Plan: | Verheulsweide revitalisatie 4 percelen - 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R04B104A-0002 |
Algemeen
Bij elke ruimtelijke ontwikkeling moet worden nagegaan of er sprake kan zijn van invloeden op natuurwaarden en beschermde soorten. In het bestemmingsplan dient, in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet, te worden aangetoond dat van een negatief effect geen sprake is, dan wel dat daarvoor respectievelijk een vergunning of ontheffing is verkregen.
Toetsing
Door Stichting Staring Advies is in januari 2010 het Natuuronderzoek Verheulsweide in Doetinchem uitgevoerd. Onderhavige kavels liggen in het onderzochte gebied van dit onderzoek.
Ten aanzien van de gebiedsbescherming wordt opgemerkt dat Verheulsweide buiten de Ecologische Hoofdstructuur ligt. De Oude IJssel die aan de westzijde van Verheulsweide loopt is een verbindingszone. Het bedrijventerrein ligt in de nabijheid van verschillende natuurgebieden. Ten oosten van Verheulsweide bevinden zich de natuurgebieden De Zumpe en De Wrange/Koekendaal. Ten zuiden bevindt zich het natuurgebied het Waalsche Water. Negatieve effecten op de beschermde waarden in nabijgelegen natuurgebieden worden dan ook uitgesloten.
Kavel 1 en Kavel 2
Langs de Bedrijvenweg zijn de spiesleeuwenbek en witte munt (beide Rode lijstsoorten)aangetroffen. Deze hooilandruigte trekt veel insecten aan; voedsel voor vogels als grasmus en bosrietzanger. Ook wordt het terrein als navigatie/vliegroute door vleermuizen gebruikt. Het biedt kleine zoogdieren foerageermogelijkheden en beschutting/dekking. De brede hooilandruigte langs de Bedrijvenweg is een belangrijk onderdeel van een verbinding tussen de Oude IJssel en het groene gebied net ten noorden van de snelweg. Kavels 1 en 2 zijn gelegen in dit gebied.
De brede bermen van de Bedrijvenweg blijven grotendeels gehandhaafd. Hierdoor blijft er voldoende leefgebied voor broedvogels, insecten en kleine zoogdieren beschikbaar. Als verbindingszone voor grondgebonden diersoorten en vogels blijft de functionaliteit behouden.
In 2009 werd de Bedrijvenweg door de gewone dwergvleermuis als vliegroute gebruikt. Ook loopt er een belangrijke vliegroute via de Oude IJssel van meerdere vleermuissoorten. De vliegroute voor de gewone dwergvleermuis kan aangetast worden door extra verlichting en fysieke aantasting (verwijderen groen, bomenkap, plaatsen van bedrijfshal).
Daarom wordt nader onderzoek gedaan of er nog een vliegroute voor vleermuizen langs de kavels loopt en welke beschermingsmaatregelen getroffen moeten worden om de vliegroute te ontzien (bijv. geen verlichting hier, extra aanplant van dicht opgaand groen. Voor de vaststelling van het bestemmingsplan worden de resultaten hiervan aan het bestemmingsplan toegevoegd.
Verder zal voor de kavel voorafgaand aan de ruimtelijke ingrepen getoetst moeten worden of er vaste rust- en verblijfplaatsen zijn van strikt beschermde soorten als boombewonende vleermuizen, steenmarter, eekhoorn, roek, sperwer, buizerd etc. Deze soorten zijn in het verleden aangetroffen op het bedrijventerrein Verheulsweide.
Kavel 3
Kavel 3 is gelegen in een gebied met vijvers en plantsoenen. Deze vijvers en plantsoenen zijn voor meerdere soortgroepen van belang. In de plantsoenen rondom de vijvers zijn groeiplaatsen van brede wespenorchis (Flora- en faunawet tabel 1) en Spaanse zuring (Rode lijst) aangetroffen. Watervogels als kuifeend en meerkoet hebben hier hun leefgebied. In de begroeiing rondom de vijvers komen vogelsoorten zoals groenling, putter, houtduif, zanglijster, bosrietzanger en tjiftjaf voor. Ze vinden hier beschutting en voedsel. Het gebied is aantrekkelijk voor kleine zoogdieren. Daarom is dit gebied van grote betekenis voor de hier voorkomende hermelijn. De prooi van een hermelijn bestaat hoofdzakelijk uit kleine knaagdieren, spitsmuizen, vogels en eieren, maar ook uit ratten en jonge konijnen. Momenteel zijn de vijvers voor amfibieën slechts matig geschikt, omdat ze recent zijn uitgebaggerd. Dit kan veranderen wanneer waterplanten en de begroeiing in de directe omgeving van het water zich ontwikkelt. Voor amfibieën ontstaat dan een aantrekkelijk leefgebied. Libellen komen ook bij de vijvers voor. De kavel 3 is gelegen in dit gebied.
