direct naar inhoud van 2.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Saronixterrein e.o. - 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0222.R36B025A-0003

2.4 Gemeentelijk beleid

2.4.1 Masterplan Schil

Het structuurplan Masterplan Schil, d.d. 13 december 2007, geeft een brede ruimtelijke visie over het gebied rondom het centrum van Doetinchem. Daarin zijn verschillende ontwikkellocaties opgenomen. Het Masterplan spreekt zich uit over de stedenbouwkundige kwaliteit in De Schil en schetst het plan de agenda en spelregels voor de verschillende ontwikkellocaties. Centraal bij de gebiedsontwikkeling in De Schil staat een zodanige aanpak dat de ruimtelijke kwaliteit van De Schil verbetert, de centrumfunctie van Doetinchem sterker wordt, de investeringen en plankosten worden terugverdiend en er vanaf 2008 zichtbare resultaten zijn.

Het plangebied is gelegen binnen het plangebied voor het gemeentelijk structuurplan Masterplan De Schil.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R36B025A-0003_0002.jpg"

Figuur 3 Uitsnede Masterplan Schil

Dit plan

Het plangebied maakt onderdeel uit van de ontwikkellocatie Heelweg. De ontwikkeling van het Saronixterrein en de omliggende gronden is de beoogde uitwerking die in het Masterplan reeds is aangekondigd. Voorliggend bestemmingsplan voldoet dan ook aan hetgeen in het Masterplan Schil met betrekking tot dit plangebied is beschreven.

2.4.2 Mobiliteitsplan

Op 12 juli 2007 heeft de gemeenteraad het mobiliteitsplan vastgesteld.

Het Mobiliteitsplan schetst vanuit ruimtelijk-economisch-perspectief de opgaven voor het mobiliteitsbeleid op korte en middellange termijn. Aan de hand van een analyse van ontwikkelingen en knelpunten zijn vervolgens de concrete problemen en oplossingsrichtingen geformuleerd. Dit leidt tot een integraal pakket van bereikbaarheidsmaatregelen gericht op de auto, het openbaar vervoer, het langzame verkeer en een visie op de wegen en fietsstructuur. Parkeerbeleid is daarvan integraal onderdeel. Vervolgens wordt aangegeven hoe randvoorwaarden van leefbaarheid en veiligheid worden gewaarborgd. In het Mobiliteitsplan is ook aandacht voor de financiële consequenties en mogelijkheden en de wijze waarop de mobiliteit duurzaam wordt gemonitoord.

Voor het Centrum en de industriegebieden van Doetinchem is gekozen voor een extra accent op bereikbaarheid. Voor leefbaarheid en verkeersveiligheid geldt daar het minimumniveau. Voor de wijken, dorpen en het buitengebied is gekozen voor een extra accent op verkeersveiligheid. Voor bereikbaarheid en leefbaarheid geldt daar het minimumniveau.

In de gemeente worden vijf probleemclusters onderscheiden:

  • 1. probleemcluster centrum west (Keppelseweg-Hofstraat-Kruisbergseweg);
  • 2. probleemcluster corridor aansluiting 3 A18 - Europaweg;
  • 3. probleemcluster corridor aansluiting 4 A18 - Terborgseweg-J F Kennedylaan-kruising J F Kennedylaan/Varsseveldseweg;
  • 4. probleemcluster centrum zuidoost (Gaswal-Missetstraat-IJsselkade-Raadhuisstraat);
  • 5. probleemcluster Weemstraat (inclusief doorgaand verkeer regionaal bedrijventerrein-Zutphen).

