Plan: | Hamburgerbroek-Intermecoterrein 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R35B031A-0005 |
Het structuurplan Masterplan Schil, d.d. 13 december 2007, geeft een brede ruimtelijke visie over het gebied rondom het centrum van Doetinchem. Daarin zijn verschillende ontwikkellocaties opgenomen. Het Masterplan spreekt zich uit over de stedenbouwkundige kwaliteit in De Schil en schetst het plan de agenda en spelregels voor de verschillende ontwikkellocaties. Centraal bij de gebiedsontwikkeling in De Schil staat een zodanige aanpak dat de ruimtelijke kwaliteit van De Schil verbetert, de centrumfunctie van Doetinchem sterker wordt, de investeringen en plankosten worden terugverdiend en er vanaf 2008 zichtbare resultaten zijn.
Het plangebied is gelegen binnen het plangebied voor het gemeentelijk structuurplan Masterplan De Schil.
Afbeelding 2.3: Uitsnede Masterplan Schil
Het plangebied maakt onderdeel uit van de ontwikkellocatie Hamburgerbroek Noord. De ontwikkeling van het Intermecoterrein is de beoogde uitwerking die in het Masterplan reeds is aangekondigd. Voorliggend bestemmingsplan voldoet dan ook aan hetgeen in het Masterplan Schil met betrekking tot dit plangebied is beschreven.
De stadsvisie 'Het besef van Doetinchem' staat voor een duidelijk beleidsevenwicht op sociaal, economisch en fysiek gebied en beschrijft op hoofdlijnen hoe Doetinchem er over 10 jaar uit zal zien. De stadsvisie brengt lopende plannen en projecten bij elkaar en geeft een aanzet voor nieuwe plannen. Op basis van de sterke en de zwakke punten van Doetinchem zijn de ambities geformuleerd welke als grove kaders voor de beleidsformulering van de aankomende 10 à 15 jaar worden gehanteerd. De ambities zijn verdeeld in vier hoofdambities:
De ambities zijn in de stadsvisie uitgewerkt in een concreet beleidsprogramma. De herontwikkeling van het totale gebied Hamburgerbroek tot woon- en werkmilieu is in de stadvisie opgenomen als project in het kader van de beleidsambitie Hart voor de regio. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van dit beleid.
Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het Mobiliteitsplan vastgesteld. Het Mobiliteitsplan geeft de hoofdlijnen van het te voeren verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente Doetinchem weer. Het Mobiliteitsplan beschrijft de verkeers en vervoersituatie tot 2020 en geeft aan welke maatregelen nodig zijn voor een goede bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. Voor het centrum en de industriegebieden ligt de prioriteit van het te voeren beleid bij een goede (auto)bereikbaarheid. Een vlotte doorstroming van het verkeer wordt nagestreefd alsmede het aanbieden van voldoende parkeervoorzieningen. Voor de wijken, de dorpen en het buitengebied ligt de prioriteit bij de veiligheid. Hier wordt vooral ingezet op het realiseren van grote verblijfsgebieden en een beperkt aantal verkeersgebieden.
De verkeersproblemen die opgepakt worden liggen vooral op het hoofdwegennet in de kern Doetinchem. Naast de aanpak van een aantal capaciteitsknelpunten in het huidige wegennet is ook voorzien in een uitbreiding van het wegennet met een Oostelijke randweg en een nieuwe verbinding tussen de Keppelseweg en de Ds. Van Dijkweg. Nog onderzoek zal worden verricht naar de mogelijkheden om op langere termijn tot de aanleg van een westelijke randweg te komen. Verder wil Doetinchem ook inzetten op het bevorderen van het fietsgebruik door het aanbieden van een fijnmazig, kwalitatief goed en sociaal veilig fietsnetwerk met stallingsvoorzieningen bij attractiepunten. Het faciliteren van fietsstallingsplaatsen bij openbaar vervoerhaltes zal moeten bijdragen aan een beter gebruik van fiets en openbaar vervoer. Het fietsbeleid is vastgelegd in het Fietsplan gemeente Doetinchem 2009. Vanuit haar rol als wegbeheerder zal Doetinchem streven naar een goede bereikbaarheid van de belangrijke buscorridors en het station. Bij de inrichting van het wegennet zal rekening gehouden worden met de bus. Verder zal Doetinchem insteken op het beter toegankelijk maken van intensief gebruikte bushaltes.
