhoogte van 4.5 m blijkt dat precies aan de norm wordt voldaan. Door Wildkamp is gevraagd wat de gevolgen zijn voor de geluidbelasting bij een eventuele uitbreiding met 12.5 m in westelijke richting. Hiertoe is het rekenmodel aangepast en zijn de bronnen op het terrein herverdeeld bij gelijke bronsterktes en bedrijfstijden. Uit de berekeningen is gebleken dat ook bij een eventuele uitbreiding wordt voldaan aan de norm. Het akoestisch onderzoek is als bijlage opgenomen

De maximale bronvermogens-niveaus van een geluidbron (bijv. tijdens het remmen/optrekken van een voertuig of laden/lossen) kunnen hoger zijn dan de gemiddelde bronvermogensniveaus. Gebleken is dat onder de genoemde uitgangspunten, waarvoor door Wildkamp een melding is gedaan, kan op de gevels van de geplande gebouwen aan de norm worden voldaan. De belasting LAmax bedraagt 75 dBA bij de bestaande woning (punt 3) maar hoeft overdag niet te worden getoetst, dat geldt nu ook.

Het bouwplan vormt geen beperking voor de Wildkamp en er is bij de geplande gebouwen sprake van een goed woon- en leefklimaat. Een eventuele uitbreiding in westelijke richting heeft geen negatieve consequenties, ook dan kan aan de normen worden voldaan.

De verplichting tot plaatsen van het geluidscherm is opgenomen in zowel het beplantingsplan als in de anterieure overeenkomst.