Dit plan  

De probleemcluster één is van toepassing op de wegen rondom het plangebied. Voor het plangebied zelf zijn geen probleemclusters aangewezen. Voor het bestemmingsplan Saronix is daarom geen onderzoek nodig. In 4.3 wordt nader op het aspect verkeer en parkeren ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op de uitgangspunten van het Mobiliteitsplan

2.4.3 Actualisatie Detailhandelsbeleid 2012 - 2015

Eind 2012 wordt na verwachting de "Actualisatie Detailhandelsbeleid 2012 - 2015" door de gemeente Doetinchem vastgesteld. Belangrijke redenen die de noodzaak van de actualisatie onderstrepen zijn:

  • De snel veranderende omgeving (bijvoorbeeld de opkomst van internetwinkels) vraagt om een geactualiseerde visie van de gemeente (ruimtelijk-economische sturing). De detailhandelsvisie De kern weer bijzonder dateert uit 2006. Daarin is de ontwikkeling van internetwinkels bijvoorbeeld niet opgenomen. Daarnaast is in 2010 het koopstromenonderzoek gehouden. De opbrengsten van het koopstromenonderzoek staan in dit document.
  • Wetgeving van hogere overheden (bijvoorbeeld Europa) vraagt om een aanpassing van gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld de Europese Dienstenrichtlijn heeft gevolgen voor de huidige kaders van het supermarktbeleid (visie op buurt- en wijkwinkelcentra, 2009).
  • Ontwikkelingen in de regio Achterhoek en Liemers vragen om een duidelijke gemeentelijke visie.
  • Eén gemeentelijk verzameldocument waarin diverse onderdelen (van warenmarkt tot tankstation) een plek krijgen. Dit levert een betere ontsluiting van informatie op richting ondernemers en eigen organisatie.
  • Tot slot, de macro-economische situatie is op dit moment voor de winkeliers de belangrijkste onzekerheid; in het voorliggende rapport geven wij aan, dat we veel meer in handen aan stimuleringsprojecten en –instrumenten hebben, dan dat we denken.

Het doel van deze Actualisatie Detailhandelsbeleid 2012-2015 is dan ook:

"De gemeente wil proactief inspelen op de veranderde vraag vanuit de markt en de meeste recente wetgeving en jurisprudentie een plek geven in het voorliggende document. Het verschil met de bestaande documenten is dat dit document integraal op alle aspecten van de detailhandel ingaat, plek biedt voor de nieuwste trends en ontwikkelingen en hiermee laten we zien dat we als gemeente naar buiten durven kijken, zonder daarbij de kwaliteit die er al binnen de gemeente aanwezig is, teniet te doen. Dit doen we op basis van een proactieve houding naar burgers en ondernemers toe, bewust van onze regierol als het gaat om ruimtelijke ordening en met draagvlak binnen de gemeentelijke organisatie en winkeliers- en ondernemersverenigingen."

Detailhandel in buurt- en wijkwinkelcentra; supermarkten

Het huidige beleid voor vestiging en uitbreiding van supermarkten in Doetinchem (Visie op buurt- en wijkwinkelcentra, 2009) is mede ingegeven door overwegingen van economische ordening. Het beleid beoogt een hoofdstructuur voor supermarkten in de kern Doetinchem te geven. Het Economisch Overleg Doetinchem (EOD) had destijds om een dergelijk kader verzocht. De visie beoogt vanuit zowel economisch als van uit leefbaarheidperspectief kaders te stellen voor supermarktvestigingen.

De spreiding van supermarkten over de stad is redelijk goed, met twee wijkverzorgende centra (De Bongerd en Overstegen) en zeven buurtcentra. Geconstateerd werd dat aan de oostkant van de Oude IJssel het aanbod van supermarkten groter is, dan aan de westkant. Ook in het aanbod van supermarkten in en rond het centrum is weinig spreiding. De supermarkten liggen aan de oostkant van het centrum. Wij willen de concentratie van supermarkten aan de oostzijde van het centrum tegengaan en de supermarkten op nieuwe locaties (Saronix en Hamburgerbroek) faciliteren, zodat er een evenwichtige spreiding komt en bewoners op loop- of fietsafstand naar de supermarkt kunnen gaan. Wij zijn ook voor zoveel mogelijk keuzemogelijkheden voor de consument. Dit betekent ook zoveel mogelijk variatie in het supermarktaanbod naar aard en formule.

De markt is in beweging door de bouwprojecten en de uitbreidingswensen van enkele supermarkten. De gemeente streeft tot op heden na dat supermarkten evenwichtig gespreid zijn over de stad.

