Plan: | Sportpark Zuid Sportweg - 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R12B013A-0008 |
Inleiding.
Deze beeldkwaliteitparagaaf geeft de uitgangspunten aan voor de stedenbouwkundige opzet en het architectonisch ontwerp van de nieuwe tophal op Sportpark Zuid. Het is een op de locatie en situatie afgestemd kader voor de stedenbouwkundige en architectonische vormgeving. Het kader dient als uitgangspunt om tot een passende verschijningsvorm van de hal en inrichting van het aansluitende terrein te komen. Het zal tevens dienen als toetsingskader voor de welstandscommissie bij de beoordeling van het plan.
Algemeen
Met de ligging aan de Liemersweg krijgt de tophal een prominente plek aan een voor Doetinchem belangrijke regionale verbindingsweg en tevens belangrijke randweg voor het verkeer rond het centrum van de stad. Overeenkomstig hetgeen de welstandsnota daarover aangeeft dienen locaties aan een dergelijk eigentijds lint een grote bijdrage te leveren aan de uitstraling van de stad. Een hoge beeldkwaliteit is daarom gewenst.
Door de functie zal een sporthal veelal eenvoudig van volumeopbouw zijn. Deze eenvoud biedt evenwel kansen voor een oprechte op de functie afgestemde architectuur waaraan het gebouw zijn kwaliteit kan ontlenen. Daarbij zal, in een positionering naar maat en schaal van de verschillende volumedelen, ook rekening moeten worden gehouden met de bestaande turnhal en met de nabijheid en situering van het kantoor van het waterschap Rijn en IJssel: een hoogwaardig ontwerp, op een zichtlocatie in een parkachtige setting, dat zich nadrukkelijk in de omgeving manifesteert.
Volumeopbouw
De nieuwe tophal wordt aangebouwd aan de bestaande turnhal zodanig dat één complex ontstaat dat is samengesteld uit meerdere volumes. Het complex dient daarbij een evenwichtige compositie te worden van volumes met een duidelijke eenvoudige hoofdvorm. Uit functionele overwegingen kan de nieuwe tophal zelf ook uit een samenstel van in hoogte verschillende volumes bestaan. Daarbij dient, weliswaar met behoud van enige individuele expressie, wel een onderlinge architectonische samenhang herkenbaar te blijven.
De bouwvlakken zoals vastgelegd in het bestemmingsplan vormen het uitgangspunt voor de positionering van de bebouwing. De vereiste hoogte van het centre courtgedeelte is bepalend voor de maximale bouwhoogte. Uit functionele overwegingen krijgt dit gedeelte een hoogte van 16 meter. Om in te spelen op de zichtbaarheid van het waterschapsgebouw en vanuit de parkgedachte bij het sportpark, mag dit centre court-deel geen front maken naar de Liemersweg. Dit deel kan dan ook worden gesitueerd in het bouwvlak dat begrenst wordt door de noordoostgevel van de turnhal en het verlengde daarvan, door de bouwgrens aan de kant van de waterschapstuin en door de vrijwaringszone van de hoogspanningsleiding.
In het gedeelte van het bouwvlak dat aansluit op de noordwestgevel van de turnhal wordt een bescheidener bouwhoogte toegestaan van maximaal 9 meter die recht doet aan de presentatie van, respectievelijk het zicht op het waterschapsgebouw.
Indicatie volumebeeld multifunctionele hal aan de zijde van het waterschapskantoor
Indicatie volumebeeld multifunctionele hal aan de zijde van het parkeerterrein
Gevelinvulling.
Uitgangspunt in het gevelbeeld is rust en ingetogenheid. Geen opdringerige uitstraling. Wel hoogwaardig. Binnen het functionele programma van de tophal dienen aanknopingspunten te worden gezocht, respectievelijk te worden aangewend, om het gebouw, dat wil zeggen de verschillende gevels, een uitdrukking te geven waarin een visuele relatie tussen binnen (de verschillende functies en activiteiten in het gebouw) en buiten (het openbaar gebied) doorwerkt. Grondslag is een horizontale massaopbouw, maar met de mogelijkheid van enige verticale accenten in het gevelbeeld.
Materiaal- en kleurtoepassing.
