U kunt aids krijgen als u besmet bent geraakt met het hiv-virus.
Het hiv-virus kan niet worden overgedragen bij:
- huidcontact (bijvoorbeeld hand geven)
- (tong)zoenen
- aanraking toilet en gebruiksvoorwerpen
- adem en hoesten of niezen
- etenswaren
- zwemwater en sauna's
Het hiv-virus kan wel worden overgedragen bij:
- onveilig seksueel contact
- het inspuiten van drugs met eerder gebruikte naalden
- een seropositieve moeder besmet haar kind tijdens de zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding
- gebruik van onveilige bloedproducten of een transfusie met besmet bloed
Het hiv-virus kan zich bevinden in:
- bloed
- voorvocht en sperma
- vaginaal vocht
- moedermelk