De gewenste hoofdstructuur is:

  • een sterk centrumaanbod bestaande uit enkele nabij het stadscentrum gelegen supermarkten, bij voorkeur gespreid om het centrum;
  • twee moderne wijkwinkelcentra met een stadsdeel verzorgende functie (De Bongerd en Overstegen);
  • vier buurtsteunpunten met een eigen verzorgingsfunctie voor omringende woongebieden (W. Brandtplein, Slotlaan, Dennenweg, Haareweg/Surinameplein).

Daarnaast zijn er solitair nog enkele supermarkten in wijken. De gemeente Doetinchem staat tot op heden selectieve uitbreiding toe voor de kern van Doetinchem, mits de uitbreiding tot een evenwichtig spreiding leidt en past binnen de bovenstaande gewenste hoofdstructuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.0222.R36B025A-0003_0003.jpg"

Figuur 4 Winkelgebieden Doetinchem

De rode cirkels geven de supermarkten aan die gaan stoppen in het najaar van 2012. De rode punten geven aan waar nieuwe ontwikkelingen gaande zijn; namelijk Saronix terrein en Hamburgerbroek-Noord.

Dit plan

In dit plan is plaats voor maximaal 2 supermarkten met maximaal 2300 m2 bvo op de begane grond en 120 m2 bvo op de verdieping met eventueel een aparte laad en losplaats die overdekt is.

Nu met onder andere de plannen Heelweg en Saronix het aantal huishoudens in Noordwest Doetinchem gestaag toeneemt, wordt de afwezigheid van supermarkt(en) hier steeds klemmender. Dat leidt tot veel ongewenst autoverkeer en een op dit punt suboptimaal woonklimaat. Er is hier een gat in de detailhandelsstructuur.

In de "Actualisatie Detailhandelsbeleid 2012 - 2015" staat het volgende genoemd over het supermarktbeleid: "De spreiding van supermarkten over de stad is redelijk goed, met twee wijkverzorgende centra (De Bongerd en Overstegen) en zeven buurtcentra. Geconstateerd werd dat aan de oostkant van de Oude IJssel het aanbod van supermarkten groter is, dan aan de westkant. Ook in het aanbod van supermarkten in en rond het centrum is weinig spreiding. De supermarkten liggen aan de oostkant van het centrum. Wij willen de concentratie van supermarkten aan de oostzijde van het centrum tegengaan en de supermarkten op nieuwe locaties (Saronix en Hamburgerbroek) faciliteren, zodat er een evenwichtige spreiding komt en bewoners op loop- of fietsafstand naar de supermarkt kunnen gaan. Wij zijn ook voor zoveel mogelijk keuzemogelijkheden voor de consument. Dit betekent ook zoveel mogelijk variatie in het supermarktaanbod naar aard en formule". Hierin staat het Saronix terrein dus met name genoemd. Het argument voor een supermarkt op het Saronix terrein is dat er een evenwichtige spreiding komt en veel bewoners op loop- of fietsafstand van een supermarkt wonen.

2.4.4 Nu en later comfortabel wonen

Of het nu gaat om starters, senioren, gezinnen of mensen met een laag inkomen: iedereen moet in Doetinchem comfortabel kunnen (blijven) wonen. Omdat iedereen verschillende woonbehoeften heeft wordt ingezet op 'Levensbestendig wonen' in een duurzame en prettige omgeving. Vanuit een regionale woonvisie wordt gewerkt aan de kwaliteit van bestaande woningen en nieuwe bouwprojecten.

Nieuwbouw

Er lopen 15 bouwprojecten waar huur- en koopwoningen in diverse prijsklassen voor verschillende doelgroepen worden gebouwd.

Er wordt gebouwd zodat nieuwe woningen gemakkelijk met het ouder worden van de bewoners mee kunnen groeien. Bijvoorbeeld met de mogelijkheid tot het plaatsen van steunen op het toilet.

Vrije kavels

Mensen worden gestimuleerd toekomstgericht te bouwen, dus met het oog op ouder worden. Bijvoorbeeld door rekening te houden met het bouwen van een slaapkamer op de begane.

