Plan: | Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R04B104A-0002 |
Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het mobiliteitsplan vastgesteld.
Het Mobiliteitsplan schetst vanuit ruimtelijk-economisch-perspectief de opgaven voor het mobiliteitsbeleid op korte en middellange termijn. Aan de hand van een analyse van ontwikkelingen en knelpunten zijn vervolgens de concrete problemen en oplossingsrichtingen geformuleerd. Dit leidt tot een integraal pakket van bereikbaarheidsmaatregelen gericht op de auto, het openbaar vervoer , het langzame verkeer en een visie op de wegen en fietsstructuur. Parkeerbeleid is daarvan integraal onderdeel. Vervolgens wordt aangegeven hoe randvoorwaarden van leefbaarheid en veiligheid worden gewaarborgd. In het Mobiliteitsplan is ook aandacht voor de financiële consequenties en mogelijkheden en de wijze waarop de mobiliteit duurzaam wordt gemonitord.
Voor het Centrum en de industriegebieden van Doetinchem is gekozen voor een extra accent op bereikbaarheid. Voor leefbaarheid en verkeersveiligheid geldt daar het minimumniveau. Voor de wijken, dorpen en het buitengebied is gekozen voor een extra accent op verkeersveiligheid. Voor bereikbaarheid en leefbaarheid geldt daar het minimumniveau.
De stadsvisie 'Het besef van Doetinchem' (2000) staat voor een duidelijk beleidsevenwicht op sociaal, economisch en fysiek gebied en beschrijft op hoofdlijnen hoe Doetinchem er over 10 jaar uit zal zien. De stadsvisie brengt lopende plannen en projecten bij elkaar en geeft een aanzet voor nieuwe plannen. Op basis van de sterke en de zwakke punten van Doetinchem zijn de ambities geformuleerd welke als grove kaders voor de beleidsformulering van de aankomende 10 à 15 jaar worden gehanteerd. De ambities zijn verdeeld in vier hoofdambities:
De ambities zijn in de stadsvisie uitgewerkt in een concreet beleidsprogramma. Voor het onderhavige plangebied Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012 zijn in de stadsvisie geen concrete ontwikkelingen opgenomen. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van dit beleid.
Het Groenstructuurplan Doetinchem (1992) heeft als doel richting te geven aan de gewenste opbouw en ontwikkeling van het groen in de stad. De hoofddoelstelling van het groenbeleid is het in stand houden en realiseren van groenvoorzieningen die bijdragen aan het welzijn van de inwoners van de gemeente. De waarde van het groen wordt bepaald door de kwaliteit – gevormd door de structurerende betekenis, de functionele betekenis en beplantings- en onderhoudstechnische aspecten – en de kwantiteit (aantal vierkante meters per inwoner).
De groenstructuur in het plangebied Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012 bestaat uit een dunne groenstrook langs de Bedrijvenweg. Voor het bestemmingsplan Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012 zijn in het groenstructuurplan geen concrete ontwikkelingen opgenomen. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van dit beleid.
De bescherming, de herplant en het kappen van bomen is geregeld in de gemeentelijke bomenverordening. De beleidsregels voor toepassing van deze regelgeving zijn opgenomen in de notitie “Beleidsregels bomenverordening gemeente Doetinchem” (2006). Deze notitie bevat het beleid ten aanzien van de beoordeling kapaanvragen en belangenafweging, bijzondere bomen en de duurzame instandhouding en bescherming van bomen. Het bomenbeleid is in essentie gericht op het behoud van (toekomstig) waardevolle bomen en boomstructuren. In de vorm van een lijst met Bijzondere bomen (moet nog vastgesteld worden) en een boomstructuurplan (planning 2010/2011) zal hieraan uitwerking worden gegeven.
Bomen dragen in belangrijke mate bij aan de structuur, identiteit, belevingswaarde, ecologische waarde en gebruikswaarde van de (woon)omgeving en worden dan ook beschouwd als de belangrijkste groenelementen in de stedelijke omgeving. Hierbij geldt dat naarmate bomen ouder zijn de waarde voor de omgeving toeneemt. Om deze reden is het van belang in de bestaande situatie en bij nieuwe ontwikkelingen met zorg om te gaan met aspecten van beheer en inrichting van de boom en zijn groeiplaats. Het onderhavige bestemmingsplan Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012 sluit daarmee aan op dit beleid.
In de cultuurnota Dossier Cultuur 2003, d.d. 18 december 2003, zijn de ambities vastgelegd om het culturele klimaat in Doetinchem te versterken. De ambities hebben als doel richting te geven aan het bestaande beleid en het schetsen van een lange termijn perspectief voor cultuurbeleid.
