Plan: | Slangenburg Natuurontwikkeling - 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | projectbesluit |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R07P238A-0004 |
De Regionale Structuurvisie Achterhoek, d.d. 26 april 2004, is een document dat is opgesteld door de regio Achterhoek ten behoeve van het leveren van een gebiedsgerichte bijdrage aan het Streekplan Gelderland 2005. Op basis van de huidige ruimtelijke structuur en de ambities is nagedacht over hoe karakteristieken en kwaliteiten in de toekomst verder ontwikkeld moeten worden. Dit heeft geleid tot het strategisch ontwikkelingsbeeld. Centraal staat daarbij dat de regio de kenmerkende landschappelijke verschillen in de toekomst wenst te behouden en te versterken of te herstellen. De karakteristieken van de landschapstypen bieden aanknopingspunten voor de inpassing van nieuwe ontwikkelingen. Daarbij wordt de ecologische hoofdstructuur beschouwd als belangrijke structuurdrager van het landschap. Ook de verspreid liggende dorpen vormen een belangrijk onderdeel van het ontwikkelingsbeeld.
In de structuurvisie zijn twee doelstellingen met elkaar vervlochten. Enerzijds wordt een grotere dynamiek in de regio nagestreefd anderzijds is het behoud van de eigen ruimtelijke kwaliteiten een centrale doelstelling. Middels het gelaagd principe worden nieuwe ontwikkelingen zodanig gestuurd dat zij zo goed mogelijk passen in het strategisch ontwikkelingsbeeld. Er bestaan drie lagen:
Structuurvisie
Het projectbesluit Slangenburg Natuurontwikkeling - 2010 ligt het landelijk gebied. Voor het plangebied staan in de Structuurvisie Achterhoek geen specifieke ontwikkelingen beschreven.
De gronden rond de Slangenburg zijn locaties die vallen binnen de werkingssfeer van het Reconstructieplan Achterhoek en Liemers.In het Reconstructieplan wordt onderscheid gemaakt in drie zones: extensiveringsgebied, verwevingsgebied en landbouwontwikkelingsgebied.
De te ontwikkelen gronden voor natuur zijn gelegen binnen het extensiveringsgebied. Hierbinnen ligt het primaat bij natuur of wonen. Uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderijen is hier niet mogelijk. Dit houdt verband met de gevoeligheid van het extensiveringsgebied dat voornamelijk bestaat uit bestaande kwetsbare natuurgebieden met een beschermingszone van 250 meter daar omheen. In deze gebieden gaat het naast ammoniak ook om de realisatie van de EHS, de realisatie van landschappelijke doelstelling en om maatregelen op het gebied van water.
De toevoeging van nieuwe natuur, gelegen binnen de EHS en het extensiveringsgebied, past binnen het provinciaal beleid. Met de toevoeging van nieuwe natuur wordt voldaan aan de uitgangspunten die gelden binnen de EHS , namelijk het behoud en de ontwikkeling van natuur. De te nemen inrichtingsmaatregelen en de na te streven natuurdoelen passen binnen het Gebiedsplan natuur en landschap.
De functieverandering van agrarisch naar natuur heeft geen ruimtelijke gevolgen en zal daardoor geen negatieve ruimtelijke effecten hebben op het gebruik van omliggende gronden en het landschapspatroon.
Het doel van het gebiedsplan Natuur en Landschap Gelderland is het versterken van natuur, bos en landschap in de provincie Gelderland. Dit plan geeft voor de gehele provincie aan welke natuur-, bos- en landschapsdoelen de provincie wil realiseren.
Oost-Gelderland staat bekend als het gebied waar natuur en cultuur met elkaar verweven zijn; de natuurwaarden zijn het resultaat van eeuwenlange menselijke invloed. De meest bijzondere natuurwaarden zijn ten eerste verbonden aan beken en beekbegeleidende bossen, die vaak onderdeel van landgoederen zijn. Hoewel de meeste beken gegraven en vergraven zijn, zijn er hoge natuurwaarden aanwezig, die kunnen toenemen wanneer de beek meer ruimte krijgt.
Veel bos in de Achterhoek ligt in kleine eenheden, waardoor het kwetsbaar is voor inspoeling van mest en verdroging. Ook is er veel verspreide woon- en recreatiebebouwing in bossen aanwezig. De restanten van de woeste gronden zijn van groot belang: hoogveen, natte heide, vennen, blauwgrasland, etc. Naast Winterswijk en Graafschap liggen deze ook in de centrale Achterhoek (Koolmansdijk).
De laatste decennia is door natuurherstel en natuurontwikkeling op diverse plaatsen soortenrijk schraalland tot ontwikkeling gekomen, bijvoorbeeld de Heidenhoekse vloed bij Zelhem. Andere terreinen zijn flink uitgebreid, zoals Koolmansdijk bij Lievelde.
In de heidebebossingen en in de centrale Achterhoek liggen nog diverse mogelijkheden om deze zeldzame en bedreigde levensgemeenschappen te herstellen. De stikstofdepositie is echter overal te hoog. Vooral de natuur op de arme zandgronden staat hierdoor onder druk. Het betreft heide, hoogveen, vennen en bossen op zandgrond. Door verdroging wordt het effect van de stikstofdepositie versterkt.
De kleinschalige verweving van natuur en cultuur heeft verschillende kanten. Deze is landschappelijk en recreatief aantrekkelijk en maakt het gebied geschikt voor allerlei dieren, zoals insecten (weidebeekjuffer, bont dikkopje), amfibieën (kamsalamander, boomkikker), vogels (steenuil, kerkuil) en de das. De rijk geschakeerde structuur geeft veel mogelijkheden voor kleinschalige natuurontwikkeling in combinatie met landschapsherstel.
De natuurwaarden staan echter constant onder druk van andere functies en herstel van de noodzakelijke milieu- en watercondities stuit op veel weerstand. Versnippering ligt op de loer en het tot stand brengen van robuuste eenheden is moeilijk.
De kernkwaliteiten in Oost-Gelderland bestaan onder andere uit:
Ontwikkelingsopgaven in Oost-Gelderland zijn onder andere: