Plan: | Buitengebied, Landgoed De Krael - 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R07B271A-0003 |
Het plangebied ligt in een oud kampenlandschap op de overgang naar het uitgestrekte jonge heideontginningslandschap van Halle-Zelhem. Het grenst aan de historische buitenplaats 'De Slangenburg'. Op de historische topografische kaart van 1880 is de bouwplaats in het plangebied zichtbaar. Het erf werd in de 19e eeuw ontsloten via de Kraalslaan. Pas rond het begin van de 20e eeuw werd een nieuwe erfontsluitingsweg via de IJzevoordseweg aangelegd. Tegenwoordig is de Kraalslaan afgesloten voor verkeer waardoor de erfontsluitingweg naar de IJzevoordseweg de enige erfontsluiting is. Op de oude topografische kaart is tevens een lage kamp zichtbaar ten noorden van het plangebied, omzoomd door opgaande beplanting. Het overige plangebied was in gebruik als weide of hooiland.
De historische landschappelijke structuur van de agrarische gronden in het plangebied is verloren gegaan. De afzonderlijke percelen zijn samengevoegd tot één groot perceel. Oude structuren zoals steilranden en kavelgrensbeplanting zijn verdwenen. De oude kamp in het noordelijke deel van het plangebied is nog flauw zichtbaar in het landschap. De steilranden zijn in de loop der tijd afgevlakt.
Het landschap binnen het plangebied bezit geen bijzonder hoge cultuurhistorische waarde. Deze is door verkaveling en schaalvergroting grotendeels verloren gegaan. Het gedeeltelijk terugbrengen van de kleinschaligheid en beslotenheid van het kavel komt overeen met het historische landschapsbeeld.
De huidige bebouwing op het erf heeft geen behoudenswaardige historische waarde en is niet aangemerkt als een gemeentelijk monument. Het hoofdgebouw is van het Hallehuis-type en is halverwege de19e eeuw opgericht. Halverwege de vorige eeuw is de boerderij fors verbouwd. Er is toen een nieuw voorhuis dwars op de boerderij geplaatst als ware het een T-boerderij. Het traditionele achterste deel van de boerderij (de deel), is eind 20e eeuw een aantal malen intern verbouwd en er is aan weerszijden een aanbouw aangebracht. Zowel het interieur als het exterieur van de oude boerderij was sterk aangetast en heeft nauwelijks nog enige historische waarde. In september 2010 werd het hoofdgebouw door een uitslaande brand nagenoeg volledig verwoest. Alle schuren en stallen op het erf zijn in de 2e helft van de 20e eeuw opgericht. Deze hebben geen behoudens waardige cultuurhistorische waarde.
Naast het erf, gelegen aan de zuidoostzijde van het erf, tegen de bosrand aan, staat een vervallen veldschuur. Deze veldschuur is door 'ARCX buro voor monumentenzorg en cultuurhistorie' beschreven. Het is aan te bevelen om de schuur op het getransformeerde erf te behouden en daarbij de nog bruikbare onderdelen van de constructie zoveel mogelijk opnieuw te gebruiken.
Behoudens de oude veldschuur, bezit de huidige bebouwing geen noemenswaardige historische bouwkundige waarden. De oude veldschuur wordt gerenoveerd, maar zal enigszins 'verloren' in het landschap, los van het nieuwe erf komen te staan. Deze oude veldschuur is een historische verwijzing naar het oude erf. In de bijlage bij dit bestemmingsplan is rapportage over de waardering van de veldschuur opgenomen.
De gemeente Doetinchem heeft archeologische beleidskaarten laten opstellen waarop de archeologische vindplaatsen en verwachtingszones van de gemeente Doetinchem zijn aangegeven. Afhankelijk van de (verwachtings)waarde in een (deel)gebied zal het beschermingsregime meer of minder streng zijn. De archeologische beleidskaarten zijn samen met de erfgoedverordening op 18 november 2010 door de gemeenteraad van Doetinchem vastgesteld.
Het plangebied kent voor het grootste deel een lage archeologische verwachtingswaarde. Alleen in de uiterste noordoosthoek van het plangebied ligt een klein gebied dat een middelhoge verwachtingswaarde kent. De desbetreffende archeologische verwachtingswaarden 2 en 3 zijn op de plankaart aangegeven en ten aanzien hiervan zijn regels opgenomen.
Voor ingrepen ondieper dan 30 cm beneden het maaiveld en ingrepen kleiner dan 2.500 m2 hoeft geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De oude bouwplaats is aangemerkt als een gebied met een lage verwachtingswaarde. De herbouw van de woning en de aan te leggen natte landschapselementen liggen in het gebied met een lage verwachtingswaarde. De oppervlakte blijft binnen de gestelde maximale oppervlakte.
Archeologisch adviesbureau RAAP heeft in maart 2001 een Aanvullende Archeologische Inventarisatie uitgevoerd ten behoeve van het antiverdrogingsproject op het landgoed de Slangenburg in de gemeente Doetinchem (Verslagnummer 2001-0860/AA (herziene versie)). Deze onderzoekslocatie ligt enkele honderden meters ten zuidoosten van het plangebied en heeft dezelfde lage verwachtingswaarde t.a.v. een archeologische vindplaats als het plangebied. Tijdens het booronderzoek in 2001 zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Er zijn dan ook geen aanwijzingen gevonden voor de mogelijk aanwezigheid van (een) archeologische vindplaats(en) in het onderzochte gebied. Daarnaast geeft ook de tijdens het veldwerk geconstateerde landschappelijke ligging en bodemopbouw geen aanleiding om(belangrijke) archeologische vindplaatsen te verwachten.
Op basis van de Archeologische verwachtingskaart, de uitgevoerde 'Aanvullende Archeologische Inventarisatie' (RAAP 2001) en het standpunt van de regionale archeoloog in deze, is het voldoende aannemelijk dat er zich in het plangebied zeer waarschijnlijk geen archeologische vindplaats bevind. Er is dan ook geen noodzaak tot archeologisch onderzoek. Indien bij grondwerken toch cultuurhistorische waarden worden aangetroffen geldt de wettelijke meldingsplicht.