Doetinchem vervult een centrumfunctie voor de regio. Een aantrekkelijk cultureel klimaat is daarbij belangrijk. Binnen de rode draden van de stadsvisie “Het Besef van Doetinchem” heeft de cultuurnota enkele beleidsvoornemens:
De ontwikkeling van het plangebied Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012, sluit aan op hetgeen is opgenomen in de cultuurnota Dossier Cultuur 2003.
Met de detailhandelsnota 'Perspectief detailhandel Doetinchem', d.d. 27 november 2006 beoogt de gemeente de bestaande detaihandelsstructuur te versterken. Daarnaast wil zij optimaal inspelen op de wensen van de consument en trends en ontwikkelingen en een kader bieden om toekomstige plannen voor detailhandel goed onderbouwd te beoordelen.
De detailhandelsnota heeft een tijdshorizon van 10 jaar voor het beleid op hoofdlijnen en een termijn van vijf jaar gericht op specifieke deelgebieden.
De structuur van het winkelaanbod in Doetinchem is vrij hiërarchisch.
Verspreid over Doetinchem buurt- en wijkwinkelcentra t.b.v. de dagelijkse verzorging.
Structuur Detailhandel Doetinchem
De ontwikkelingsrichting voor de verschillende winkelgebieden is:
De ontwikkeling van het plangebied Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012, sluit aan op hetgeen is opgenomen in de detailhandelsnota.
Op 7 februari 2008 is door de raad van de gemeente Doetinchem de kantorennota "Ruimte voor kantoren in Doetinchem" vastgesteld. Een van de uitgangspunten voor de gemeente Doetinchem is de versterking van de centrumfunctie voor kantoren in de regio Achterhoek. Binnen de regio vormt Doetinchem een concentratie aan economische activiteiten. Kantoren maken hier onderdeel van uit. Van belang is om zo optimaal mogelijk in te spelen op trends en ontwikkelingen en de behoefte van ondernemers aan kantoren.
Het aanbieden van voldoende kantorenlocaties van de juiste kwaliteit op de juiste plek is een van de middelen die de gemeentelijke overheid ten dienste staan om de lokale economie te stimuleren. Andere middelen zijn het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat door het zorgen voor een goede bereikbaarheid, het bieden van een goede omgevingskwaliteit en het aanbieden van aantrekkelijke woon- en werkmilieus. Het aanbieden van kantorenlocaties is onderhevig aan trends en ontwikkelingen. In de nota wordt een opsomming gegeven van deze trends en ontwikkelingen op zowel nationaal als regionaal niveau, voor zowel vraag als aanbod.
In het ruimtelijk scenario voor kantoorontwikkeling is gekozen voor het scenario 'Gematigde spreiding'. In dit scenario vinden groot- en kleinschalige kantoorontwikkeling in Hamburgerbroek-Zuid en langs de Terborgseweg/Koopmanslaan richting de A18 plaats. Zeer beperkte kantoorontwikkeling is voorzien voor het Ei en de Schil en in woonwijken. Een gemengde functie met kantoorruimte is mogelijk op specifieke toegangswegen naar de stad: de Bedrijvenweg, deel Verheulsweide. Hier ziet de gemeente toe op een uitmuntende stedenbouwkundige vormgeving, aangezien de bedrijven aan deze weg bijdragen aan de entreefunctie van de stad. Overige gemengde kantoorfuncties, ook van kleinschaliger aard, worden mogelijk in Hamburgerbroek-Zuid op het Vredesteinterrein.
Op bedrijventerreinen worden geen nieuwe kantorenclusters voorzien, noch worden 100% kantoren toegestaan. Voor kantoorontwikkeling op bedrijventerreinen geldt het volgende principe: van het te realiseren brutovloeroppervlak aan bedrijfsruimte mag in dit geval per bouwperceel maximaal 50% gebruikt worden voor kantoorruimte, mits de kantoorruimte zowel fysiek als procesmatig is gekoppeld aan de bedrijfsruimte.
Kavel 1 is specifiek bestemd voor de nieuw vestiging van kantoren. De ontwikkeling van het plangebied Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012, sluit aan op hetgeen is opgenomen in de kantorennota.
In de nota cultuurhistorie, Doetinchem Cultuurhistorierijk, d.d. 25 september 2008, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.
De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:
De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals landschap, wonen en werken, etc., welke de komende jaren een leidraad moeten vormen voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.
