direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R04B104A-0002

4.5 Externe veiligheid

Algemeen

Bepaalde maatschappelijke en bedrijfsmatige activiteiten brengen risico's op zware ongevallen met mogelijk grote gevolgen voor de omgeving met zich mee.

Externe veiligheid beschrijft het risico voor personen (zowel individueel als per groep) als gevolg van activiteiten met gevaarlijke stoffen. De mate van onveiligheid wordt bepaald door de grootte van twee grootheden: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Beide variabelen geven inzicht in het overlijdensrisico van personen in de omgeving van de gevaarlijke stoffenactiviteit.

Het plaatsgebonden risico (PR) geeft het risico op een plaats buiten een inrichting, of transportroute, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting, of op de transportroute (weg, water spoor, buisleidingen) waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Deze kans mag niet groter zijn dan eens in de miljoen jaar. Elke ruimtelijke ontwikkeling wordt getoetst aan het plaatsgebonden risico van 10-6 als grenswaarde.

Het groepsrisico (GR) betreft cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloed gebied van een inrichting, een ongewoon voorval binnen die inrichting, binnen het invloed gebied van een transportstroom waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Het Groepsrisico legt een relatie tussen de kans op een ramp en het aantal mogelijke slachtoffers. Bij groepsrisico is het dan ook niet een contour die bepalend is, maar het aantal mensen dat zich gedurende een bepaalde periode binnen de effectafstand van een risicovolle activiteit ophoudt. Welke kans nog acceptabel geacht wordt, is afhankelijk van de omvang van de ramp. Een ongeval met 100 doden leidt tot meer ontwrichting, leed en emoties, dan een ongeval met 10 dodelijke slachtoffers. Aan de kans op een ramp met 100 doden wordt dan ook een grens gesteld, die een factor honderd lager ligt dan voor een ramp met 10 doden.

Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen inrichtingen, transportroutes en buisleidingen. De regelgeving rondom deze risico´s zijn in verschillende wetten opgenomen. In de volgende paragrafen wordt op deze regelgeving nader ingegaan.

Inrichtingen

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de bijbehorende Ministeriele regeling hebben tot doel de risico's van activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Om dit doel te bereiken verplichten het besluit en de regeling het bevoegd gezag afstand te realiseren tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven.

Transport

In de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen staan regels waardoor het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, de weg en het water zo klein als mogelijk worden gemaakt. In deze regels staan afstanden tussen transportroutes en gevoelige objecten die voor deze veiligheid zorgen. Voor plaatsgebonden risico en groepsrisico gelden verschillende afstanden.

Buisleidingen

De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Besluit Externe Veiligheid Buisleidingen (verder BEVB) bevat de wetgeving met betrekking tot buisleidingen. In dit besluit en de regeling zijn voorschriften opgenomen met betrekking tot de aan te houden afstanden tussen buisleidingen en kwetsbare bebouwing.

Beleidsvisie externe veiligheid

Door de gemeente Doetinchem wordt momenteel een beleidsvisie externe veiligheid opgesteld. Deze visie wordt in het najaar van 2013 verwacht. Op dit moment is er binnen de gemeente Doetinchem geen beleidsvisie externe veiligheid van kracht. Tevens is er geen route transport gevaarlijke stoffen ingesteld binnen de gemeente Doetinchem.

Veiligheidsscan

Inrichtingen

Op het bedrijventerrein Verheulsweide zijn twee LPG tankstations gelegen. Aan de rand van het bedrijventerrein ligt nog een derde LPG tankstation. Het invloed gebied van één van de LPG tankstations (Fokko Meijer) valt over een deel van kavel 1. De risicocontour van dit tankstation is in de verbeelding van dit bestemmingsplan weergegeven. De doorzet van dit tankstation is in de milieuvergunning gelimiteerd tot een doorzet van 1000 m3/jaar aan LPG.

