Plan: | Happert en Kruisberg - 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0222.R19B050A-0003 |
Het Streekplan Gelderland 2005, kansen voor de regio, is op 29 juni 2005 vastgesteld. Daarna heeft de provincie drie herzieningen vastgesteld, waarvan de herziening voor de herbegrenzing van EHS, vastgesteld op 1 juli 2009, relevant is voor Doetinchem. Het Streekplan bevat de beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in Gelderland voor de komende 10 jaar.
Streekplankaart: Ruimtelijke ontwikkeling, uitsnede Doetinchem
Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend:
Het plangebied Happert en Kruisberg - 2012 is deels gelegen in het rode raamwerk en deels in het multifunctioneel gebied. In het deel waar het multifunctionele gebied is sprake van waardevol landschap en van de EHS. Deze gebieden zijn op een juiste manier vertaald in het bestemmingsplan. Zie hiervoor de toelichting op de regels, paragraaf 5.3.2.2, de bestemming Bos. Voor het overige staan in het Streekplan Gelderland 2005 geen specifieke ontwikkelingen beschreven voor het plangebied.
De streekplanuitwerking Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse ecologische hoofdstructuur (EHS), d.d. 16 mei 2006, beschrijft gedetailleerd de kenmerken van de ecologische hoofdstructuur. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van de EHS is geregeld in het Streekplan Gelderland 2005.
Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten afwegingen worden gemaakt. Om deze goed te kunnen maken is een gedetailleerde beschrijving van de eigenschappen van EHS in de streekplanuitwerking opgenomen. De streekplanuitwerking is daarmee voor gemeenten een middel waarmee zij weloverwogen afwegingen kunnen maken.
Het doel van de streekplanuitwerking is er voor te zorgen dat de gewenste natuurkwaliteit in de ecologische hoofdstructuur kan worden behouden en verbeterd. De provincie doet dit door plantoetsing en planbegeleiding. Met planbegeleiding kan de provincie actiever sturen op de door haar gewenste ontwikkelingen. Meedenken en meepraten in een vroeg stadium van planvorming is dan gewenst. De in de streekplanuitwerking geformuleerde ontwikkelingsdoelstellingen vormen hiervoor de inhoudelijke basis.
Voor de EHS geldt de 'nee tenzij'-benadering. Dit houdt in dat wijzigen van het bestemmingsplan uitsluitend wordt toegestaan als er groot maatschappelijk belang op het spel staat en er geen redelijke alternatieven zijn. De kernkwaliteiten en omgevingscondities vormen het toetsingskader.
Gemeenten moeten de bescherming van de natte delen van de EHS, de HEN-wateren en de bijbehorende beschermingszones in de bestemmingsplannen regelen. Voor Doetinchem zijn dit de volgende kernkwaliteiten:
Streekplanuitwerking – Kernkwaliteiten EHS
In het plangebied Happert en Kruisberg - 2012 is een deel van de EHS gelegen. Dit is rondom het Huis van Bewaring De Kruisberg en het gebied ten noorden van de Kelderlaan, tussen de Kruisbergseweg en de 2e Loolaan. De ontwikkeling sluit aan op de doelstellingen zoals aangegeven in het streekplan. De EHS is, zoals al aangegeven in 3.3.1 op een juiste manier vertaald in het bestemmingsplan. Zie hiervoor de toelichting op de regels, paragraaf 5.3.2.2, de bestemming Bos.
De provincie Gelderland heeft op 15 december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland (RVG) vastgesteld. Deze is op 27 juni 2012 is de eerste herziening ervan vastgesteld.
In de RVG staan de regels die de provincie stelt aan de bestemmingsplannen van gemeenten. Een Ruimtelijke Verordening is een juridische vastlegging van de provinciale structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005), streekplanuitwerkingen en -herzieningen. De provincie voegt in de Ruimtelijke Verordening geen nieuw beleid toe.
De RVG heeft voor de ecologische hoofdstructuur invloed op het plangebied. Hiervoor zijn in de regels van het voorliggende bestemmingsplan voorzieningen getroffen. Zie hiervoor de toelichting op de regels, paragraaf 5.3.2.2, de bestemming Bos .
In het Waterplan Gelderland 2010-2015 wordt met betrekking tot stedelijk gebied aangegeven, dat inrichting en beheer van het waterhuishoudkundig systeem gericht zijn op:
De waterketen in stedelijk gebied is zodanig ingericht dat deze geen negatieve invloed heeft op het grond- en oppervlaktewater. Stedelijke ontwikkelingen en stedelijke herinrichting en herstructurering dient “waterneutraal” te zijn en wordt benut om het watersysteem waar nodig op orde te brengen en te verduurzamen.
Op het plangebied Happert en Kruisberg - 2012 heeft het waterplan invloed. In het noordelijke deel van het plangebied is een 'beschermingszone natte landnatuur'. In paragraaf 4.4 Water wordt nader op het aspect water ingegaan.