Winnaar Gulden Adelaar 1988: H.C. de Bruijn, kunsthistorisch publicist
H.C. de Bruyn jr. (1913-2008)
Zijn werk van de latere jaren toont aan, dat hij die grens heeft overschreden. Hij heeft een nieuw gebied ontdekt waarin details zelf beeld zijn geworden. Er wordt verwezen naar bloemen, bouten, sokkels, hamers, armen en tafels. Maar in essentie gaat het niet om die voorwerpen of ledematen. Zijn manier van schilderen verandert het beeld van de voorwerpen, zonder dat het alleen over opbrengen van verf gaat. De kleur is opnieuw geordend en de doeken zijn tot zelfstandige organismen uitgegroeid. De adviseurs van de prijs schreven: ‘als de stelling juist is, dat de schilderkunst het geweten van de kunst is, een geweten dat steeds opnieuw moet worden bijgeslepen dan heeft deze stelling in het werk van Klaus Versteegen een warm verdediger gevonden’.