De zone met de groenstroken en vijvers is in het natuuronderzoek aangegeven als verbindingszone voor flora en fauna. Dit is geen officiële provinciale EVZ en heeft in die zin geen juridische status. Wel is het zo dat mogelijk strikt beschermde diersoorten afhankelijk zijn van deze verbindingszone. De geplande bouw in kavel3 zorgt voor een onderbreking in deze groenstrook. Dit is vanuit flora en fauna niet wenselijk. In 2009 is hier een vliegroute van de gewone dwergvleermuis aangetroffen. Boven de naastgelegen vijver foerageerden destijds ook watervleermuizen. Deze zijn zeer lichtgevoelig.
Daarom wordt nader onderzoek gedaan of hier nog een vliegroute van vleermuizen loopt, hoe deze route exact loopt en of de route te handhaven is met de geplande bouw van een bedrijfspand. Ook wordt onderzocht of er nog watervleermuizen (en andere soorten) foerageren in de directe omgeving van de kavel. De onderzoeksresultaten worden voor vaststelling van het bestemmingsplan verwerkt.
Verder zal voor de kavel voorafgaand aan de ruimtelijke ingrepen getoetst moeten worden of er vaste rust- en verblijfplaatsen zijn van strikt beschermde soorten als boombewonende vleermuizen, steenmarter, eekhoorn, roek, sperwer, buizerd etc. Deze soorten zijn in het verleden aangetroffen op het bedrijventerrein Verheulsweide.
Verder zijn ter plaatse van Kavel 3 zijn oude knotbomen aanwezig. Hun ecologische waarde is groot. Holtes in deze knoteiken vormen voor verscheidene flora- en faunasoorten een ideale biotoop. Veel insecten zijn te vinden in de buurt van knoteiken, vogels broeden er, vleermuizen vinden er een slaapplaats, paddenstoelen, mossen en varens vinden er een groeiplek. Als klein landschapselement vormen ze dan ook een belangrijke schakel in het groene netwerk in dit landschap.
Daarnaast zal in elk kavel voorafgaand aan de ruimtelijke ingrepen getoetst moeten worden of er vaste rust- en verblijfplaatsen zijn van strikt beschermde soorten als boombewonende vleermuizen, steenmarter, eekhoorn, roek, sperwer, buizerd etc. Deze soorten zijn in het verleden aangetroffen op Verheulsweide.
Kavel 4
Kavel 4 is gelegen binnen het kleinschalige landschap. Het kleinschalige landschap ligt net ten noorden van de snelweg. Het is een groen gebied bestaande uit weilandjes en houtsingels. Voor veel vogelsoorten, zoogdieren en vleermuizen vormt dit groene gebied deel een aantrekkelijk leefgebied. Ze vinden er hun voedsel, beschutting en een verblijfplaats.
Dit 'kleinschalig landschap' heeft geen juridische status. De aangrenzende Oude IJssel is wel aangewezen als ecologische verbindingszone. Kavel 4 valt hier niet binnen en hoeft niet getoetst te worden aan de EHS. De status van de Oude IJssel als verbindingszone geeft echter wel het belang van de watergang voor flora en fauna aan. Er loopt een belangrijke vliegroute via de Oude IJssel van meerdere vleermuissoorten. Het realiseren van een bedrijfsterrein op Kavel 4 kan negatieve effecten hebben op vleermuizen: extra verlichting kan ernstige verstoring vliegroute Oude IJssel vormen, door de kap van de bomen verdwijnt de luwte langs de oever.
Er wordt onderzocht of er nog een vliegroute loopt langs dit kavel.
Daarnaast zal in elk kavel voorafgaand aan de ruimtelijke ingrepen getoetst moeten worden of er vaste rust- en verblijfplaatsen zijn van strikt beschermde soorten als boombewonende vleermuizen, steenmarter, eekhoorn, roek, sperwer, buizerd etc. Deze soorten zijn in het verleden aangetroffen op Verheulsweide.
Conclusie Natuuronderzoek Verheulsweide 2010
Het aspect flora en fauna vormt mogelijk een belemmering voor de uitvoering van een gedeelte van het bestemmingsplan.