Om een eenvoudig en duidelijk beeld van een samenstel van volumes te krijgen is het zo consequent mogelijk doorzetten van hetzelfde materiaal in het betreffende volume van evident belang. Per deelvolume wordt het materiaal dan ook zo gekozen dat het zelfstandige karakter ervan wordt benadrukt. Dit betekent niet dat de materialen van de verschillende deelvolumes volledig van elkaar moeten verschillen of sterk moeten contrasteren. Het gebruik van kleurnuances waarbij gelijkende kleuren (van eventueel dezelfde materialen) als vanzelfsprekend op elkaar aansluiten is uitgangspunt. Lichte en felle kleuren moeten worden voorkomen. Toepassing van natuurlijke materialen (steen, metaal, hout, glas, e.d.) heeft de voorkeur. Plaatmateriaal bij voorkeur horizontaal toepassen.
Buitenruimte, parkeren en stallingsruimte.
In Sportpark Zuid is een ruime aanleg van groen opgenomen. Daarin is rekening gehouden met onder meer een waterpartij en een stelsel van paden in groene singels, waardoor ook mogelijkheden bestaan voor extensieve recreatie. In lijn met deze kenmerken kan direct ten noorden van de nieuwe tophal een griend een natuurlijke aansluiting vormen van het sportpark op de organische lijnen en natuurlijke inrichting van de waterschapstuin. De inrichting van de resterende groene ruimte ten noordwesten van de nieuwe tophal dient als vanzelfsprekend hierop aan te aansluiten. Daarbij dient de padenstructuur in deze omgeving zodanig op de paden in de waterschapstuin aan te sluiten dat in pieksituaties eventueel medegebruik van de parkeerplaatsen van het waterschap door bezoekers van de tophal met korte looplijnen wordt gefaciliteerd.
een griend ten noorden van de toekomstige tophal kan de natuurlijke aansluiting vormen van het sportpark (met daarin de nog te realiseren nieuwe ijsbaan) op de waterschapstuin
De hoofdentree van de tophal wordt gesitueerd aan de kant van het parkeerterrein dat zich aan de van de Liemersweg afgekeerde zijde van het turnhal bevindt. Vanaf de Liemersweg is de tophal dus bereikbaar via dit parkeerterrein. Uitgangspunt is evenwel ook dat de tophal, wat betreft uitstraling, 'contact' maakt met de Liemersweg en met de groene ruimte tussen tophal en het kantoor van het waterschap Rijn en IJssel. De uitstraling van de tophal zal mede moeten bijdragen aan de kwaliteit van deze ruimte.
Voor het parkeren voor bezoekers van de tophal dient primair het huidige parkeerterrein aan de noord- en oostkant van de turnhal. Door realisatie van de tophal zal een klein deel van het bestaande parkeren verdwijnen. Door herinrichting en verruiming van het terrein dienen deze parkeerplaatsen te worden gecompenseerd en dient de totale parkeercapaciteit te worden uitgebreid. Stallingvoorzieningen voor fietsen zullen zodanig aan de rand van het parkeerterrein worden gesitueerd dat een gecombineerd gebruik door bezoekers van de turnhal, de tophal en de ijsbaan mogelijk is.
Vooruitblik.
Het Graafschap College zal in de toekomst gebruik gaan maken van de nieuwe multifunctionele accommodatie van tophal en turnhal. Naast de ruimtes die zij in deze accommodatie gaan benutten hebben zij het voornemen om - in de directe nabijheid of direct aan de bestaande accommodatie - een nieuw schoolgebouw te realiseren.
Hoewel een nadere studie op de mogelijkheden van een nieuw schoolgebouw nog moet worden uitgevoerd, worden hier een aantal uitgangspunten genoemd die hier richting aan geven.
Het eventueel nog toe te voegen bouwvolume van de school dient zodanig gesitueerd te worden dat het een accent vormt ten opzichte van de andere bouwvolumes van de turn- en tophal. Vanwege de ritmiek van de bebouwing langs de Liemersweg, is dit accent slechts mogelijk ter hoogte van de turnhal. Met andere woorden: de mogelijke bouw van de school mag niet leiden tot verhoging van de bouwvolumes van de tophal, respectievelijk de maximale 9 en 16 meter.
De precieze locatie van een mogelijk accent dient meegenomen te worden in een bredere stedenbouwkundige studie naar de inpassing van de school. Bij een accent is een hoogte van maximaal 4 lagen onderwijsruimte het uitgangspunt. Bij vestiging van een schoolgebouw in deze omgeving dienen voldoende parkeerplaatsen voor alle voorzieningen gewaarborgd te blijven. Zeer waarschijnlijk is het verdwijnen van de hoogspanningsleiding een voorwaarde voor de vestiging van een school.