Voor het plangebied zijn in het mobiliteitsplan geen specifieke actiepunten beschreven. Wel wordt aangegeven dat voor de bereikbaarheid van het centrum de verbinding tussen de
C. Missetstraat en de Terbogseweg van belang is. De ontwikkeling van Hamburgerbroek Noord, en specifiek het Intermecoterrein, heeft een geringe invloed op de bereikbaarheid van het centrum. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van het beleid.
De parkeernota Kwaliteitsimpuls Parkeren Doetinchem, vastgesteld door de raad op 25 september 2008, omvat een toekomstgerichte uitwerking van de beleidsrichtingen die in het mobiliteitsplan staan. Doelstelling van de parkeernota is het bereiken van een optimale afstemming van de parkeervraag en het parkeeraanbod gedurende de komende jaren.
Belangrijkste constateringen in de parkeernota zijn:
Ten behoeve van een verbetering van het parkeersysteem worden in de parkeernota enkele ruimtelijke aanbevelingen gedaan.
Het beleid geeft aan dat een parkeergarage voor openbaar gebruik in Hamburgerbroek niet direct noodzakelijk is voor uitbreiding van de parkeercapaciteit van Doetinchem. Aangezien het plangebied en het stedenbouwkundig plan niet voldoende ruimte biedt voor parkeren op eigen terrein, is een parkeergarage voor eigen gebruik nodig. Het beleid omtrent parkeren vormt verder geen belemmering. In paragraaf 4.3.4 wordt nader op het aspect parkeren ingegaan.
Het fietsplan is in juli 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. In het plan is de C. Missetstraat aangewezen als een belangrijke fietsroute. Het fietspad langs de spoorlijn maakt onderdeel uit van het hoofdfietspadennetwerk. De kruising met de C. Missetstraat is een aandachtspunt. Onderzoek naar een ongelijkvloerse kruising is opgestart en zal in 2010 moeten leiden tot een besluit. Deze tunnel kan gevolgen hebben voor de verkeersruimte aan de zuidkant van het plangebied.
Dit plan is vastgesteld door de gemeenteraad in juli 2009. Het wegcategoriseringplan geeft een functie en de gewenste inrichting van het wegennet weer. De C. Missetstraat heeft de functie van gebiedsontsluitingsweg en heeft derhalve een belangrijke verkeersfunctie. De verkeerscirculatie in de IJsselkade, Spinbaan en Melkweg is nog in studie en zal in 2010 tot een besluit leiden.
Het Groenstructuurplan Doetinchem (1992) heeft als doel richting te geven aan de gewenste opbouw en ontwikkeling van het groen in de stad. De hoofddoelstelling van het groenbeleid is het instandhouden en realiseren van groenvoorzieningen die bijdragen aan het welzijn van de inwoners van de gemeente. De waarde van het groen wordt bepaald door de kwaliteit – gevormd door de structurerende betekenis, de functionele betekenis en beplantings- en onderhoudstechnische aspecten – en de kwantiteit (aantal vierkante meters per inwoner).
Voor het plangebied zijn in het groenstructuurplan geen concrete ontwikkelingen opgenomen. Het bestemmingsplan past binnen de uitgangspunten van dit beleid.
De bescherming, de herplant en het kappen van bomen is geregeld in de gemeentelijke bomenverordening. De beleidsregels voor toepassing van deze regelgeving zijn opgenomen in de notitie “Beleidsregels bomenverordening gemeente Doetinchem” (2006). Deze notitie bevat het beleid ten aanzien van de beoordeling kapaanvragen en belangenafweging, bijzondere bomen en de duurzame instandhouding en bescherming van bomen. Het bomenbeleid is in essentie gericht op het behoud van (toekomstig) waardevolle bomen en boomstructuren. In de vorm van een lijst met Bijzondere bomen (moet nog vastgesteld worden) en een boomstructuurplan (planning 2010/2011) zal hieraan uitwerking worden gegeven.
