Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. In deze wet is een aantal vergunningstelsels met betrekking tot waterbeheer samengevoegd. De wet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening.
De Waterwet zorgt voor het verschuiven van een aantal taken en bevoegdheden naar andere overheden. Zo is de gemeente bevoegd gezag geworden als het gaat om indirecte lozingen op oppervlaktewater.
Een belangrijk uitgangspunt van de Waterwet is dat zoveel mogelijk activiteiten onder algemene regels vallen. In de regel komt dit neer op een meldingsplicht in plaats van een watervergunning.
Voorbeelden van activiteiten die watervergunningplichtig of meldingplichtig kunnen zijn:
- Aanleg/bouw steiger in/op/nabij water
- Lozen van water/stoffen op het oppervlaktewater
- Saneren van de bodem met lozing op het oppervlaktewater
- Bronbemaling
- Dempen van een watergang/sloot/greppel
- Aanleg van een bodemenergiesysteem.
Voor de meeste activiteiten is het Waterschap Vallei en Veluwe bevoegd gezag.