Binnen de gemeente Doetinchem wordt gewerkt aan een inhaalslag op het gebied van informatie en kennis over de cultuurhistorie. Iedere ruimtelijke ontwikkeling moet benut worden om de kennisleemte verder aan te vullen. Daarnaast moet de reeds beschikbare kennis benut worden als belangrijk ingrediënt en inspiratiebron bij de betreffende ontwikkeling.
De gemeente heeft inmiddels veel informatie beschikbaar over de archeologie, de naoorlogse wijken, het industrieel erfgoed, het centrum van Doetinchem, het landelijk gebied en enkele kleinere onderzoeksitems. Uit alle onderzoeken zijn aanbevelingen naar voren gekomen voor behoud en ontwikkeling van bepaalde panden of structuren, onder en boven de grond.
Voor sommige panden heeft dat een bescherming opgeleverd als gemeentelijk monument. Voor anderen loopt die procedure of volgt die nog. Daarnaast zijn er panden die net niet in aanmerking komen voor de monumentale status, maar wel bescherming verdienen tegen sloop. Dit gebeurt of door de aanwijzing als beeldbepalend pand of karakteristieke boerderij, als voortvloeisel uit de Erfgoedverordening. Of door de bescherming met en regeling in het bestemmingsplan. Zo krijgen de te beschermen waarden een status.
Dan resteren de cultuurhistorische waarden die bij een ontwikkeling mede moeten bepalen als inspiratiebron of sturend ingrediënt. In de lijn van de structuurvisie “Doetinchem: Cultuurhistorierijk!” is het noodzakelijk dat in ieder bestemmingsplan of ruimtelijke onderbouwing wordt aangetoond met welk onderzoek er is gewerkt. Waar nodig is dit verder onderbouwd met een aanvullend onderzoek. Uit de ruimtelijke onderbouwing moet blijken hoe de resultaten hebben bijgedragen of onderdeel hebben uitgemaakt van de ontwikkeling.
De parkeernota Kwaliteitsimpuls Parkeren Doetinchem, vastgesteld door de raad op 25 september 2008, omvat een toekomstgerichte uitwerking van de beleidsrichtingen die in het mobiliteitsplan staan. Doelstelling van de parkeernota is het bereiken van een optimale afstemming van de parkeervraag en het parkeeraanbod gedurende de komende jaren.
Belangrijkste constateringen in de parkeernota zijn:
Ten behoeve van een verbetering van het parkeersysteem worden in de parkeernota enkele ruimtelijke aanbevelingen gedaan.
De ontwikkelingen in het plangebied Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012 voldoen aan het gestelde in de parkeernota. Het beleid omtrent parkeren vormt derhalve geen belemmering. In paragraaf 4.10 wordt nader op het aspect parkeren ingegaan.
De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Sinds de gemeentelijke herindeling (2005) is dit beleid ook van toepassing op het gebied van de voormalige gemeente Wehl.
Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen.
Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur en milieubelangen, inwoners en bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn Rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder.
Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het stedelijk gebied zijn de volgende gidsprincipes voor integraal waterbeheer van belang:
Door het toepassen van deze principes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem binnen de gemeentegrenzen, gecombineerd met een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water. Er is een goede samenwerking en afstemming tussen alle bij het waterbeheer betrokken partijen, en er vindt geen bestuurlijke, financiële of ruimtelijke afwenteling plaats. Dit is het algemene streefbeeld voor 2030.
In het waterplan wordt het algemene streefbeeld per functie en thema nader uitgewerkt. in paragraaf 4.8 wordt nader op het aspect water ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op het gestelde in het waterplan.
Op 6 januari 2011heeft de gemeenteraad van Doetinchem ingestemd met het Planologisch Beleid 2011. Het planologisch beleid vormt het ruimtelijk beleidskader voor woningen en bijbehorende bouwwerken. In de nota wordt beleid geformuleerd voor kleine bouwplannen met betrekking tot woningen. Ook voorziet de nota in een belangrijke verruiming en versoepeling van de tot nu toe gehanteerde bouwvoorschriften. In de voorgestelde regeling is een onderscheid gemaakt tussen:
Daarnaast zijn een aantal relatief ondegeschikte bouwactiviteiten die voorheen als afwijking verleend kon worden, nu als 'bij recht' toegestane bouwactiviteiten opgenomen. Dit zijn bijvoorbeeld erkers, toegangspartijen en overkappingen in de voortuin van een woning. Verder zijn versoepelingen doorgevoerd voor:
Met het Planologisch Beleid 2011 ligt er een vernieuwde basis voor omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen. Daarnaast is het beleid de basis voor nieuwe planontwikkelingen.
De uitgangspunten van het Planologisch Beleid 2011 zijn verwerkt in het bestemmingsplan Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012.