Plan: | Combiplan Buitengebied Deventer 5 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0150.P396-VG01 |
Aanleiding voor dit bestemmingsplan:
Het hoofddeel van dit bestemmingsplan betreft het perceel aan de Koningin Wilhelminalaan 52 in Schalkhaar. Tevens worden er drie locaties die op de grens liggen tussen het stedelijk gebied en het buitengebied opgenomen in dit plan.
A Koningin Wilhelminalaan 52
Op het perceel te Schalkhaar is één vrijstaande woning aanwezig. Het perceel is gelegen in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Deventer, 1e herziening' en heeft onder andere de bestemming 'Wonen'. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Deventer' zijn voor het perceel Koningin Wilhelminalaan 52 abusievelijk twee woningen mogelijk gemaakt in plaats van één woning binnen de bestemming 'Wonen'. Deze vergissing is later onopgemerkt overgenomen in het daaropvolgende bestemmingsplan 'Buitengebied Deventer, 1e herziening'.
Met het voorliggende bestemmingsplan wordt primair beoogd het maximum aantal woningen terug te brengen naar maximaal één woning en secundair de bestaande planologische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke en eigendomssituatie.
Met terugbrengen van het aantal woningen van 2 naar 1 wordt niet alleen de vergissing hersteld, ook past dit beter in de bestaande ruimtelijke structuur en wordt voldaan aan het provinciale beleid.
De bestaande woning Koningin Wilhelminalaan 52 ligt ook gedeeltelijk binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'. Een hoogspanningsverbinding heeft magnetische velden die mogelijk zouden kunnen leiden tot grotere gezondheidsrisico's. In verband hiermee wordt de mogelijkheid om een woning binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' uit te breiden dan wel nieuw te bouwen wordt tenietgedaan met het voorliggende bestemmingsplan.
Verder heeft er gondruil plaatsgevonden. Het gevolg daarvan is dat het bouwvlak over de perceelsgrens heen ligt en dit wordt door middel van dit bestemmingsplan gecorrigeerd.
B Drie grenslocaties
De grenslocaties 'Noordwestzijde van Lettele' en 'Platvoet / Zwolseweg', die tussen het stedelijk gebied en het buitengebied in liggen, worden in dit bestemmingsplan ongewijzigd opgenomen. Deze twee locaties vallen allebei onder een bestemmingsplan dat bijna volledig wordt overlapt door het 'Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen' en het doel is dat deze twee onderliggende bestemmingsplan kunnen worden opgeheven.
De locatie 'Oranjelaan in Diepenveen' wordt gewijzigd opgenomen in dit bestemmingsplan. De gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone' aan de Oranjelaan wordt weggehaald, omdat deze niet meer van toepassing is. De dubbelbestemming 'Leiding – Gas' op deze locatie blijft gehandhaafd.
De volgende locaties maken onderdeel uit van dit bestemmingsplan, hierna te noemen plangebied:
A Koningin Wilhelminalaan 52
Het perceel is gelegen aan de Koningin Wilhelminalaan in het buitengebied van Schalkhaar, net ten noordoosten van de kern Schalkhaar. In de onderstaande figuren is de globale ligging van het perceel aangegeven.
Figuur 1: Koningin Wilhelminalaan 52 (ligging in groter verband) (rode cirkel)
Figuur 2: Koningin Wilhelminalaan 52 (ligging in kleiner verband) (rode cirkel)
Figuur 3: Koningin Wilhelminalaan 52 (Perceelgrens)
B Drie Grenslocaties
Drie locaties die liggen op de grens tussen het buitengebied en het stedelijk gebied worden opgenomen in dit bestemmingsplan.
1. Noordwestzijde van Lettele
Het perceel ligt aan de noordwestzijde van Lettele. In de onderstaande figuren is de globale ligging van het perceel aangegeven.
Figuur 4 Noordwestzijde van Lettele ligging in (ligging in groter verband) (rode pijl)
Figuur 5 Noordwestzijde van Lettele (ligging in kleiner verband) (rode cirkel)
2. Platvoet - Zwolseweg
Het perceel ligt aan de westzijde van Deventer, net buiten het stedelijke gebied. In de onderstaande figuren is de globale ligging van het perceel aangegeven.
Figuur 6 Platvoet - Zwolseweg (ligging in groter verband) (rode pijl)
Figuur 7 Platvoet - Zwolseweg (ligging in kleiner verband) (rode cirkel)
3. Oranjelaan in Diepenveen
Het perceel ligt aan de westzijde van Diepenveen, net buiten het stedelijke gebied. In de onderstaande figuren is de globale ligging van het perceel aangegeven.
