Plan: | Hamburgerbroek-Intermecoterrein 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R35B031A-0005 |
Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, d.d. 29 juni 2005, (herziening herbegrenzing EHS d.d. 1 juli 2009) bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.
Hoofddoel van het streekplan is de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen en te bevorderen. De publieke en private partijen moeten daarin de benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt, gebruik makend van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken. Concrete doelstellingen daarbij zijn:
Afbeelding 2.1: Streekplankaart: Ruimtelijke ontwikkeling, uitsnede Doetinchem
De ruimtelijke hoofdstructuur in het streekplan is tweeledig; het rode raamwerk en het groenblauwe raamwerk. Het rode raamwerk heeft betrekking op de gebieden met hoogdynamische functies zoals de hoofdinfrastructuur en de intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen van het rode raamwerk zijn:
Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:
Het groenblauwe raamwerk heeft betrekking op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage ruimtelijke dynamiek en welke kwetsbaar zijn voor intensieve vormen van ruimtegebruik. Algemene doelstellingen va het groenblauwe raamwerk zijn:
Specifiek voor de Achterhoek wordt genoemd:
De delen die buiten het rode en groenblauwe raamwerk vallen liggen in het multifunctioneel gebied. Op dit gebied wordt door de provincie geen expliciete provinciale sturing gericht. Wel worden handreikingen gegeven ten aanzien van landbouw, landschap, recreatie en toerisme, functieverandering, verevening, nieuwe landgoederen en bossen.
Het plangebied Intermecoterrein is gelegen binnen het rode raamwerk. Het streekplan geeft over de omgeving van het plangebied het volgende:
"Het centrum van Doetinchem is een kansrijk knooppunt door de goede bereikbaarheid per openbaar vervoer. Het tegen het centrum gelegen bedrijventerrein Hamburgerbroek wordt omgevormd voor centrumfuncties en functies behorende bij een stationslocatie."
Voor het overige staan in het Streekplan Gelderland 2005 geen specifieke ontwikkelingen beschreven voor het plangebied. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het streekplan.
Het Provinciaal Beleidskader Archeologie van de provincie Gelderland (vastgesteld door Provinciale Staten op 10 maart 2009), beschrijft het provinciale beleid voor waardevolle archeologische gebieden die bepalend zijn voor de cultuurhistorische identiteit van de provincie.
Door een toenemende ruimtelijke dynamiek staat er druk op het gebruik van de ruimte, hierdoor loopt het bodemarchief gevaar. Toch liggen er nog volop kansen om de rijkdom aan cultuurhistorie en bodemschatten een prominente rol te laten spelen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Door de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Wet ruimtelijke ordening worden daarvoor volop kansen geboden. De provincie wil deze kansen benutten door:
Het archeologisch beleidskader deelt Gelderland op in gebieden zonder provinciaal archeologisch belang en gebieden van groot provinciaal belang, de parels:
Voor de Gelderse parels stuurt de provincie via onderhandeling en indien mogelijk via samenwerking actief op bescherming, behoud door ontwikkeling en verantwoord onderzoek. Binnen de gemeente Doetinchem zijn provinciaal archeologisch waardevolle gebieden aanwezig. Het plangebied is niet gelegen in zo'n waardevol gebied. Het provinciale beleid geeft aan dat de verantwoordelijkheid op het gebied van archeologie voor gebieden binnen de bebouwde kom, met uitzondering van plaatsen met een historische kern, bij de desbetreffende gemeenten ligt. In het kader van het Masterplan De Schil is onder meer voor het plangebied een archeologisch onderzoek opgesteld. In paragraaf 4.3.3 wordt hier nader op ingegaan.
In het Waterplan Gelderland 2010-2015 wordt met betrekking tot stedelijk gebied aangegeven, dat inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht zijn op:
De waterketen in stedelijk gebied is zodanig ingericht dat deze geen negatieve invloed heeft op het grond- en oppervlaktewater. Stedelijke ontwikkelingen en stedelijke herinrichting en herstructurering dienen “waterneutraal” te zijn en worden benut om het watersysteem waar nodig op orde te brengen en te verduurzamen.
Voor het plangebied Intermecoterrein, staan in het waterhuishoudingsplan geen specifieke doelstellingen beschreven. De ontwikkeling houdt rekening met de doelstellingen zoals aangegeven in het plan. In paragraaf 4.3.2 wordt nader op het aspect water ingegaan.