Bestaande woningbouw

Samen met Sité woondiensten worden huurwoningen aangepast. Als er behoefte is aan bepaalde aanpassingen, zoals een traplift of steunen in de badkamer, dan wordt dit uitgevoerd.

Huiseigenaren worden gestimuleerd dat zij hun woning zo aanpassen dat er een heel leven lang in gewoond kan worden. De mogelijkheid tot een traplift moet blijven bestaan.

Dit plan

In dit plan worden allerlei soorten huur- en koopwoningen gerealiseerd, waarvan de koopwoningen in ieder geval levensloopbestendig zijn. Daarmee voldoet dit plan aan het hierboven gestelde beleid.

2.4.5 Bomenbeleid en de nieuwe Bomenverordening

De bescherming, de herplant en het kappen van bomen is geregeld in de gemeentelijke bomenverordening. De beleidsregels voor toepassing van deze regelgeving zijn opgenomen in de notitie “Beleidsregels bomenverordening gemeente Doetinchem” (2006). Deze notitie bevat het beleid ten aanzien van de beoordeling kapaanvragen en belangenafweging, bijzondere bomen en de duurzame instandhouding en bescherming van bomen. Het bomenbeleid is in essentie gericht op het behoud van (toekomstig) waardevolle bomen en boomstructuren. In de vorm van een lijst met Bijzondere bomen (moet nog vastgesteld worden) en een boomstructuurplan (planning 2010/2011) zal hieraan uitwerking worden gegeven.

Bomen dragen in belangrijke mate bij aan de structuur, identiteit, belevingswaarde, ecologische waarde en gebruikswaarde van de (woon)omgeving en worden dan ook beschouwd als de belangrijkste groenelementen in de stedelijke omgeving. Hierbij geldt dat naarmate bomen ouder zijn de waarde voor de omgeving toeneemt. Om deze reden is het van belang in de bestaande situatie en bij nieuwe ontwikkelingen met zorg om te gaan met aspecten van beheer en inrichting van de boom en zijn groeiplaats.

In het plangebied staan drie waardevolle bomen. Voor de bomen geldt dat in principe een straal van 10 meter uit de stam aangehouden dient te worden om de boom te beschermen. Voor één van deze bomen is een kapvergunning afgegeven met enkele voorwaarden. Bij het ontwikkelen van het plan is rekening gehouden met een afstand van 10 meter.

De aanwezige waardevolle bomen worden beschermd middels de kapverordening en de kapvergunning. In dit bestemmingsplan zijn derhalve geen maatregelen opgenomen.

Het onderhavige bestemmingsplan Saronixterrein e.o. - 2012 sluit daarmee aan op dit nieuwe beleid.

2.4.6 Nota Cultuurhistorie: "Doetinchem: Cultuurhistorierijk!"

In de nota cultuurhistorie, "Doetinchem: Cultuurhistorierijk!", d.d. november 2008, worden voorwaarden en kansen geschetst die het mogelijk maken om de Doetinchemse cultuurhistorie te behouden, te beheren en te ontwikkelen. De nota gaat in op de cultuurhistorische opgave voor de komende 10 jaar.

De cultuurhistorie moet weer op een positieve manier in beeld komen. Een aantal speerpunten daarbij zijn:

  • Besef van en waardering voor het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Kennisvermeerdering over het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Visualisatie en exposure van het cultuurhistorisch erfgoed;
  • Stimulering wisselwerking tussen cultuurhistorisch erfgoed, moderne stedenbouw en landschapsontwikkeling.

De gemeente Doetinchem kent verschillende historische identiteiten, zoals het sterk gevarieerde landschap met haar karakteristieke boerderijen, de naoorlogse wijken en het industrieel erfgoed van detailhandel tot ware industrie. Deze vormen de komende jaren een leidraad voor het cultuurhistorisch beleid. Daarnaast moet het cultuurhistorisch beleid zoveel mogelijk aansluiten op bestaande wetgeving.

Binnen de gemeente Doetinchem wordt gewerkt aan een inhaalslag op het gebied van informatie en kennis over de cultuurhistorie. Iedere ruimtelijke ontwikkeling moet benut worden om de kennisleemte verder aan te vullen. Daarnaast moet de reeds beschikbare kennis benut worden als belangrijk ingrediënt en inspiratiebron bij de betreffende ontwikkeling.