Figuur 8 Oranjelaan in Diepenveen (ligging in groter verband) (rode cirkel)
Figuur 9 Oranjelaan in Diepenveen (ligging in kleiner verband) (rode cirkel)
A Koningin Wilhelminalaan 52
Voor het perceel zoals hiervoor is beschreven geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied Deventer, 1e herziening'. Het plangebied heeft hierin gedeeltelijk de bestemming 'Wonen' met de maatvoering 'maximaal aantal wooneenheden 2'. Op de rest van het perceel is de bestemming 'Agrarisch met waarde - Landschapswaarden' van toepassing. Verder gelden op de betreffende gronden de dubbelbestemmingen 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' en 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' en de gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied'. Tevens geldt op het perceel gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' en gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4'.
B Drie grenslocaties
1. Noordwestzijde van Lettele.
Op de locatie is het bestemmingsplan 'Buitengebied 94 (Diepenveen)' is van toepassing. Het perceel heeft hierin de enkelbestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' en de dubbelbestemming 'Waarde -Archeologie – 2'.
2. Platvoet / Zwolseweg.
Op deze locatie geldt het bestemmingsplan 'Digitalisering analoge bestemmingsplannen gemeente Deventer. Het perceel heeft hierin gedeeltelijk de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' en gedeeltelijk de bestemming 'Natuur', de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie - 3'. Verder geldt op deze locatie gedeeltelijk de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone – dijk'.
3. Diepenveen, Oranjelaan.
Op deze locatie geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied Deventer, 1e herziening'. Het perceel heeft de enkelbestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone', de gebiedsaanduiding 'Reconstructiewetzone - verwevingsgebied', de dubbelbestemming 'Leiding - Gas - 1', de dubbelbestemming 'Leiding - Water'.
De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit zes hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 een beschrijving van het plangebied. In hoofdstuk 3 is het beleidskader opgenomen dat van toepassing is op dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de randvoorwaarden zoals milieu-aspecten en waterhuishouding. In hoofdstuk 5 worden de juridische aspecten nader toegelicht. In dit hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op de vraag hoe hetgeen in voorliggend plan is vastgelegd, juridisch wordt geregeld. Er wordt beschreven hoe de verbeelding en de planregels zijn opgebouwd en welke bestemmingen er in het plan voorkomen. Ook wordt in dit hoofdstuk aangegeven hoe de planregels moeten worden geïnterpreteerd en uitgelegd. Tevens wordt ingegaan op handhaving. Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
In dit hoofdstuk worden de huidige en de toekomstige situatie in het plangebied beschreven.
A Koningin Wilhelminalaan 52
Op het perceel Koningin Wilhelminalaan 52 te Schalkhaar is één vrijstaande woning met een (aangebouwd) bijgebouw aanwezig. Het perceel Koningin Wilhelminalaan 52 ligt op enige afstand van de straat. Tussen de straat en het perceel liggen twee andere percelen, te weten Koningin Wilhelminalaan 54 en Koningin Wilhelminalaan 56. Vanaf de straat ligt tussen deze twee percelen een pad dat het perceel Koningin Wilhelminalaan 52 ontsluit. Dit pad ontsluit ook de percelen Koningin Wilhelminalaan 54 en 56.
De woning Koningin Wilhelminalaan 52 bestaat uit één laag met een kap (zadeldak). Onder de kap bevindt zich een tweede laag. De kap van de woning is haaks georiënteerd ten opzichte van de straat. Het (aangebouwd) bijgebouw achter de woning bestaat uit één laag met een lage kap. De kap van het bijgebouw is evenwijdig aan de straat georiënteerd.
Figuur 5: Huidige situatie (woning Koningin Wilhelminalaan 52 rechts op foto)
De bebouwing op het perceel Koningin Wilhelminalaan 52 is wezenlijk anders dan die op de percelen Koningin Wilhelminalaan 54 en 56. De woningen Koningin Wilhelminalaan 54 en 56 bestaan uit twee lagen met een kap (schilddak) en hebben ieder een aangebouwd bijgebouw. De aangebouwde bijgebouwen zijn eveneens voorzien van schilddaken.
Langs de percelen Koningin Wilhelminalaan 54 en 52 is een struinpad aangelegd. Voor de realisatie van het struinpad heeft een grondruil plaatsgevonden met als gevolg dat de woonbestemming niet geheel meer overeenkomst met de eigendomsgrenzen de betreffende percelen.
B Drie grenslocaties en voormalig LPG tankstation
Beschrijven wat er aanwezig is op 3 locaties
1. Noordwestzijde van Lettele.
Het perceel bestaat uit agrarisch grond net buiten het stedelijke gebied van Lettele. De grond is onbebouwd.
