Hoe werkt een AED?

Antwoord:

De AED vertelt de hulpverlener wat hij moet doen. Het apparaat bevat 2 elektroden die de hulpverlener op de ontblote borstkas van het bewusteloze slachtoffer plakt. Het is belangrijk om de elektroden op de juiste plaats te plakken. Via de elektroden analyseert de AED de hartactie van het slachtoffer.

Vervolgens geeft de AED opdracht om te reanimeren óf een elektrische schok toe te dienen

Reanimeren

Wanneer de AED een opdracht geeft tot reanimatie, is het nodig over te gaan tot borstcompressies (hartmassage) en mond-op-mondbeademing.
Reanimatie is nodig:

  • om de bloedsomloop en de ademhaling over te nemen
  • de hersenfunctie veilig te stellen
  • het hart van het slachtoffer voor te bereiden op defibrillatie
  • de tijd te overbruggen tot er een ambulance is

Elektrische schok

De AED geeft alleen een schokopdracht wanneer de bloedsomloop stilligt en het lichaam geen zuurstof meer krijgt, als gevolg van kamerfibrilleren. Kamerfibrilleren houdt in dat sprake van een zeer snelle en chaotische prikkeling van de hartkamers.

Kamerfibrilleren moet altijd gestopt worden. Dit heet defibrilleren.

De AED geeft nooit een schokopdracht wanneer iemand een hartslag heeft.

Bronnen
Eigenaar: kluwer

Laatst gewijzigd

21-06-2016

Stuur door aan een vriend