Transportroutes

De A18 is aangewezen als onderdeel van het basisnet gevaarlijke stoffen weg. De kavels liggen buiten het invloed gebied van deze route van vervoer van gevaarlijke stoffen. De A18 vormt de belangrijkste toevoerader voor de Bedrijvenweg. Van deze weg is bekend dat er geen 10-6 contour is voor het plaatsgebonden risico. Verder bevinden er zich als gekeken wordt naar de in het RRGS opgenomen bedrijven geen bedrijven die onder het registratiebesluit EV of de ministeriële regeling provinciale risicokaart vallende risicovolle bedrijven op het industrieterrein. Volgens de vuistregels uit de Handreiking externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen van VNG geldt voor wegen binnen de bebouwde kom dat bij transportaantallen minder dan 22.000 per jaar dat er geen 10-6 contour aanwezig is. Gezien de gevestigde bedrijven en de transportaantallen over de A18 mag geconcludeerd worden dat er geen sprake is van een 10-6 contour rond de Bedrijvenweg.

Tevens bevinden zich in de omgeving van de vier kavels van het plangebied geen transportroutes over weg, water en/of spoor met een contour over een van de vier onderdelen van het plangebied.

Buisleidingen

Voor zover bekend lopen er geen in werking zijnde buisleidingen binnen het plangebied.

Resultaat veiligheidsscan

Over kavel 1 van het plangebied valt het invloed gebied van het tankstation Fokko Meijer, gesitueerd aan de Havenstraat 52 te Doetinchem. Voor deze inrichting zal een verantwoording van het groepsrisico moeten plaatsvinden. Dat is in onderstaande paragrafen opgenomen.

Plaatsgebonden risico

In artikel 5 van het BEVI wordt gesteld dat bij een wijziging van een bestemmingsplan getoetst moet worden aan dit besluit. Volgens het 3e lid van artikel 5 betreft het een categoriale inrichting. Dit houdt in dat er vaste afstanden gelden voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Deze afstanden zijn opgenomen in bijlage 1 en 2 van de ministeriele regeling bij het BEVI.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R04B104A-0002_0011.png"

In bovenstaande tabel zijn de 10-5 en 10-6 contouren opgenomen voor LPG tankstations. De doorzet van deze inrichting is gelimiteerd op 1000 m3 / jaar. Hierbij horen de afstanden in categorie b. Kavel 1 van het plangebied ligt buiten de 45 meter contour van zowel het vulpunt als het LPG reservoir. De contour van de afleverzuil valt tevens niet over het plangebied.

Voor de “BEVI inrichtingen” moet de risicocontour 10-6 worden opgenomen op de plankaart. Binnen deze zones moet vestiging van zowel kwetsbare als beperkt kwetsbare objecten onmogelijk worden gemaakt om saneringssituaties in de toekomst te voorkomen.

Groepsrisico

In artikel 13 van het besluit externe veiligheid inrichtingen wordt voorgeschreven op welke punten minimaal moet worden ingegaan bij de verantwoording van het groepsrisico. Dit zijn de volgende onderwerpen

  • De personendichtheid
  • De hoogte van het groepsrisico per inrichting
  • Maatregelen door de drijver van de inrichting
  • In het besluit opgenomen maatregelen
  • Op te nemen voorschriften ter beperking van het groepsrisico
  • Alternatieven
  • Mogelijkheden ter Bestrijding en beperking van rampen
  • Zelfredzaamheid

In deze paragraaf zal op deze onderwerpen worden ingegaan.

De personendichtheid

In bijlage 5 (“Berekening groepsrisico kavel 1 Verheulsweide” met als kenmerk S2013-000003/01) is met behulp van de binnen de gemeente bekende gegevens een inschatting gemaakt van de hoogte van de personendichtheid binnen het invloedgebied van de inrichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R04B104A-0002_0012.png"

In bovenstaande tabel is de personendichtheid binnen de contouren weergegeven. Voor de achterliggende berekening van de personendichtheden wordt verwezen naar eerdergenoemd advies.

Zoals uit de tabel blijkt is er een toename in de 130 tot 160 meter cirkel van 186 personen. Dit personenaantal is berekend aan de hand van een oppervlak van 1748 meter met een maximale bebouwing van 80%. Uitgegaan is voor een bebouwingshoogte van 10 meter van 4,5 verdieping en een bezetting van 1 persoon per 30 m2 bruto bouwoppervlak.