Figuur 5: huidige situatie Noordwestzijde van Lettele (rode cirkel)
2. Platvoet / Zwolseweg.
Het perceel bestaat gedeeltelijk uit agrarische gronden en natuur.
Figuur 6: huidige situatie Platvoet / Zwolseweg (rode cirkel)
3. Oranjelaan in Diepenveen
De locatie bestaat uit agrarische grond en er ligt een water en een gasleiding onder de grond. De locatie ligt net buiten het stedelijke gebied van Diepenveen.
Koningin Wilhelminalaan 52
De huidige feitelijk aanwezige situatie blijftgehandhaafd. Het belangrijkste resultaat van deze planherziening is dat net als in de huidige situatie er sprake is en blijft van één woning en dat deze woning niet meer binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' kan worden uitgebreid.
Langs de percelen Koningin Wilhelminalaan 54 en 52 is een struinpad aangelegd. Voor de realisatie van het struinpad heeft een grondruil plaatsgevonden met als gevolg dat de woonbestemming niet geheel meer overeenkomst met de eigendomsgrenzen de betreffende percelen. Middels dit bestemmingsplan wordt dat hersteld.
Drie grenslocaties
De grenslocaties 'Noordwestzijde van Lettele' en 'Platvoet / Zwolseweg' worden ongewijzigd opgenomen in dit bestemmingsplan en de de planologische mogelijkheden van de deze grenslocaties blijven ongewijzigd. Het doel is dat de huidige onderliggende bestemmingsplannen, die bijna volledig worden overlapt door het 'Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen', kunnen worden opgeheven.
De feitelijk aanwezige situatie aan de Oranjelaan in Diepenveen blijft ongewijzigd, maar er wordt een kleine wijziging doorgevoerd in de planologische situatie. De 'Gebiedsaanduiding Veiligheidszone' aan de Oranjelaan wordt wegbestemd, omdat deze niet meer van toepassing is. De andere heflt van deze 'Gebiedsaanduiding Veiligheidszone' is wegbestemd met het 'Chw bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen'.
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het voor dit bestemmingsplan relevante beleid.
Bij het vaststellen van dit bestemmingsplan zijn geen rechtsreekse Europese en nationale ruimtelijke belangen betrokken.
De 'Omgevingsvisie Overijssel 2017 'Beken kleur' en de 'Omgevingsverordening Overijssel 2017' worden elk jaar bijgewerkt. Dit gebeurt in een jaarlijkse actualisatieronde. Het gaat om alle eerder vastgestelde wijzigingen in het beleid die nog moeten worden doorvertaald in de Omgevingsvisie en/of Omgevingsverordening. Ook worden omissies hersteld. Op 13 november 2019 hebben Provinciale Staten de Actualisatie 2018/2019 vastgesteld. Op 1 december 2019 zijn deze aanpassingen van en de Omgevingsverordening in werking getreden.
De provincie beschikt over een palet aan instrumenten waarmee zij haar ambities realiseert. Het gaat er daarbij om steeds de optimale mix van instrumenten toe te passen, zodat effectief en efficiënt resultaat wordt geboekt voor alle ambities en doelstellingen van de Omgevingsvisie. De keuze voor inzet van deze instrumenten is bepaald aan de hand van een aantal criteria. In de Omgevingsvisie is bij elke beleidsambitie een realisatieschema opgenomen waarin is aangegeven welke instrumenten de provincie zal inzetten om de verschillende onderwerpen van provinciaal belang te realiseren.
In de omgevingsvisie staat het uitvoeringsmodel centraal. Het uitvoeringsinstrument dat aan de Omgevingsvisie is gekoppeld, is de Omgevingsverordening Overijssel 2017 van de provincie. In deze verordening is juridisch vastgelegd dat bij bestemmingsplannen ingegaan moet worden op de verschillende lagen zoals deze zijn vastgelegd in de catalogus gebiedskenmerken, waarbij wordt onderbouwd dat de ontwikkeling bijdraagt aan de versterking van de ruimtelijke kwaliteit.
Toetsing Koningin Wilhelminalaan 52
Met het voorliggende bestemingsplan wordt de aanduiding 'Maatvoering; maximum aantal wooneenheden: 2' weggehaald, zodat er nog maar één woning is toegstaan aan de Koningin Wilhelminalaan 52. Dit betreft geen nieuwe ontwikkeling en daarom zijn bovenstaande aspecten niet van toepassing.
Toetsing 3 grenslocaties
De feitelijk aanwezige situatie van de drie grenslocaties blijft ongewijzigd. Gebiedsaanduiding Veiligheidszone' aan de Oranjelaan wordt wegbestemd, omdat deze niet meer van toepassing is. Deze kleine planologische wijziging is niet strijdig met het provinciale beleid.