Bomen dragen in belangrijke mate bij aan de structuur, identiteit, belevingswaarde, ecologische waarde en gebruikswaarde van de (woon)omgeving en worden dan ook beschouwd als de belangrijkste groenelementen in de stedelijke omgeving. Hierbij geldt dat naarmate bomen ouder zijn de waarde voor de omgeving toeneemt. Om deze reden is het van belang in de bestaande situatie en bij nieuwe ontwikkelingen met zorg om te gaan met aspecten van beheer en inrichting van de boom en zijn groeiplaats.
In het plangebied zijn geen te beschermen waardevolle bomen aanwezig. De in het plangebied aanwezige flora en fauna wordt beschreven in paragraaf 4.3.1.
Met de detailhandelsnota 'Perspectief detailhandel Doetinchem', d.d. oktober 2008 beoogt de gemeente de bestaande detailhandelsstructuur te versterken. Daarnaast wil zij optimaal inspelen op de wensen van de consument en trends en ontwikkelingen en een kader bieden om toekomstige plannen voor detailhandel goed onderbouwd te beoordelen.
De detailhandelsnota heeft een tijdshorizon van 10 jaar voor het beleid op hoofdlijnen en een termijn van vijf jaar gericht op specifieke deelgebieden.
De structuur van het winkelaanbod in Doetinchem is vrij hiërarchisch.
Verspreid over Doetinchem buurt- en wijkwinkelcentra t.b.v. de dagelijkse verzorging.
Afbeelding 2.4: Structuur detailhandel Doetinchem
De ontwikkelingsrichting voor de verschillende winkelgebieden is:
De te realiseren commerciële functies in het plangebied zijn slechts wijkvoorzienende functies. Qua aanbod zullen de functies geenszins concurreren met het aanbod van winkels in het centrum van Doetinchem. Dit wordt vastgelegd door maximaliseren van het aantal vierkante meters aan detailhandel. In het plangebied zal ruimte worden geboden voor de komst van 1 à 2 supermarkten, waarbij gesteld wordt dat het gaat om de verplaatsing van bestaande supermarkten in Doetinchem en dat dus geen extra supermarkten worden toegevoegd. De ontwikkeling van het plangebied, sluit aan op hetgeen is opgenomen in de detailhandelsnota.
Op 7 februari 2008 is door de raad van de gemeente Doetinchem de kantorennota "Ruimte voor kantoren in Doetinchem" vastgesteld. Een van de uitgangspunten voor de gemeente Doetinchem is de versterking van de centrumfunctie voor kantoren in de regio Achterhoek. Binnen de regio vormt Doetinchem een concentratie aan economische activiteiten. Kantoren maken hier onderdeel van uit. Van belang is om zo optimaal mogelijk in te spelen op trends en ontwikkelingen en de behoefte van ondernemers aan kantoren.
Het aanbieden van voldoende kantorenlocaties van de juiste kwaliteit op de juiste plek is een van de middelen die de gemeentelijke overheid ten dienste staan om de lokale economie te stimuleren. Andere middelen zijn het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat door het zorgen voor een goede bereikbaarheid, het bieden van een goede omgevingskwaliteit en het aanbieden van aantrekkelijke woon- en werkmilieus. Het aanbieden van kantorenlocaties is onderhevig aan trends en ontwikkelingen. In de nota wordt een opsomming gegeven van deze trends en ontwikkelingen op zowel nationaal als regionaal niveau, voor zowel vraag als aanbod.
In het ruimtelijk scenario voor kantoorontwikkeling is gekozen voor het scenario 'Gematigde spreiding'. In dit scenario vinden groot- en kleinschalige kantoorontwikkeling in Hamburgerbroek-Zuid en langs de Terborgseweg/Koopmanslaan richting de A18 plaats. Zeer beperkte kantoorontwikkeling is voorzien voor het Ei en de Schil en in woonwijken. Een gemengde functie met kantoorruimte is mogelijk op specifieke toegangswegen naar de stad: de Bedrijvenweg, deel Verheulsweide. Hier ziet de gemeente toe op een uitmuntende stedenbouwkundige vormgeving, aangezien de bedrijven aan deze weg bijdragen aan de entreefunctie van de stad. Overige gemengde kantoorfuncties, ook van kleinschaliger aard, worden mogelijk in Hamburgerbroek-Zuid op het Vredesteinterrein.
