Benoem in de m.e.r. alle doelsoorten die door het voornemen worden beïnvloed. In de m.e.r. moet staan of (de populatie van) deze soorten wezenlijk word(t)(en) aangetast.
Gebiedsinformatie
Deze informatie maakt duidelijk of er zich in of rondom het gebied - waarover de m.e.r. gaat - bijzondere of beschermde natuurgebieden bevinden. Dit zijn bijvoorbeeld Natura 2000-gebieden, gebieden in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur of Natuurmonumenten, of Nationale Parken.
Ook een bijzonder gebied dat schijnbaar buiten de invloedssfeer ligt, kan worden aangetast (externe werking). dit moet ook in de m.e.r. staan.
Voor sommige soorten die voorkomen in de Natura 2000-gebieden is soms een ontheffing nodig bij de Europese Commissie. Deze soorten kunt u vinden in Bijlage 2 van de Habitatrichtlijn.
Systeemanalyse
Het opnemen van een systeemanalyse is verplicht als beschermde gebieden onderdeel zijn van het studiegebied. Hierbij moet worden gelet op de ecohydrologische mogelijkheden voor natuurontwikkeling. Zijn er bijzondere abiotische omstandigheden die kansen bieden en nog niet via de gebiedsbescherming aan bod zijn gekomen? Kijk dan kritisch naar bodem en water (geomorfologie en hydrologie) en naar de mogelijkheden die deze kunnen bieden voor natuurontwikkeling.