De hoogte van het groepsrisico per inrichting

In bijlage 5 (“Berekening groepsrisico kavel 1 Verheulsweide” met als kenmerk S2013-000003/01) is met behulp van de rekenmodule op internet op de site www.groepsrisico.nl een berekening gemaakt van de hoogte van het groepsrisico in de huidige situatie en als de plannen op kavel 1 van het bestemmingsplan worden gerealiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R04B104A-0002_0013.png"

In bovenstaande figuur is de kans-effect curve weergegeven van de groepsrisicoberekening. Voor nieuwe ontwikkelingen moet worden gerekend met de situatie dat bevoorrading kan plaatsvinden met een niet gecoate tankwagen nu de afspraken uit het convenant LPG nog niet in algemene regelgeving is vastgelegd.

Voor de vaststelling van de hoogte van het groepsrisico wordt gebruik gemaakt van de gegevens “Situatie voor het convenant LPG” uit het advies. Het gaat dan om de rode en groen gestippelde lijn uit de grafiek.

Als gekeken wordt naar het punt met het hoogste groepsrisico in de nul situatie dan ligt dit bij een aantal doden van 86 met een kans van 5.29 x 10-9 in de nul situatie. De factor van opvulling van de orientatiewaarde ligt bij dit punt op 0,039 (3,9%)

Na opvulling van het plangebied met het maximaal mogelijke personen ligt het punt met het hoogste groepsrisico bij 272 doden met een kans van 5.26 x 10-9. De factor van opvulling van de orientatiewaarde van het groepsrisico betreft in dit geval 0,389 (38,9%). Dit is een forse toename van het groepsrisico. Zowel in de nul situatie als na realisatie van het bestemmingsplan wordt de orientatiewaarde van het groepsrisico echter niet overschreden.

Het groepsrisico neemt met een factor 10 toe bij het opvullen van het kavel 1 tot het maximaal mogelijke aantal personen. In zowel de nul situatie als de nieuwe situatie wordt de orientatiewaarde van het groepsrisico niet overschreden.

Maatregelen

Voor de aanwezige inrichtingen wordt de orientatiewaarde van het groepsrisico niet overschreden. De maatregelen voor de inrichtingen zijn opgenomen in de milieuvergunningen. Een van deze maatregelen is dat de doorzet aan LPG is beperkt tot 1000 m3 per jaar. Het wordt niet noodzakelijk geacht om aanvullende maatregelen voor te schrijven voor het aspect externe veiligheid.

Op te nemen voorschriften ter beperking van het groepsrisico

In het bestemmingsplan wordt met behulp van voorschriften voorkomen dat de 10-6 plaatsgebonden risicocontour wordt bebouwd. Tevens dient bij wijziging van het bestemmingsplan opnieuw het groepsrisico te worden verantwoord. In het bestemmingsplan worden verder geen regels opgenomen ter verdere beperking van het aantal doden bij een calamiteit, nu er sprake is van een bedrijventerrein waarop zich bedrijven uit de zwaardere categorie mogen vestigen.

Alternatieven

De motivatie tot wijziging van het bestemmingsplan is om tot verdere opvulling te komen van bestaand bedrijfsterrein. Uiteraard is het mogelijk om een nieuw bedrijventerrein te ontwikkelen maar de kosten hiervoor zijn veel hoger dan opvulling van een bedrijventerrein en uitgave van nog niet uitgegeven percelen/kavels.

Mogelijkheden ter Bestrijding en beperking van rampen

De regionale brandweer, in dit geval de Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland zal worden gevraagd om advies uit te brengen met betrekking tot de mogelijkheden ter bestrijding en beperking van rampen.

Zelfredzaamheid

Voor zover bekend zijn er binnen het plangebied in de omgeving van risicovolle inrichtingen geen objecten aanwezig welke grote aantallen minder zelfredzame personen huisvesten of waar deze regelmatig verblijven. Ook op dit punt zal aan de regionale brandweer advies worden gevraagd.

Conclusies

Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de totstandkoming van het bestemmingsplan.