Geschiedenis van het wapen

Het was vroeger niet gewoon om ergens een handtekening onder te zetten, zoals we dat tegenwoordig doen. In plaats daarvan hing men een zegel aan het stuk in kwestie. Epe kende al zo'n zegel in 1465. Het was van het kerspel Epe, waarop een hert staat afgebeeld. Het hert dat Epe vandaag nog in zijn wapen en logo heeft.

Hoe is het wapen van Epe ontstaan?

Het dorp Epe, de parochie, of zoals men vroeger zei: 'het kerspel Epe', bezat al in de Middeleeuwen een eigen wapen. Dit blijkt uit een zegel van het kerspel Epe dat hangt aan een perkamenten akte. Een charter van 4 april 1465, waarbij Henrick opten Brynck, Aernt Dorre en Frederick van Oerle, kerkmeesters van Epe, verklaren dat zij aan het St. Agnietenklooster in Elburg een tyns verkocht hebben. Dat wil zeggen een bedrag van anderhalve oude groot (een vroegere munt) per jaar uit landerijen in Oosterwolde. Bovengenoemde kerkmeesters hingen aan dit charter het zegel van het kerspel Epe, waaraan het gelukkig vrijwel onbeschadigd is blijven hangen. Op deze zegel staat "een koninklijk hert", een tienender, waarboven een klein schildje met het wapen van de vroegere Gelderse graven. In het wapen van Harderwijk is dit nog steeds te zien, namelijk een leeuw vergezeld van blokjes. Van de zegel van Epe is slechts één exemplaar bekend, namelijk dat van 1465. Was óók dit enige exemplaar verloren gegaan, dan zou men moeten veronderstellen, dat Epe, zoals de andere Veluwse dorpen, eerst in 1795 het hert als wapen had aangenomen. Nu weten we, dat het hert reeds in de middeleeuwen als wapen werd gevoerd. In ieder geval in 1465, maar mogelijk al veel eerder. Wellicht vóór 1400, waarop de stijl van de versieringen ook wijst.

Het hert van Epe

Of de inwoners, kerkmeesters of ambtsjonkers van Epe de zegel later gebruikt hebben, is niet bekend. Toen in 1795 de Franse revolutie ook in ons land had gezegevierd, namen de municipaliteiten (gemeentebesturen, gemeentelijke grondgebieden) van de voormalige richterambten een wapen aan en lieten een zegelstempel snijden. Vele plaatsen kozen een vrijheidsmaagd, bijvoorbeeld Ede en Ermelo kozen voor een vrijheidsboon. Maar wat kon Epe beter doen dan het hert weer te voeren? Men liet zegelstempels snijden met het hert als wapenfiguur. Zo zien we na 1465 in 1795 opnieuw het hert verschijnen op de gezegelde archiefstukken.

Verwarring: twee zegels

De heren van de municipaliteit van Epe lieten twee zegelstempels maken, waarop we een slank hert zien staan. De rechter voorpoot geheven, fier staande op de grond van gras. Het ene zegel, de grootste, heeft een lauwerkrans rondom het hert. Op de kleinere zegel is de lauwerkrans weggelaten, waaruit duidelijk blijkt dat de lauwerkrans slechts een decoratief element is en niet behoort tot het eigenlijke wapen van Epe. Een dergelijke krans van bladeren ontbreekt trouwens ook op het middeleeuwse zegel. Toen in 1815 de oproep in de Staatscourant verscheen van de Hoge Raad van Adel, koos Epe de grote zegel van 1795 (met lauwerkrans). Men was er blijkbaar niet van bewust, dat deze krans slechts een versierend element was en geen onderdeel vormde van het aloude wapen van Epe. Één ding was echter onbekend: men wist niet meer welke kleuren het oorspronkelijke wapen van Epe had. Daarom koos men maar de rijkskleuren: goud en blauw. Zo ontstond het huidige wapen van Epe.

De kleuren

In 1815 kende men de oorspronkelijke kleuren van Epe's wapen niet meer. In 1961 ontdekte de toenmalige rijksarchivaris R. Artena te Arnhem een onvolledige beschrijving van het ambt van Epe uit de achttiende eeuw door baron van Haersolthe van Yrst luidende: 'Het wapen van Epe is een rood hert in een wit veld en is ook in een windveer op de kerk een hert'. 'Ons wapen is niet goed!', zei men toen in Epe. 'Er moet een nader onderzoek worden ingesteld!' Dan richt het gemeentebestuur een verzoek aan de inspecteur van de gemeentelijke archieven in Gelderland. Deze bericht dat in het gemeentearchief van Elburg een charter bevindt met het zegel van Epe, waarop afgebeeld "een springend hert, waarboven een met een leeuw beladen schildje". Dan ontstaat nog grotere twijfel. Mede aanleiding hiertoe vormt het schrijven van rijkarchivaris in Arnhem in een der bladen: "Op zilver een hert, een tienender (een hert met een zwaar gewei) van rood". Er gaat een brief naar de Hoge Raad van Adel en daarin wordt gevraagd hoe het toch zit met het gemeentewapen van Epe. In september 1961 komt het antwoord: 'Vroeger was het hert rood op een zilveren veld. Opgemerkt wordt daarbij dat het eikenloof vroeger veel gebruikt werd als randversiering. En men vermoedt, dat het eikenloof ook als randversiering om het wapen is aangebracht: "om een rood hert in een wit veld" (met wit werd vroeger zilver bedoeld).

Epe - Westfalen

Dan komen er ook berichten uit Duitsland, die zeggen, dat Epe in Westfalen (nu behorende tot de gemeente Gronau) hetzelfde wapen heeft als Epe op de Veluwe. Het hert in dit wapen is rood! En op een zilveren veld. Dit bericht de Gronauer Nachrichten op 13 februari 1962. Er is dus wel sprake van enige overeenstemming met ons wapen. Ook deze kwestie wordt nagetrokken op verzoek van de gemeente door het rijksarchief in Arnhem. Op 22 mei 1962 bericht de rijksarchivaris dat de Duitse gemeente Epe vermoedelijk in de Franse tijd het wapen van de Gelderse gemeente heeft overgenomen. Hiervoor pleit het feit dat de heer van "De Cannenburch" , Fr. K. Th. Van Isendoorn à Blois, tevens bezitter was van het kasteel Rodenburg in het Duitse Epe. Wij zouden dus, zo luidt de conclusie, van een "dochterwapen" kunnen spreken.

De Veluwse gemeente Epe heeft er dan zo'n beetje genoeg van. Ook de bekende wapendeskundige mr. Bontkoe in Oosterwolde is nog geraadpleegd. Hij levert een schetsje van het gemeentewapen, zoals dat volgens hem moet zijn: een tienender. Maar daarover verschilt men ook weer van mening, omdat het oorspronkelijke gewei dat van een ree was en niet van een hert. De heer Bontkoe komt voor een uiteenzetting nog voor de gemeenteraad, maar zo langzamerhand gaat de zaak van het gemeentewapen als een nachtkaars uit!