Voor bestuurders van scootmobiels of gehandicaptenvoertuigen (gemotoriseerd) gelden dezelfde regels als voor andere weggebruikers. Dat betekent dat u overdag bij slecht zicht of 's nachts voor- en achterlicht moet voeren.
Bij een ongemotoriseerd gehandicaptenvoertuig hoeft u alleen verlichting te gebruiken bij slecht zicht of 's nachts als u gebruik maakt van de rijbaan, het fietspad of het fiets/bromfietspad.