Voor de aangifte van een zedendelict geldt geen verjaringstermijn. Voor de vervolging van een zedendelict gelden momenteel de volgende termijnen:
- 6 jaar bij misdrijven waarop maximaal 3 jaar gevangenisstraf geëist kan worden
- 12 jaar bij misdrijven waarop meer dan 3 jaar gevangenisstraf geëist kan worden
- 20 jaar bij misdrijven waarop meer dan 8 jaar gevangenisstraf geëist kan worden
- Geen verjaring voor misdrijven waarop meer dan 12 jaar gevangenisstraf geëist kan worden (in Caraïbisch Nederland: 18 jaar)
De termijn van verjaring begint op de dag nadat het strafbare feit is gepleegd. Was het slachtoffer ten tijde van het misbruik nog geen 18 jaar? Dan begint de verjaringstermijn te tellen vanaf zijn of haar 18e jaar.