Nieuwe Structuurvisie RO en Verordening ruimte

Zorgvuldiger omgaan met beschikbare ruimte in Brabant

Op welke locaties in Brabant kunnen het beste nieuwe woningen worden gebouwd? Hoeveel ruimte is nodig voor bedrijventerreinen en detailhandel? Wat is de visie op stad en platteland, op boerenbedrijven en ruimte voor natuur en recreatie? Deze en andere onderwerpen komen aan bod in de vernieuwde Structuurvisie ruimtelijke ordening (Svro) en Verordening ruimte (Vr), die Provinciale Staten vaststelden.
De Svro vormt de ruimtelijke vertaling van de Agenda van Brabant. Met als doel: samen Brabant een nog betere provincie maken om te wonen, werken en recreëren. Zodat we ook op langere termijn welvarend blijven. Vanuit die ambitie concentreert de provincie zich op het vestigings- en leefklimaat van Brabant.

Structuurvisie en verordening

In de Structuurvisie staat in hoofdlijnen het beleid voor de ruimtelijke inrichting van Brabant. Naast de visie op de ruimtelijk inrichting, geeft de Svro ook de ambitie en de doelen van de provincie aan en de manier om deze te bereiken. De Verordening ruimte is daarvan afgeleid. Er staan onder andere regels in voor de ontwikkeling van gemeentelijke bestemmingsplannen. Wat kan wel en wat kan niet?
De provincie heeft de structuurvisie en de verordening ontwikkeld in goed overleg met betrokkenen, waaronder het Rijk, gemeenten, maatschappelijke organisaties, ondernemers en burgers.

Waarom doet de provincie dit?

Nieuwe inzichten en maatschappelijke ontwikkelingen maakten een aanpassing van de Structuurvisie uit 2010 noodzakelijk. Denk daarbij aan veranderende wensen van inwoners voor wonen, werken en recreëren. De afspraken en doelen van de‘Agenda van Brabant’ en de ‘Transitie van stad en platteland, een nieuwe koers’ vormen een belangrijke basis voor de herziene Structuurvisie.
De provincie wil dat Brabant ook in de toekomst bij de Europese top blijft behoren van kennis- en innovatieregio’s. Dat vraagt om een aantrekkelijke, kwalitatief hoogwaardige leefomgeving: een sterk stedelijk netwerk en een vitaal platteland. De focus ligt op het platteland op balans tussen veehouderij en leefomgeving en in de steden op balans tussen vraag en aanbod van voorzieningen zoals detailhandel en bedrijventerreinen. De provincie wil initiatieven stimuleren die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit en een vitale leefomgeving. Duurzaam en zorgvuldig omgaan met de schaarse ruimte staat daarbij centraal.

Hoe wil de provincie dat doen?

De provincie zet verschillende instrumenten in, afhankelijk van de gestelde doelen. De provincie stimuleert en ontwikkelt gewenste initiatieven, bijvoorbeeld met de inzet van kennis en kunde of met financiële middelen. Door maatschappelijke ontwikkelingen verandert de rol van de provincie. De provincie doet een stapje terug: de provincie neemt maatschappelijke problemen niet over, maar faciliteert en ondersteunt initiatieven vanuit de samenleving. Van ‘bepaler’ wordt de provincie meer ‘partner’. Overigens blijft de provincie daarbij wel de grenzen aangeven: de provincie stelt kaders waaraan initiatieven moeten voldoen.
De provincie focust zich op (boven)regionale opgaven, zoals de ecologische hoofdstructuur, de ontwikkeling van een zorgvuldige veehouderij en een sterk stedelijk netwerk. Op verzoek van gemeenten kan de provincie ook lokaal ondersteuning bieden.

De provincie richt zich op:

  • meer verbinding tussen ecologische, economische en sociale aspecten (people, planet, profit);
  • meer participatie, minder subsidie en minder strikte regels;
  • meer aandacht voor het proces en duidelijke randvoorwaarden;
  • en: meer ruimte voor duurzame initiatieven van particulieren en het bedrijfsleven via lokaal maatwerk. Standaardoplossingen zijn niet langer toereikend.

De provincie kan de gewenste richting op vier manieren sturen. Op de eerste plaats door regionale samenwerking, want bij de ruimtelijke inrichting van Brabant hebben we elkaar hard nodig (bijvoorbeeld bij het versterken van stedelijke netwerken). Verder wil de provincie gewenste initiatieven stimuleren die bijdragen aan haar doelen, zoals de transitie naar een duurzame veehouderij. Ook zal de provincie in bepaalde gevallen zelf het initiatief nemen door (mee) te gaan ontwikkelen, zoals in de gebiedsontwikkelingen. Tot slot biedt de provincie bescherming van kwetsbare gebieden, zoals bij de Ecologische Hoofdstructuur.

De provincie wil haar doelen samen met andere overheden, burgers, ondernemers en maatschappelijke organisaties bereiken. Gemeenten spelen daarbij een cruciale rol. Deze bevinden zich immers op het snijvlak van overheid, markt en burger. Door in te spelen op lokale situaties en initiatieven kunnen gemeenten als geen ander lokaal maatwerk bevorderen om maatschappelijke opgaven voor elkaar krijgen.

De belangrijkste veranderingen

De nieuwe provinciale Structuurvisie en de Verordening vervangen een aantal bestaande visies, nota’s en plannen, zoals de reconstructie- en gebiedsplannen. Dat maakt de uitvoering een stuk eenvoudiger en beter.

Een van de meest ingrijpende veranderingen is de overgang naar een zorgvuldige veehouderij. In het Verbond van Den Bosch hebben veehouders, vleesverwerkende bedrijven, supermarkten, maatschappelijke organisaties en de provincie afgesproken samen te werken aan de verduurzaming van de Brabantse veehouderij. Het programma en bijbehorende acties zijn vastgelegd in de Uitvoeringsagenda Brabantse Agrofood 2020 (UBA). Dit heeft onder meer geresulteerd in de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV) en overeenstemming over de aanpak in zogenoemde urgentiegebieden. In de herziene Structuurvisie zijn deze ontwikkelingen opgenomen.   

Ook de versterking van het stedelijk netwerk (BrabantStad, #Brabant) en de regionale ruimtelijke overleggen komen uitvoerig aan bod. De provincie wil dat er verschillende kwaliteiten worden ontwikkeld voor wonen en werken rond steden en in het landelijk gebied. Om zo bij te dragen aan een onderscheidend leef- en vestigingsklimaat ter versterking van de kenniseconomie in Brabant. Het op peil houden van het voorzieningenniveau is daarbij een belangrijk aandachtspunt, evenals regionale samenhang. Niet alleen in wonen en werken, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van detailhandel en kantorenlocaties.

De nieuwe provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte zijn digitaal in te zien.