De gemeente is op dit moment bezig met een grote inhaalslag wat betreft de cultuurhistorische waardering van de Doetinchemse wijken. Inmiddels hebben de cultuurhistorische verkenningen 1940-1965 en vooroorlogse woningbouw plaatsgevonden. Uit deze verkenning zijn enkele beeldbepalende panden naar voren gekomen. Bij deze panden is het belangrijk dat het aanzicht behouden blijft dan wel verbeterd. In de Erfgoedverordening van de gemeente Doetinchem zijn deze panden beschermd tegen sloop. In de lijn van de nota is er onderzoek uitgevoerd op het te ontwikkelen gebied. In paragraaf 4.9 wordt duidelijk gemaakt wat er met de uitkomsten van de onderzoeken is gedaan.

Het plangebied Saronix kent een monument. Dit monument blijft behouden, maar krijgt door middel van dit bestemmingsplan een andere functie. Door deze functiewijziging kan het gebouw worden bewaard.

Dit plan

In de bovenstaande tekst is niet ingegaan op historisch landschappelijke aspecten, omdat het plangebied al lange tijd onderdeel uitmaakt van de stad Doetinchem. Het bestemmingsplan Saronix sluit aan op de nota cultuurhistorie "Doetinchem: Cultuurhistorierijk!".

2.4.7 Waterplan Doetinchem

De gemeente Doetinchem heeft samen met het waterschap Rijn en IJssel het Waterplan Doetinchem opgesteld. In dit beleidsdocument is de integrale omgang met water in stedelijk en landelijk gebied aangegeven ter ondersteuning van het streven te komen tot veerkrachtige watersystemen en het scheiden van vuil- en schoonwaterstromen als principe. Sinds de gemeentelijke herindeling (2005) is dit beleid ook van toepassing op het gebied van de voormalige gemeente Wehl.

Het Waterplan Doetinchem bundelt op lokaal niveau het inzicht in de huidige situatie en geeft in de streefbeelden en ambities aan hoe duurzaamheids- en gidsprincipes van integraal waterbeheer in plannen vertaald kunnen worden. Hierin zijn belangen van ruimtelijke ordening, milieu, natuur en toerisme meegewogen.

Het waterplan is door de gemeente in samenwerking met waterschap, waterbedrijf, vertegenwoordigers van natuur en milieubelangen, inwoners en bedrijfsleven tot stand gekomen. In het waterplan zijn Rijksbeleid, provinciaal beleid en het beleid van het waterschap als fundamentele elementen opgenomen. Het Waterplan uit 2003 en het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 vormen samen de basis voor de omgang met water in het algemeen en het rioleringsstelsel in het bijzonder.

Met betrekking tot de ruimtelijke ordening en het stedelijk gebied zijn de volgende gidsprincipes voor integraal waterbeheer van belang:

  • Het toepassen van de drietrapsstrategie: vasthouden, bergen en afvoeren;
  • Water van schoon naar minder schoon laten stromen (geen afwenteling);
  • Met water de identiteit van een plek zichtbaar maken;
  • Een goede communicatie opzetten (intern en extern);
  • Water als mede-ordenend principe toepassen bij ruimtelijke plannen;
  • Samenwerken en afstemmen;
  • Balans in watersysteem en waterketen.

Door het toepassen van deze principes wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een robuust, veerkrachtig en gezond watersysteem binnen de gemeentegrenzen, gecombineerd met een aantrekkelijke woonomgeving met optimale belevings- en gebruiksmogelijkheden van het water. Er is een goede samenwerking en afstemming tussen alle bij het waterbeheer betrokken partijen, en er vindt geen bestuurlijke, financiële of ruimtelijke afwenteling plaats. Dit is het algemene streefbeeld voor 2030.

In het waterplan wordt het algemene streefbeeld per functie en thema nader uitgewerkt. In paragraaf 4.8 wordt nader op het aspect water ingegaan. Dit bestemmingsplan sluit aan op het gestelde in het waterplan.