Conclusie:
Het bestemmingsplan is niet in strijd met de Omgevingsvisie Overijssel (2017).
De Omgevingsverordening Overijssel 2017 is op 12 april 2017 vastgesteld door Provinciale Staten en is vanaf 1 mei 2017 van kracht. Het ontwerp van de Actualisatie Omgevingsverordening 2018/2019 is op 13 november 2019 door de Provinciale Staten vastgesteld. De Omgevingsverordening is op 1 december 2019 in werking getreden. Het plan is getoetst aan deze actualisatie. De Omgevingsverordening dient als waarborg voor een deel van het beleid dat is neergelegd in de Omgevingsvisie. De Omgevingsverordening telt daarnaast ook als Milieuverordening, Waterverordening en Verkeersverordening. Ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en sociale kwaliteit zijn rode draden in de verordening. De sturing daarop is vertaald in generieke regels. Dit betekent dat alle andere onderdelen in de verordening altijd in combinatie met de bepalingen ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid toegepast moeten worden. Het betreft de volgende artikelen uit de verordening:
Artikel 2.1.2: Principe van concentratie. Nieuwe ontwikkelingen, zoals woningbouw, voldoen in eerste instantie aan de lokale behoefte.
Artikel 2.1.3: Zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik. Voor nieuwe ontwikkelingen met extra ruimtebeslag in de groene omgeving moet aannemelijk worden gemaakt dat in bestaand bebouwd gebied geen ruimte meer (te maken) is.
Artikel 2.1.4: Toekomstbestendigheid. Als provinciale belangen in het geding zijn, moet aannemelijk gemaakt worden dat permanente nieuwe ontwikkelingen toekomstbestendig zijn.
Artikel 2.1.5: Ruimtelijke kwaliteit. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit conform de geldende gebiedskenmerken. Daarbij moet het Uitvoeringsmodel worden toegepast dat in de Omgevingsvisie is neergelegd.
Met dit bestemmingsplan wordt de bestaande situatie juridisch planologisch geregeld. Dit betreft geen nieuwe ontwikkeling en daarom zijn bovenstaande aspecten niet van toepassing.
Toetsing Koningin Wilhelminalaan 52
Met het voorliggende bestemingsplan wordt de aanduiding 'Maatvoering; maximum aantal wooneenheden: 2' weggehaald, zodat er nog maar één woning is toegstaan aan de Koningin Wilhelminalaan 52. Dit betreft geen nieuwe ontwikkeling en daarom zijn bovenstaande aspecten niet van toepassing.
Toetsing 3 grenslocaties
De feitelijk aanwezige situatie van de drie grenslocaties blijft ongewijzigd en daarom is er geen strijdigheid met het provinciale beleid.
Conclusie:
Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en is niet in strijd met de Omgevingsverordening Overijssel 2017.
De Omgevingsvisie Deventer is op 18 december 2019 door de gemeenteraad van Deventer vastgesteld. De afgelopen jaren is er veel veranderd binnen het fysiek ruimtelijke domein, denk aan demografische ontwikkelingen, klimaat en energietransitie en een toenemende en veranderende mobiliteit. Het werk met oude statische structuurplannen wordt verruild door een dynamische Omgevingsvisie. De Omgevingsvisie is een richtinggevend koersdocument binnen de nieuwe Omgevingswet die vanaf 2022 inwerking zal treden. De Omgevingsvisie geldt voor het hele grondgebied van de gemeente.
De Omgevingsvisie van Deventer is in samenwerking met verschillende stakeholders tot stand gekomen en biedt een handelingsperspectief voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente. Daarnaast toont de Omgevingsvisie de ambities en ontwikkelrichtingen op maatschappelijke thema's voor de verschillende deelgebieden binnen de stad, het buitengebied en alle dorpen.
De omgevingsvisie heeft drie kernuitgangspunten:
Toetsing Koningin Wilhelminalaan 52
Met het voorliggende bestemingsplan wordt de aanduiding 'Maatvoering; maximum aantal wooneenheden: 2' weggehaald, zodat er nog maar één woning is toegstaan aan de Koningin Wilhelminalaan 52. Dit betreft geen nieuwe ontwikkeling en er zijn geen strijdigheden met de Omgevingsvisie Deventer.
Toetsing 3 grenslocaties
De feitelijk aanwezige situatie van de drie grenslocaties blijft ongewijzigd.
Conclusie:
Het voorliggende bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en is niet in strijd met de Omgevingsverordening Overijssel 2017.
De beleidskaart van de gemeente Deventer kent acht verschillende waarden en hanteert per waarde bepaalde vrijstellingsgrenzen.
