In het paardenbakkenbeleid is de mogelijkheid opgenomen tot het verlenen van een objectgebonden gedoogbeschikking voor een bestaande paardenbak die op een afstand van 20 meter tot 25 meter was gelegen van de omliggende woningen. Van deze mogelijkheid wordt geen gebruik meer gemaakt.
Waarom is het bestaande paardenbakkenbeleid gewijzigd?
De rechtbank Gelderland heeft uitspraak gedaan in een zaak waarin onder andere de objectgebonden gedoogbeschikking ter discussie stond. De rechtbank is van mening dat gedogen alleen kan als in de toekomst een legale situatie ontstaat (dus een situatie van tijdelijke aard die daarna wordt verwijderd of die definitief wordt toegestaan met een vergunning). Een vergunning kan alleen worden verleend als de paardenbak op een afstand van 25 meter of meer van de omliggende woningen is gelegen. De objectgebonden gedoogbeschikking had betrekking op paardenbakken met een afstand van 20 tot 25 meter. Voor deze paardenbakken kon na de gedoogperiode dus geen vergunning worden verleend. Om die reden maken wij geen gebruik meer van de mogelijkheid van een objectgebonden gedoogbeschikking.
Wat zijn de gevolgen van de aanpassing van het paardenbakkenbeleid?
Het bestaande paardenbakkenbeleid moet op basis van deze uitspraak aangepast worden. Bestaande paardenbakken waarvoor al een objectgebonden gedoogbeschikking is afgegeven mogen blijven liggen zo lang die gedoogbeschikking geldig is. Nieuwe paardenbakken komen niet meer in aanmerking voor een objectgebonden gedoogbeschikking. Daarvoor moet u een omgevingsvergunning aanvragen.