Op bedrijventerreinen worden geen nieuwe kantorenclusters voorzien, noch worden 100% kantoren toegestaan. Voor kantoorontwikkeling op bedrijventerreinen geldt het volgende principe: van het te realiseren brutovloeroppervlak aan bedrijfsruimte mag in dit geval per bouwperceel maximaal 50% gebruikt worden voor kantoorruimte, mits de kantoorruimte zowel fysiek als procesmatig is gekoppeld aan de bedrijfsruimte.
In de kantorennota is onderhavige ontwikkeling van het Intermecoterrein reeds meegenomen, waarbij met name de gemengde invulling van het gebied met commerciële functies en wonen, enerzijds dichtbij het centrum en anderzijds dichtbij een vervoersknooppunt aansluit bij het gemeentelijke beleid.
Het supermarktenbeleid voor Doetinchem is door de gemeenteraad op 12 november 2009 vastgesteld. Het beleid gaat uit van een hoofdstructuur van supermarkten in Doetinchem, deze hoofdstructuur is:
De vestiging van supermarkten in onderhavig plangebied is in het supermarktenbeleid reeds verwoord. Aan de voorwaarde dat er in de kern Doetinchem geen sprake mag zijn van uitbreiding van het supermarktaanbod wordt voldaan, gelet op het feit dat het gaat om verplaatsing van bestaande supermarkten naar het Intermecoterrein. De beoogde realisatie van de supermarkten past dan ook binnen het gemeentelijk beleid.
In de nota cultuurhistorie, "Doetinchem Cultuurhistorierijk", november 2008 door de gemeenteraad vastgesteld als structuurvisie, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.
De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:
De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals landschap, wonen en werken, etc., welke de komende jaren een leidraad moeten vormen voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.
Binnen de gemeente Doetinchem wordt momenteel intensief onderzoek gedaan naar verschillende lagen. De inventarisatie van het industrieel erfgoed is onlangs afgerond. Dit heeft onder andere opgeleverd dat tot 1992 een fabriek functioneerde (Intermeco) die nu zeker als waardevol en anders op zijn minst als karakteristiek was bestempeld. De schoorsteen van de fabriek is in 1983 gesloopt. De rest van de fabriek heeft nog tot 1992 gefunctioneerd en is daarna ook gesloopt. De oorsprong van de fabriek gaat terug tot de firma N.V. Beccon die in 1921 als emailleerfabriek en zinkerij werd opgericht.
De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Sinds de gemeentelijke herindeling (2005) is dit beleid ook van toepassing op het gebied van de voormalige gemeente Wehl.
Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen.
Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur en milieubelangen, inwoners en bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn Rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder.
Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het stedelijk gebied zijn de volgende gidsprincipes voor integraal waterbeheer van belang:
Door het toepassen van deze principes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem binnen de gemeentegrenzen, gecombineerd met een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water. Er is een goede samenwerking en afstemming tussen alle bij het waterbeheer betrokken partijen, en er vindt geen bestuurlijke, financiële of ruimtelijke afwenteling plaats. Dit is het algemene streefbeeld voor 2030.
In het waterplan wordt het algemene streefbeeld per functie en thema nader uitgewerkt. In paragraaf 4.3.2 wordt nader op het aspect water ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op het gestelde in het waterplan.
Op 6 januari 2011heeft de gemeenteraad van Doetinchem ingestemd met het Planologisch Beleid 2011. Het planologisch beleid vormt het ruimtelijk beleidskader voor woningen en bijbehorende bouwwerken. In de nota wordt beleid geformuleerd voor kleine bouwplannen met betrekking tot woningen. Ook voorziet de nota in een belangrijke verruiming en versoepeling van de tot nu toe gehanteerde bouwvoorschriften. In de voorgestelde regeling is een onderscheid gemaakt tussen:
Daarnaast zijn een aantal relatief ondegeschikte bouwactiviteiten die voorheen als afwijking verleend kon worden, nu als 'bij recht' toegestane bouwactiviteiten opgenomen. Dit zijn bijvoorbeeld erkers, toegangspartijen en overkappingen in de voortuin van een woning. Verder zijn versoepelingen doorgevoerd voor:
Met het Planologisch Beleid 2011 ligt er een vernieuwde basis voor omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen. Daarnaast is het beleid de basis voor nieuwe planontwikkelingen.
De uitgangspunten van het Planologisch beleid 2011 zijn zoveel als mogelijk verwerkt in het onderhavige bestemmingsplan.