Vrijstellingen
De dieptevrijstelling is de diepte tot waarop werkzaamheden zonder archeologische voorwaarden mogen worden uitgevoerd. Over het algemeen geldt een vrijstellingsdiepte van 0,5 meter. Alleen voor die locaties waar sporen zich naar alle waarschijnlijkheid direct onder maaiveld bevinden, wordt een diepte vrijstelling van slechts 0,3 m gehanteerd. Dit geldt voor de binnenstad en voor hele kwetsbare gebieden in het overige gebied van de gemeente.
De oppervlaktevrijstellingsgrens is in de Monumentenwet op 100 m² gesteld. Hiervan kan echter onderbouwd naar boven en beneden worden afgeweken. Voor bijvoorbeeld de binnenstad is deze grens aantoonbaar te ruim. Daarom worden voor de binnenstad verschillende, veelal striktere grenzen gehanteerd. In het buitengebied worden in veel gevallen juist ruimere vrijstellingsgrenzen toegepast. De onderbouwing van de gehanteerde vrijstellingsgrenzen is beschreven in het rapport 'Onderbouwing vrijstellingsgrenzen Archeologie. Van verwachting naar beleid'.
De beleidskaart van de gemeente Deventer kent acht verschillende waarden die lopen van waarde 0 tot 7.
Gebieden met Waarde 0 zijn gebieden waar geen rekening (meer) hoeft te worden gehouden met archeologische resten, omdat de bodem volledig is verstoord. De overige waarden zijn gebaseerd op de kans dat archeologische resten worden gevonden. Bij waarde 1 is de kans op archeologische resten het kleinst. Bij waarde 7 is die kans het grootst. Bij een kleine kans kunnen meer werkzaamheden zonder archeologische voorwaarden worden uitgevoerd dan bij een grote kans.
In de tabel van de beleidskaart komen 3 soorten archeologische voorwaarden voor:
De tabel met de beleidswaarden is vertaald in de regels en op de verbeelding van het bestemmingsplan. De beleidskaart vormt de basis voor de dubbelbestemmingen Waarde – Archeologie, zoals die in dit bestemmingsplan zijn gehanteerd.
De beleidskaart vormt de basis voor de dubbelbestemmingen 'Waarde – Archeologie', zoals die in het bestemmingsplan zijn gehanteerd. De tabel met de beleidswaarden is vertaald in de regelgeving van dit bestemmingsplan.
In het bestemmingsplan zijn dubbelbestemmingen 'Waarde Archeologie' opgenomen voor de gebieden die op de beleidskaart een beleidswaarde 2 of hoger kennen. De onderscheiden dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie' kennen veelal dezelfde opbouw maar variëren in de gehanteerde vrijstellingsgrenzen:
Waarde - Archeologie 2
Op gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie 2' mogen werkzaamheden tot een oppervlakte van 1.000 m² zonder archeologische voorwaarden worden uitgevoerd. Ook werkzaamheden die niet dieper reiken dan 0,5 m zijn vrijgesteld. Bij werkzaamheden die leiden tot een verstoring tussen 1000 m² en 2.500 m² dieper dan 0,5 m geldt een meldingsplicht. Bij werkzaamheden die leiden tot een verstoring groter dan 2.500 m² en dieper dan 0,5 m dient bij de aanvraag een archeologisch rapport te worden overlegd. Op basis van dit rapport kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.
Waarde - Archeologie 3
Op gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie 3' mogen werkzaamheden tot een oppervlakte van 200 m² zonder archeologische voorwaarden worden uitgevoerd. Ook werkzaamheden die niet dieper reiken dan 0,5 m zijn vrijgesteld. Bij werkzaamheden die leiden tot een verstoring tussen 200 m² en 500 m² dieper dan 0,5 m geldt een meldingsplicht. Bij werkzaamheden die leiden tot een verstoring groter dan 500 m² en dieper dan 0,5 m dient bij de aanvraag een archeologisch rapport te worden overlegd. Op basis van dit rapport kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.
Waarde - Archeologie 4
Op gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie 4' mogen werkzaamheden tot een oppervlakte van 100 m² zonder archeologische voorwaarden worden uitgevoerd. Ook werkzaamheden die niet dieper reiken dan 0,5 m zijn vrijgesteld. Bij werkzaamheden die leiden tot een verstoring tussen 100 m² en 200 m² dieper dan 0,5 m geldt een meldingsplicht. Bij werkzaamheden die leiden tot een verstoring groter dan 200 m² en dieper dan 0,5 m dient bij een aanvraag een archeologisch rapport te worden overlegd. Op basis van dit rapport kunnen voorwaarden aan de vergunning worden verbonden.
Bij karakteristieke panden gaat het om het behoud van een beeld, waarbij het object onderdeel is van een context die van belang is. In dit bestemmingsplan komen heen karakteristieke panden voor.