Daarom wordt nader onderzoek gedaan of er nog een vliegroute voor vleermuizen langs de kavels loopt en welke beschermingsmaatregelen getroffen moeten worden om de vliegroute te ontzien (bijv. geen verlichting hier, extra aanplant van dicht opgaand groen. Voor de vaststelling van het bestemmingsplan worden de resultaten hiervan aan het bestemmingsplan toegevoegd.
Aanvullend natuuronderzoek Verheulsweide
Zoals hiervoor aangegeven is in 2009/2010 het gehele bedrijventerrein globaal onderzocht op beschermde flora en fauna (SSA rapportnummer 0993). Hieruit blijkt dat er mogelijk belangrijke foerageergebieden en vliegroutes van verschillende vleermuissoorten aanwezig zijn in of nabij de 4 kavels. Het gaat om de soorten gewone dwergvleermuis, laatvlieger, ruige dwergvleermuis en watervleermuis. Daarnaast kunnen er vaste rust- en verblijfplaatsen van enkele streng beschermde zoogdieren en broedvogels verwacht worden. De vaste rust- en verblijfplaatsen van deze soorten en de essentiële foerageergebieden en vliegroutes van vleermuizen zijn strikt beschermd.
Om te bepalen of de geplande ruimtelijke ontwikkelingen in de 4 percelen negatieve effecten hebben op vleermuizen en andere beschermde soorten is aanvullend veldonderzoek
uitgevoerd. De gegevens uit 2009 zijn mogelijk verouderd. Verspreidingsgegevens van streng beschermde soorten zijn maximaal 2 tot 3 jaar geldig. Bovendien is destijds niet op perceelsniveau onderzocht welke beschermde soorten aanwezig zijn. Staring Advies is gevraagd voor een aanvullend natuuronderzoek. Het aanvullend onderzoek is met name gericht op foerageergebieden en vliegroutes van vleermuizen en op vaste rust- en verblijfplaatsen van overige streng beschermde soorten. Het aanvullend onderzoek is als bijlage bijgevoegd (met kenmerk juli 2013, rapportnummer 1291, projectnummer 2038).
In het onderzoek wordt het volgende geconludeerd met betrekking tot vleermuizen: De kavels 1 en 4 grenzen aan belangrijke foerageergebieden van vleermuizen, waardoor er mogelijk negatieve effecten optreden door ruimtelijke ontwikkelingen in de percelen zelf. Door maatregelen te treffen zoals het voorkomen van strooilicht en het voldoende intact laten van de aanwezige groenstroken wordt voorkomen dat foerageergebieden verstoord worden. In de kavels 1, 2 en 4 zijn enkele forse bomen aanwezig die geschikt zijn als baltslocatie voor de bruine grootoorvleermuis en ruige dwergvleermuis. Het kappen van deze bomen is niet wenselijk. Wanneer bomenkap onvermijdelijk is, dient dit te gebeuren in de periode november t/m februari. Er zijn rondom deze kavels voldoende alternatieve baltslocaties aanwezig.
Kavel 3 is onderdeel van een vliegroute van vleermuizen. Mogelijk treden er negatieve effecten op deze vliegroute op door de geplande ruimtelijke ontwikkelingen. Door maatregelen te treffen zoals het voorkomen van strooilicht en het voldoende intact laten van de aanwezige groenstrook wordt voorkomen dat de vliegroute verstoord worden. Wanneer de in paragraaf 4.2 beschreven mitigerende maatregelen getroffen worden, is overtreding van de Flora- en faunawet niet aan de orde. Het aanvragen van een ontheffing is niet noodzakelijk voor vleermuizen. Bomenkap in de 4 gebieden dient alleen plaats te vinden in overleg met een ecoloog.
In het onderzoek wordt het volgende geconludeerd met betrekking tot broedvogels: Werkzaamheden dienen buiten het broedseizoen gestart te worden om verstoring van broedvogels te voorkomen. Het broedseizoen loopt globaal van maart t/m juli. Er zijn geen nesten of vaste rust- en verblijfplaatsen van jaarrond beschermde soorten aanwezig in het onderzoeksgebied. Geen ontheffing noodzakelijk.
In het onderzoek wordt het volgende geconludeerd met betrekking tot overige soortgroepen: Het nemen van mitigerende of compenserende maatregelen en/of het aanvragen van een ontheffing is niet noodzakelijk voor overige soortgroepen.
Het aspect Flora en Fauna vormt, met inachtneming van de aanbeveling uit het onderzoek, geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling van de 4 percelen.