Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 4 juni 2009 het bestemmingsplan “Buitengebied, 4e partiële herziening” gewijzigd heeft vastgesteld.
Het ontwerp-bestemmingsplan “Buitengebied 4e partiële herziening” omvat gedeeltelijk een correctieve herziening ex artikel 30 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bevat tevens provinciaal beleid dat vertaald dient te worden in het gemeentelijke bestemmingsplan, zoals de beschermingszones rond natte natuurgebieden.Tevens bevat het plan enkele feitelijke wijzigingen die zich in de loop van de tijd hebben voorgedaan.
Het ontwerp bestemmingsplan zoals dat ter visie heeft gelegen, is gewijzigd naar aanleiding van het honoreren van enkele zienswijzen.Tevens zijn er ambtelijke wijzigingen in het plan aangebracht. Een overzicht van alle wijzigingen is te raadplegen in de “Zienswijzennota/nota van wijzigingen, ontwerp bestemmingsplan Buitengebied, 4e p.h.”.
Het raadsbesluit en het vastgestelde bestemmingsplan met de bijbehorende zienswijzennota/nota van wijzigingen, liggen met ingang van 24 juni 2009 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage op werkdagen van 08.00 – 12.00 uur (op woensdag van 8.00 – 20.00 uur) bij de Publiekswinkel in het gemeentehuis te Epe.
Tegen de vaststelling van het bestemmingsplan kunnen gedurende de termijn van ter inzage legging bij Gedeputeerde Staten van Gelderland schriftelijk (wat de voorkeur heeft), mondeling of per e-mail bedenkingen worden ingebracht. Schriftelijke bedenkingen dient men te richten aan Gedeputeerde Staten van Gelderland, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Fax (026)3599480. Per e-mail kan dit alleen via: [email protected] (o.v.v. REW/RO/BV).
Diegene die van de mogelijkheid gebruik wil maken om mondelinge bedenkingen in te brengen kan tijdens werkdagen tussen 10.00 en 12.00 uur contact opnemen met het secretariaat van de afdeling Ruimtelijke Ordening: tel: (026) 3599820.
Van de mogelijkheid om een bedenking in te dienen kunnen gebruikmaken:
- Degene die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad kenbaar heeft gemaakt;
- Een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest overeenkomstig artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zijn zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan bij de raad kenbaar te maken;
- Een ieder, voor zover deze bedenkingen betrekking hebben op de wijzigingen die de raad bij de vaststelling in het plan heeft ingebracht.
Epe, 23 juni 2009
