Artikel 17 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen ten behoeve van:
-
a. het in geringe mate aanpassen van het plan, teneinde enig onderdeel van het plan, zoals een bestemmingsgrens of een bouwgrens, te veranderen, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwezenlijking van het plan gewenst of noodzakelijk is en de bestemmingsgrens niet meer dan 5 m en de bouwgrens niet meer dan 10 m worden verschoven;
-
b. het oprichten van gebouwen van openbaar nut (zoals transformatorhuisjes en gemaalgebouwtjes) met een inhoud van maximaal 100 m3 en een goothoogte van maximaal 4 m;
-
c.
het verkleinen of geheel schrappen van de in het plan (verbeelding)
opgenomen aanduiding 'veiligheidszone - lpg', indien wordt aangetoond dat
het planologisch aanvaardbaar is om in het plan een kleinere zone
respectievelijk geen zone op te nemen. Aanleiding voor een verandering van
deze zone kan bijvoorbeeld zijn: gewijzigde regelgeving, (in milieuvergunning
opgenomen) gewijzigde jaardoorzet LPG of getroffen maatregelen aan of
rondom de bron.