Stel je vraag over biodiversiteit
Gemeente Epe zet in op een gezonde leefomgeving. Een gezonde leefomgeving voor mensen en dier. We gaan proberen meer soorten inheemse planten en dieren in deze wijken te krijgen.
Gemeente Epe zet in op een gezonde leefomgeving. Een gezonde leefomgeving voor mensen en dier. We gaan proberen meer soorten inheemse planten en dieren in deze wijken te krijgen. Het aantal planten- en diersoorten in de wereld en ook in Nederland, is de laatste jaren gedaald. Dat is zonde en de gemeente Epe wil bijdragen om die tendens een halt toe te roepen. Dat kunnen we doen door het beheer van de gemeentelijke plantsoenen en grasvelden aan te passen. We gaan een proef doen in twee wijken; Oosterhof in Vaassen en Vegtelarij in Epe. Wekelijks stellen we de collega's van Groen een vraag over het onderwerp.
Vorige week vertelde wijkbeheerder Rob van Axent Groen waardoor het komt dat plantsoenen de komende jaren minder netjes ogen. Deze week stellen wij zijn collega wijkbeheerder Frank twee vragen.
Krijgen hooikoortspatiënten meer last nu we minder maaien?
"Hallo Frank, we vallen maar gelijk met de deur in huis: fijn dat de gemeente en Axent Groen planten en diersoorten een warm hart toedragen, maar.... Hoe is het voor de hooikoortspatiënt, krijgen zij extra last nu het gras minder vaak wordt gemaaid?"
“In de zomerperiode bloeien veel grassoorten tegelijk. De pollen uit het stuifmeel van het gras worden door de lucht wordt meegevoerd. En die pollen kunnen grote afstanden afleggen, ook vanuit het agrarische gebied waaien pollen de wijk binnen. Het gras in de wijk is dus niet de enige boosdoener bij hooikoortsklachten. Ook als het gras voor de deur wordt gekortwiekt, zal dat mensen helaas niet helemaal van de klachten afhelpen. Gelukkig bloeien grassen in de loop van de zomer uit. Dan staan de halmen er nog wel, maar komen er geen pollen meer in de lucht. Een andere bijkomstigheid: door de afvoer van het maaisel wordt de bodem schraler en minder voedselrijk. Dit zorgt ervoor dat na een paar jaar kruiden juist meer de kans krijgen om te ontwikkelen en er minder gras komt te staan.”
Bladafval opruimen
"En eeh, de bladeren beginnen alweer te verkleuren. Hier en daar valt het al van de bomen. Wordt dit ook weer netjes opgeruimd net zoals voorgaande jaren?"
“Het blad dat op de trottoirs en op de straat valt kan onveilige situaties veroorzaken. Daarom ruimen we dat op. In het openbaar groen hoeft het niet altijd opgeruimd te worden, want het heeft ook waarde als voedingsstof in de bodem, als isolatie van planten wanneer het gaat vriezen. Ook vinden insecten, egels en muizen een goede schuilplek onder het blad.”
Een volgende keer gaan we een andere collega aan de tand voelen over blad in het openbaar groen.
Eerder gestelde vragen over biodiversiteit
Geplaatst op 11 oktober 2022
"Struiken en grassen krijgen nu meer ruimte om vrij uit te groeien maar dat ziet er soms wat slordig uit. Kan dit niet anders?"
“Ik snap dat het even wennen is, maar een strak en net geschoren heg of struik en een strak gemaaid gazon biedt veel minder voedsel en schuilgelegenheid dan een vrij uitgroeiend plantsoen en een kruidengrasveld. In de gazons komen nu kruiden tot bloei die er al jaren zitten, zoals knoopkruid en duizendblad, maar normaal gesproken geen kans krijgen om tot bloei te komen. Dit is goed voor de insecten en vogels en dat is waarvoor we het ook doen. De natuur is niet netjes. Trouwens, niet alle heggen laten we verwilderen. Op sommige plekken scheren we de heg nog wel, omdat er bijvoorbeeld parkeerplaatsen naast liggen, of een voetpad strak langs ligt.”
"En nu er minder vaak onderhoud wordt uitgevoerd, kan ik snappen dat mensen zelf de schoffel erbij pakken. Is dat zo verkeerd?"