Conclusie:
Er komen geen karakteristieke panden voor in het plangebied er zijn geen belemmeringen op het gebied van cultuurhistorie voor dit bestemmingsplan.
In het plangebied zijn geen monumenten gelegen.
Conclusie:
Op het gebied van monumenten zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Met dit bestemmingsplan wordt de bestaande situatie juridisch planologisch vastgelegd en dit betreft geen nieuwe ontwikkeling. Ten behoeve van dit bestemmingsplan zijn de volgende milieukundige aspecten van belang, te weten:
Toetsing Koningin Wilhelminalaan 52
Met het voorliggende bestemingsplan wordt de aanduiding 'Maatvoering; maximum aantal wooneenheden: 2' weggehaald, zodat er nog maar één woning is toegstaan aan de Koningin Wilhelminalaan 52 i.p.v. twee woningen. Het wegbestemmen van een woning heeft geen nadelige effecten op het gebied van de milieuaspecten.
Toetsing drie grenslocaties
De feitelijk aanwezige situatie van de drie grenslocaties blijft ongewijzigd. Gebiedsaanduiding Veiligheidszone' aan de Oranjelaan wordt wegbestemd, omdat deze niet meer van toepassing is. Deze kleine planologische wijziging heeft geen nadelige gevolgen op het gebied van milieu.
Conclusie:
De milieuaspecten vormen geen belemmering voor dit bestemmingsplan.
Sinds 1 november 2003 is de watertoets wettelijk verplicht voor plannen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Ruimtelijke plannen en besluiten kunnen gevolgen hebben op de waterhuishouding. Voorbeelden hiervan zijn een achteruitgaande waterkwaliteit, verdroging van natuurgebieden, etc. De watertoets heeft als doel deze negatieve effecten te voorkomen en mogelijke kansen voor het watersysteem te benutten. Bij de watertoets gaat het om het van meet af aan meenemen van water bij ruimtelijke plannen en besluiten.
Toetsing Koningin Wilhelminalaan 52
Met het voorliggende bestemingsplan wordt de aanduiding 'Maatvoering; maximum aantal wooneenheden: 2' weggehaald, zodat er nog maar één woning is toegstaan aan de Koningin Wilhelminalaan 52 i.p.v. twee woningen. Het wegbestemmen van een woning heeft geen nadelige effecten op het gebied van de waterhuishouding. Een gedeelte van het perceel heeft de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterbergingsgebied'. Dit wordt niet gewijzigd met het voorliggende bestemmingsplan en heeft geen effect op de waterhuishouding.
Toetsing 3 grenslocaties
De feitelijk aanwezige situatie van de drie grenslocaties blijft ongewijzigd en er zijn geen veranderingen op het gebied van waterhuishouding.
Conclusie:
Op het gebied van waterhuishouding zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Toetsing Koningin Wilhelminalaan 52
Op dit moment is er één woning aanwezig en is er een tweede woning toegestaan in het huidige juridisch-planologische regime. De realisatie van de tweede woning zou een hogere parkeervraag beteken. Met het voorliggende bestemmingsplan wordt de aanduiding 'Maatvoering; maximum aantal wooneenheden: 2' weggehaald, zodat er nog maar één woning is toegestaan aan de Koningin Wilhelminalaan 52. Met dit bestemmingsplan wordt de huidige feitelijke aanwezige situatie vastgelegd en dat heeft geen negatieve invloed op het terrein van verkeer en parkeren.
Toetsing 3 grenslocaties
De feitelijk aanwezige situatie van de drie grenslocaties blijft ongewijzigd en ten aanzien van verkeer en parkeren er geen veranderingen.
Conclusie:
Op het gebied van verkeer en parkeren zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Een bestemmingsplan op basis van de Wet ruimtelijke ordening
Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. De Wet ruimtelijke ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.) toegestaan om de functie die het bestemmingsplan geeft uit te oefenen. Dit houdt in dat:
1. de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een in het bestemmingsplan aangewezen bestemming ook daadwerkelijk te realiseren, en
2. de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen in strijd met de gegeven bestemming (het overgangsrecht is hierbij mede van belang).
Een afgeleide van de gebruiksregels in het bestemmingsplan zijn regels voor bebouwing (bouwvergunning) en regels voor het verrichten van 'werken' (aanlegvergunning).
Het bestemmingsplan is een belangrijk instrument voor het voeren van ruimtelijk beleid, maar het is zeker niet het enige instrument. Andere ruimtelijke wetten en regels zoals bijvoorbeeld de Woningwet, de Erfgoedwet, de Algemene Plaatselijke Verordening, de Wet Milieubeheer en de bouwverordening zijn ook erg belangrijk voor het uitoefenen van het ruimtelijke beleid.
