U moet zich kunnen identificeren in - onder andere - de volgende situaties:
- U gaat de grens over.
- U opent een bankrekening.
- U vraagt een burgerservicenummer aan.
- U vraagt een uitkering aan.
- U treedt in dienst bij een nieuwe werkgever.
- U hebt geen geldig vervoersbewijs in het openbaar vervoer.
- U hebt zorg nodig.
- U bezoekt een voetbalwedstrijd.
- U gaat stemmen.
Politie en toezichthouders kunnen ook vragen om uw identiteitsbewijs bij verkeerstoezicht, hulpverlening bij een ongeluk of opsporing van strafbare zaken.
Identiteitsbewijzen
Met deze documenten kunt u zich identificeren:
- Nederlands paspoort of een paspoort of id-kaart van de landen van de EU en de EER;
- Nederlandse identiteitskaart;
- Nederlands reisdocument voor vluchtelingen (vluchtelingenpaspoort);
- Nederlands reisdocument voor vreemdelingen (vreemdelingenpaspoort);
- verblijfsdocumenten en W-document;
- rijbewijs.
Kijk op de website van de rijksoverheid voor het totale overzicht van identiteitsbewijzen.