“Het wieden van onkruid, bladeren verwijderen of aanharken van grond helpt niet bij het vergroten van de biodiversiteit. We willen iedereen vragen om het openbaar groen te laten voor wat het is, om zo de biodiversiteit in de wijk een kans te geven. Wij stellen de betrokkenheid op prijs, en hopen dat mensen ons op andere manieren kunnen helpen. Door bijvoorbeeld bij groot onderhoud een handje te helpen door het vrijgekomen snoeihout in de vorm van takken op rillen te leggen. Of wellicht in de toekomst bij het plaatsen van insectenhotels en egelkasten in de openbare ruimte.”
"We zien dat er op sommige plekken geen gras wordt gemaaid. Wat is er aan de hand, is de grasmachine kapot?"
Collega Folpert: ‘’Nee, de grasmachine is niet kapot. Het klopt dat er op sommige stukken geen gras gemaaid wordt. Op de stukken waar niet gemaaid wordt ontstaan schuilplekken voor kleine dieren en insecten. In holle stengels bijvoorbeeld kunnen larven overwinteren en in het voorjaar komen de insecten weer naar buiten. Dit proces is een belangrijk onderdeel van de biodiversiteit. Op deze manier helpen planten en dieren elkaar om in leven te blijven.
In sommige bermen maaien we één keer in plaats van twee keer en tijdens de wintermaanden worden sommige stukken niet gemaaid.’’
"De goudvink en de grote lijster zijn dus zogenaamde ambassadeursvogels. Hoe kunnen wij die vogels helpen?"
Collega Folpert: “Specifiek willen we de aantallen en de locaties van de goudvink en de grote lijster laten toenemen. Dit doen we door de biodiversiteit te vergroten. We gaan niet op grote schaal groen omvormen of aanleggen. Het ondersteunen van deze soorten kan al door zuinig te zijn met bijvoorbeeld hoge bomen waar de grote lijster graag in zit. En op sommige plekken anders om te gaan met het groen dat er al is. Bijvoorbeeld door gazons niet in één keer te maaien, maar in fases. Dan blijft er altijd iets bloeiends staan waar insecten op afkomen, die door de vogels worden gegeten. In de winter kunnen delen van vegetatie blijven staan. Dan kunnen er insecten overwinteren.
De goudvink is een echte zadeneter. We gaan de komende jaren vrij uitgroeiende struiken aanplanten zoals meidoorn, wilde liguster en sleedoorn. De bessen van deze struiken staan op het menu van de goudvink. Bramen komen van nature al voor. In plaats van deze weg te maaien zoals voorheen veel werd gedaan, zullen we deze nu meer laten staan, zolang ze niet al te veel in de weg staan. Ook willen we geleidelijke overgangen laten ontstaan. Dus waar het gazon voorheen strak grensde aan een plantsoen, willen we nu een zogenaamde zoomvegetatie laten ontstaan waar niet alleen de goudvink en de grote lijster iets aan hebben, maar ook andere vogels, egels, en allerlei insecten. Het mooie is dus dat niet alleen de ambassadeursoorten geholpen worden, maar de biodiversiteit over de hele breedte wordt vergroot.”
"Misschien een beetje een gekke vraag, maar wat is biodiversiteit nou precies en waarom moet de gemeente daar iets aan doen?"
Collega Ron: “’Bio’ betekent leven. En ‘diversiteit’ betekent verschil, afwisseling. Dus biodiversiteit betekent verschillende vormen van leven op aarde. We kunnen daar heel erg over uitwijden, maar binnen de leefomgeving van woonwijken zijn dat bomen, planten, dieren, schimmels. Dus verschillende bomen en planten, paddenstoelen, vogels, egels, eekhoorns en vleermuizen. Dat zijn allemaal verschillende vormen van leven. Dat is biodiversiteit.
De wereld kan niet zonder biodiversiteit. Als mensen hebben wij heel veel invloed op de biodiversiteit. Planten en dieren hebben elkaar nodig om in leven te blijven en voort te kunnen planten. Dat noemen we een ecosysteem. Ook in de woonwijk zijn ecosystemen. Hoe beter het ecosysteem werkt, hoe meer biodiversiteit. In de Vegtelarij en de Oosterhof komen vogelsoorten voor waar het slecht mee gaat. Dat zijn de goudvink en de grote lijster. We weten wat deze vogels nodig hebben om te kunnen overleven, en daar willen we bij helpen. Dit zijn de komende jaren de ambassadeursoorten van de wijk."
Hebt u een vraag? Stel hem via [email protected]