Het belangrijkste advies is: geef zelf het goede voorbeeld! Pubers gaan vaak roken omdat anderen dat ook doen. De invloed van rokende ouders, oudere broers of zussen is groot. Dat geldt ook voor rokende vriendjes of klasgenoten. Ouders of leerkrachten die zelf roken en tegelijkertijd het roken verbieden, zijn, in de ogen van pubers, niet geloofwaardig.
Met jongeren de nadelen van roken bespreken, heeft vaak weinig effect. Jongeren maken zich niet druk over mogelijke ziekten die ze pas over 30 of 40 jaar zullen krijgen. Beter is het om jongeren in te laten zien dat ze er meteen voordeel van hebben om niet te roken: 'Door niet te roken behoud je een goede conditie, ruik je fris en houd je veel geld in je zak.'
