onherroepelijk |
NL.IMRO.0222.R34KE035A-0002 |
In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidsstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening, is uitsluitend stil gestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of moet hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk.
Deze werkwijze leidt tot de conclusie dat het rijks- en provinciale beleid de beheersverordening niet in de weg staat. Er moet wel stil worden gestaan bij gemeentelijk beleid.
Dit gemeentelijke beleid is eerder in deze toelichting al aan de orde gekomen, in paragraaf 2.3.1. Aanvragen voor omgevingsvergunningen voor bouwen zullen aan dit beleid getoetst worden, als ze niet passen in de regels van de verordening.
Aanvragen voor omgevingsvergunningen voor bouwen zullen aan de in deze nota genoemde kenmerken en criteria worden getoetst. In het overgrote deel van het verordeninggebied gelden minimale welstandseisen. De welstandscommissie speelt dan bij de welstandsbeoordeling geen rol.