Plan: | Oostelijke Randweg 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R17B063A-0005 |
Uitgangspunt voor de aanleg van de Oostelijke Randweg is dat deze geen drainerende werking mag hebben. Met andere woorden: de weg mag de grondwaterstromen in het gebied niet beïnvloeden. Dit kan beteken dat delen van de weg enigszins verhoogd aangelegd dienen te worden. In het geval van een verdiepte constructie dienen maatregelen te worden genomen ter bescherming van de grondwaterstand.
In het kader van het MER zijn drie verschillende onderzoeken verricht naar de hydrologie van de Zumpe. Ook is in de nabijheid van de beoogde locatie van de tunnelbak onder het spoor een grondwatermeetpunt geïnstalleerd om de grondwaterstanden goed te kunnen monitoren. Deze onderzoeken vormen voldoende basis voor dit bestemmingsplan.
Bij de nadere uitwerking van het ontwerp en de realisatie van de Oostelijke Randweg dient aanvullend onderzoek uitgevoerd te worden. Uit dit onderzoek moet blijken welke maatregelen genomen moeten worden om een drainerende werking te voorkomen en om te voorkomen dat eventuele verontreinigingen vanaf de weg in de omliggende natuurgebieden terechtkomen.