Dit bestemmingsplan bestaat uit een digitale verbeelding, planregels en een toelichting en vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de digitale verbeelding zijn de bestemmingen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en planregels betreffende het gebruik gekoppeld die zijn opgenomen in de planregels.
De toelichting heeft geen juridische betekenis, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
De planregels van het bestemmingsplan zijn ondergebracht in vier hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 bevat de Inleidende regels Deze regels beogen een eenduidige interpretatie en toepassing van de overige, meer inhoudelijke regels en van de verbeelding te waarborgen.
Hoofdstuk 2. bevat de Bestemmingsregels. Per op de verbeelding aangegeven bestemming bevat dit hoofdstuk planregels, welke specifiek voor die bestemming gelden.
Hoofdstuk 3 bevat de Algemene regels Hierbij gaat het om planregels die op nagenoeg alle bestemmingen betrekking hebben en die vooral om praktische redenen zijn ondergebracht in dit hoofdstuk, alsmede een aantal specifieke planregels, waaronder een anti-dubbeltelbepaling.
Tenslotte bevat hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels. Deze planregels bevatten onder meer het overgangsrecht en de titel.
Dit hoofdstuk bevat twee artikelen:
Artikel 1 Begrippen
In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd voor zover deze begrippen van het 'normale' spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.
Artikel 2 Wijze van meten
Het onderhavige artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Dit hoofdstuk bestaat uit een beschrijving van de bestemmingen:
Artikel 3 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
De locatie aan de Koningin Wilhelminalaan 52 heeft gedeeltelijk de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden'.
Artikel 4 Agrarisch met waarden - Natuur en Landschapswaarden
De bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur en Landschapswaarden' komt voor aan de locaties aan de 'Noordwestzijde van Lettele', 'Platvoet / Zwolseweg' en 'Oranjelaan in Diepenveen'.
Artikel 5 Natuur
De locatie aan de 'Platvoet / Zwolseweg' heeft gedeeltelijk de bestemming 'Natuur'.
Artikel 6 Wonen
De locatie aan de aan de Koningin Wilhelminalaan 52 heeft gedeeltelijk de bestemming 'Wonen'.
Artikel 7 Leiding - Gas - 1
De locatie aan de 'Oranjelaan in Diepenveen' is gedeeltelijk aangewezen met de dubbelbestemming 'Leiding – Gas -1'.
Artikel 8 Leiding - Water
De locatie aan de 'Oranjelaan in Diepenveen' is gedeeltelijk aangewezen met de dubbelbestemming 'Leiding – Water'.
Artikel 9 Waarde - Archeologie - 2
Een deel van het plangebied heeft de aanduiding Archeologie - 2. Dit is op de verbeelding duidelijk aangegeven.
Artikel 10 Waarde - Archeologie - 3
Een deel van het plangebied heeft de aanduiding Archeologie - 3. Dit is op de verbeelding duidelijk aangegeven.
Artikel 11 Waarde - Archeologie - 4
Een deel van het plangebied heeft de aanduiding Archeologie - 4. Dit is op de verbeelding duidelijk aangegeven.
Artikel 12 Leiding - Hoogspanningsverbinding
De locatie aan de aan de Koningin Wilhelminalaan 52 heeft gedeeltelijk de dubbelbestemming 'Leiding – Hoogspanningsverbinding'.
Artikel 13 Waterstaat - Waterbergingsgebied
De locatie aan de aan de Koningin Wilhelminalaan 52 is gedeeltelijk aangewezen met de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterbergingsgebied'.
Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels. Al deze algemene regels zijn conform het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Deventer, 1e herziening' opgenomen in dit bestemmingsplan.Deze regels bieden duidelijkheid en flexibiliteit voor uitvoering van allerlei activiteiten die binnen dit bestemmingsplan mogelijk zijn. Deze regels zijn algemene regels die voor het gehele bestemmingsplan gelden.
Vaak zijn ze van toepassing op meerdere bestemmingen:
In hoofdstuk 4 van de regels staan de overgangs- en slotbepalingen. In de overgangsbepalingen is aangegeven wat de juridische consequenties zijn van bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan. In de slotregels wordt aangegeven hoe het bestemmingsplan wordt genoemd.
Overgangsrecht
In de overgangsregels zijn de juridische consequenties aangegeven betreffende bestaande situaties die in strijd zijn met dit bestemmingsplan.
Slotregel
Dit artikel geeft aan onder welke naam dit plan kan worden aangehaald.
Het ontwikkelen van beleid en de vertaling daarvan in een bestemmingsplan heeft geen zin, indien na de vaststelling van het bestemmingsplan geen handhaving plaatsvindt. Daarom is het belangrijk om reeds ten tijde van het opstellen van een bestemmingsplan aandacht te besteden aan de handhaafbaarheid van de voorgeschreven regels. Vier factoren zijn van wezenlijk belang voor een goed handhavingsbeleid.
