Beroep indienen bij de Raad van State

Algemene wet bestuursrecht

Informatie omtrent het indienen van een beroepschrift

Tegen sommige beschikkingen kunt u ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een beroepschrift indienen bij de Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak, Postbus 20019, 2500 EA  Den Haag.

Wie kan een beroepschrift indienen?

Een beroepschrift kan worden ingediend door degene tegen wie de beslissing is gericht of door derden die door de beslissing rechtstreeks in hun belangen worden getroffen.

Aan welke eisen moet een beroepschrift voldoen?

In het beroepschrift moet in ieder geval worden vermeld:

  • uw naam en adres;
  • de datum waarop het beroepschrift wordt geschreven;
  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar maakt; zo mogelijk een kopie van de bestreden beslissing bijvoegen;
  • de redenen waarom u bezwaar maakt en welke beslissing de rechter naar uw oordeel zou moeten nemen;
  • het beroepschrift moet door u worden ondertekend.

Indien u nog meer stukken meestuurt, is het handig als u alles in tweevoud bij het beroepschrift voegt.

Wanneer moet het beroepschrift worden ingediend?

Het beroepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na dagtekening van de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend. Als het niet mogelijk is tijdig aan alle vereisten te voldoen, moet u toch binnen zes weken een beroepschrift indienen. In het onvolledige beroepschrift moeten in ieder geval uw naam en adres, de datum en de beslissing waartegen u bezwaar maakt, staan. Bij de brief moet u, zo mogelijk, een kopie meesturen van de beslissing op het bezwaarschrift. U krijgt dan de tijd om de ontbrekende gegevens aan te vullen. Doet u dat niet op tijd dan kunt u niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit betekent dat uw beroepschrift niet in behandeling wordt genomen. De griffie van de Raad van State zal u hieromtrent nader informeren.

Iemand machtigen of een advocaat nemen

In de beroepsprocedure bent u niet verplicht een advocaat in te schakelen. Het mag natuurlijk wel. Ook kunt u iemand machtigen om namens u beroep in te stellen. Is uw vertegenwoordiger geen advocaat, dan moet u die persoon schriftelijk machtigen. Deze machtiging moet u meesturen met het beroepschrift of met het verzoek om een voorlopige voorziening.

Hoe verloopt het proces?

De rechter vraagt alle stukken op bij het bestuursorgaan dat de beslissing op uw bezwaarschrift heeft genomen. Als de stukken binnen zijn, onderzoekt de rechter de zaak. Het is mogelijk dat hij u in deze fase oproept. De rechter kan na het vooronderzoek een "beslissing op basis van de stukken" nemen. U krijgt hiervan bericht. De rechter kan beslissen dat een beroep "kennelijk niet-ontvankelijk" of "kennelijk ongegrond" is. Een beroep is onder meer "kennelijk niet-ontvankelijk" als het te laat is ingediend of als het griffierecht niet (op tijd) is betaald. Een beroep is onder meer "kennelijk ongegrond" als iemand klaagt over een beslissing die volgens de Wet niet anders had kunnen zijn. Tenslotte kan de rechter beslissen dat de rechtbank "kennelijk onbevoegd" is. Bijvoorbeeld als uw zaak bij de civiele rechter moet worden behandeld.

De rechtszitting

Als de rechter de zaak niet op basis van de stukken afhandelt, verwijst hij uw zaak "naar de zitting". Dat betekent dat er een rechtszitting wordt gehouden. U ontvangt daarvoor een oproep. U doet er verstandig aan om in dat geval naar de zitting te komen. In bepaalde gevallen bent u dat verplicht. In uw oproep staat waar en wanneer de zitting wordt gehouden en of u verplicht bent te komen. Ook staat in dit bericht vermeld op welke dagen u de processtukken kunt inzien.

De uitspraak

Na de behandeling op een zitting volgt een uitspraak. U ontvangt hiervan een exemplaar.

Verzoek om een voorlopige voorziening

Tijdens de beroepsprocedure geldt de genomen beslissing. Het kan zijn dat deze beslissing inmiddels onherstelbare gevolgen voor u heeft. U kunt dan tegelijk met uw beroepschrift of tijdens de beroepsprocedure een voorlopige voorziening vragen aan de rechter. Dit betekent dat een speciale regeling kan worden getroffen voor de periode dat uw beroepschrift nog in behandeling is. Een voorlopige voorziening wordt ook vaak schorsing genoemd.

Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA  Den Haag.

Griffierecht

Als u beroep instelt of een voorlopige voorziening vraagt moet u griffierecht betalen. Vraagt u tegelijk met het instellen van beroep of tijdens de beroepsprocedure om een voorlopige voorziening, dan moet u tweemaal griffierecht betalen. De Raad van State zal u daarover nader informeren. Als de Raad van State u in het gelijk stelt, krijgt u het griffierecht terug van het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

Voor nadere inlichtingen kunt u terecht bij de griffie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA  Den Haag telefoonnummer 070 - 426 44 26.