Bekendmaking lijst categorieën van gevallen (Wabo) en Bekendmaking delegatiebesluit (Wro)

Dit item is verlopen op 15-07-2015.
Gegevens bekendmaking
Bekendmaking heeft betrekking op: Gemeente Epe
Publicatiedatum: 02-06-2015
Soort bekendmaking: Overig

Bekendmaking lijst categorieën van gevallen (Wabo) en Bekendmaking delegatiebesluit (Wro)

Het college van burgemeester en wethouders maakt het volgende bekend.

In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat als een aanvraag om een omgevingsvergunning in strijd is met het bestemmingsplan, het college van burgemeester en wethouders daaraan alleen medewerking kan verlenen als de gemeenteraad een zogenaamde ‘Verklaring van geen bedenkingen’ heeft afgegeven.

De gemeenteraad kan hiervan afzien door een lijst van categorieën van gevallen aan te wijzen. Als een aanvraag om een omgevingsvergunning binnen de reikwijdte van deze lijst valt, hoeft er door het college van burgemeester en wethouders géén ‘Verklaring van geen bedenkingen’ bij de gemeenteraad te worden aangevraagd.

In zijn vergadering van 2 april 2015 heeft de gemeenteraad besloten in een aantal gevallen van het recht om een dergelijke verklaring af te geven, af te zien en ten behoeve daarvan een lijst met categorieën van gevallen aan te wijzen. Voor projecten die in de lijst genoemd staan, heeft het college van burgemeester en wethouders dus geen toestemming van de gemeenteraad nodig.

De gemeenteraad heeft het volgende besloten:

A
Onder intrekking van het besluit van 25 november 2010, categorieën van gevallen aan te wijzen waarin geen VVGB als bedoeld in artikel 6.5, derde lid van het Besluit omgevingsrecht is vereist voor het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Géén Verklaring van geen bedenkingen van de raad van de gemeente Epe is vereist in de volgende gevallen:

  1. (bouw)projecten voor maximaal 5 woningen
  2. (bouw)projecten - ten behoeve van nieuwbouw en of uitbreiding - voor zakelijke, maatschappelijke en recreatieve doeleinden tot een maximale bruto vloeroppervlakte van 1500 m2 conform NEN 2580
  3. (bouw)projecten - ten behoeve van een wijziging van bestaand gebruik en waarbij de bebouwde oppervlakte of bouwvolume toeneemt tot een maximale bruto vloeroppervlakte van 1500 m2 conform NEN 2580
  4. (bouw) projecten voor bedrijfsfuncties in de milieucategorie 1 en 2 tot een maximale bruto vloeroppervlakte van 1500 m2 conform NEN 2580
  5. (bouw)projecten voor aanpassing van bestaande en aanleg van nieuwe weg-, water-, parkeer- groenvoorzieningen
  6. (bouw)projecten voor openbare nutsvoorzieningen, voorzieningen voor openbaar vervoer, wegverkeer en waterverkeer
  7. (bouw)projecten voor bouwwerken, geen gebouw zijnde tot een hoogte van maximaal 40 meter
  8. projecten voor het wijzigen van de functie van onbebouwde gronden, niet ten behoeve van bouwen tot een maximale oppervlakte van 1 ha
  9. (bouw) projecten voor de uitbreiding van grondgebonden landbouwbedrijven, niet zijnde glastuinbouw, met een maximale bruto vloeroppervlakte van 1500 m2 conform NEN 2580
  10. projecten voor het behoud en ontwikkeling van natuur tot een oppervlakte van maximaal 1 ha.

B
Het vaststellen van het exploitatieplan, conform artikel 6.12, derde lid Wet ruimtelijke ordening, te delegeren aan burgemeester en wethouders, mits dat exploitatieplan betrekking heeft op besluiten waarvoor géén Verklaring van geen bedenkingen nodig is.

C
Ten aanzien van de procedure heeft de gemeenteraad het volgende besloten:

  1. Op het moment dat bekend is dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en deze ook valt binnen de vastgestelde lijst van categorieën van gevallen (waarvoor de raad géén Verklaring van geen bedenkingen hoeft af te geven), wordt aan de raad daarvan actief schriftelijk dan wel digitaal melding gedaan;
  2. Het ontwerpbesluit inzake een omgevingsvergunning als bedoeld onder 1, wordt actief schriftelijk dan wel digitaal ter informatie aan de raad kenbaar gemaakt;
  3. Tijdens de zes weken inzage termijn van het ontwerpbesluit als bedoeld onder 2 kan een lid van de raad het ontwerpbesluit gemotiveerd ter bespreking via de Agendacommissie voorleggen in de eerst volgende commissievergadering van de raad;
  4. De bespreking van het betrokken ontwerpbesluit in de commissievergadering van de raad heeft geen schorsende werking op de besluitvorming van het ontwerpbesluit inzake de omgevingsvergunning;
  5. De uitkomsten van de bespreking in de commissie vergadering van de raad worden aan het college meegegeven bij de behandeling van voornoemde aanvraag door het college.
  6. De lijst van categorieën van gevallen en de procedurele afspraken worden binnen drie jaar na vaststelling van dit besluit geëvalueerd en ter kennisname aan de raad voorgelegd.

Het besluit treedt in werking op de dag nadat het besluit is bekendgemaakt.

Epe, 2 juni 2015