Een goed handhavingsbeleid begint bij de kenbaarheid van het bestemmingsplan bij degenen die het moeten naleven. De wet bevat enkele waarborgen ten aanzien van de te volgen procedure: deze heeft in de bestemmingsplanprocedure een aantal inspraakmomenten ingebouwd.
De inhoud van het bestemmingsplan kan slechts gehandhaafd worden, indien het beleid en de regeling in grote kring ondersteund worden door de gebruikers van het plangebied. Uiteraard kan niet iedereen zich vinden in elk onderdeel van het plan. Een algemene positieve benadering van het bestemmingsplan is echter wel wenselijk.
Een juridische regeling dient inzichtelijk en realistisch te zijn; dat wil zeggen niet onnodig beperkend of inflexibel. Bovendien moeten de regels goed controleerbaar zijn. De planregels moeten niet meer regelen dan noodzakelijk is.
Er moeten adequate maatregelen worden getroffen indien de planregels niet worden nageleefd, met name als dit negatieve gevolgen heeft voor de veiligheid en/of de (volks)gezondheid.
Voornoemde onderwerpen zijn als uitgangspunt opgenomen en als richtlijn gehanteerd bij het opstellen van dit bestemmingsplan.
In artikel art. 3.1.6 lid 1, aanhef en onder f van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat onderzocht moet worden of een bestemmingsplan uitvoerbaar is. Allereerst wordt in § 6.2 ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan. Vervolgens wordt in § 6.3 en 6.4 ingegaan op de 'maatschappelijke uitvoerbaarheid'.
De Wet ruimtelijke ordening maakt met het bepaalde in afdeling 6.4 het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten, wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in het bestemmingsplan. De zogenaamde “aangewezen bouwplannen” waarbij een exploitatieplan verplicht is en welke zijn opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn:
Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de exploitatiekosten over de gronden anderszins verzekerd is. Inmiddels is een ministeriele regeling van kracht waarbij wordt gesteld dat indien in het nieuwe bestemmingsplan geen sprake is van nieuwe ontwikkelingen als hiervoor bedoeld maar sprake is van onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan de plankosten op nul gesteld mogen worden.
Het onderhavige bestemmingsplan wordt de bestaande situatie juridisch planologisch vastgelegd en dit betreft geen nieuwe ontwikkeling. Middels dit bestemmingsplan zal slechts een beperkte nieuwe ontwikkelingsruimte ontstaan voor de reeds aanwezige functies. Hetgeen aan uitbreiding nog mogelijk is, is onbenutte bouwruimte op basis van het vigerende bestemmingsplan en blijft binnen het gestelde in 6.2.1 Bro.
Concluderend kan gesteld worden dat binnen het plan Combiplan Buitengebied Deventer 5 geen sprake is van aangewezen bouwplannen, waardoor de gemeente niet in de mogelijkheid en verplicht is om eventuele kosten te verhalen en er derhalve geen verplichting is om tegelijkertijd met het nieuwe bestemmingsplan een exploitatieplan op te stellen.
Het bestemmingsplan heeft, uitgezonderd de kosten voor het opstellen van het bestemmingsplan, geen financiële consequenties voor de gemeente. De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan kan derhalve worden geacht te zijn aangetoond.
In artikel 3.1.6, eerste lid, aanhef en onder e van het Besluit ruimtelijke ordening is bepaald dat een beschrijving dient te worden opgenomen van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken.
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan zal conform artikel 3.8 lid 1 Wro gedurende 6 weken ter inzage worden gelegd. Een ieder wordt hiermee in de gelegenheid gesteld om te reageren op het ontwerpbestemmingsplan. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan worden de binnengekomen zienswijzen samengevat en van een antwoord worden voorzien.
Op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening dient de gemeente bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met betrokken waterschappen en diensten van Rijk en provincie die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn.
Omtrent het vooroverleg met het Rijk kan gemeld worden dat voor het onderhavige plan geen nationale belangen in het geding zijn.
De afspraak met de provincie Overijssel is dat alle bestemmingsplannen in het buitengebied aan de provincie worden voorgelegd en daarom is de provincie is in het kader van het vooroverleg benaderd om een reactie te geven op het voorontwerp bestemmingsplan. De provincie Overijssel heeft bevestigd dat dit een plan zonder provinciaal belang is en heeft aangegeven dat vooroverleg in het vervolg van deze procedure niet nodig is.
Het waterschap Drents Overijsselse Delta heeft aangegeven dat er geen belemmeringen zijn op het gebied van de waterhuishouding.