Omgevingsvergunning en natuurwetgeving

Als u wilt bouwen, kappen of slopen heeft u ook vaak te maken met natuurwetgeving. Wat is dat precies en waar moet u op letten?

Bij het indienen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning kunt u ook te maken krijgen met beschermde natuur. Die bescherming is geregeld in de Wet natuurbescherming.

De Wet natuurbescherming regelt onder andere de bescherming van plant- en diersoorten, de bescherming van gebieden zoals het Boetelerveld en de bescherming van houtopstanden. De provincie Overijssel is hiervoor het bevoegde gezag. Als uw aanvraag voor een omgevingsvergunning ook invloed heeft op beschermde natuur, is het nodig dat de provincie hiervoor toestemming verleent.

Hoe werkt de aanvraag?

In de meeste gevallen kan de gemeente u de omgevingsvergunning verlenen zonder de provincie te raadplegen. Bijvoorbeeld als u gaat verbouwen zonder dat daarbij natuurwaarden in het geding zijn. Bij het onderdeel van de omgevingsvergunning, waarbij er wel gevolgen zijn voor beschermde planten en dieren, werkt dat anders. Daarbij heeft de gemeente een rol als ‘loket’. Dat wil zeggen: u dient uw aanvraag bij de gemeente in. De gemeente kijkt of uw aanvraag compleet is en of u hebt onderzocht welke mogelijke gevolgen er zijn voor de natuur. Vervolgens zet de gemeente uw aanvraag door naar de provincie. Als uw aanvraag is goedgekeurd, geeft de provincie een Verklaring Van Geen Bedenking (VVGB) af. Deze verklaring heeft de gemeente nodig om de omgevingsvergunning af te kunnen geven. Als u de omgevingsvergunning heeft ontvangen, kunt u aan de slag. Houdt u er wel rekening mee dat de procedure waarbij een VVGB noodzakelijk is, meer tijd in beslag neemt. De uitgebreide procedure is namelijk van toepassing. Er kan bij deze uitgebreide procedure geen vergunning van rechtswege ontstaan door termijnoverschrijding.

Ook natuur in de bebouwde kom

Ook als u wilt bouwen binnen de bebouwde kom, kunt u te maken krijgen met de Wet natuurbescherming. Een bekende beschermde ‘stadsbewoner’ is bijvoorbeeld de vleermuis. Wilt u uw schuur slopen of een dakkapel bouwen terwijl daar vleermuizen verblijven, dan zult u een ander onderkomen voor deze dieren moeten zoeken. Hetzelfde geldt ook voor verschillende vogelsoorten, zoals roeken of uilen. Als u met uw plan bijvoorbeeld een nestplaats van een uil aantast, zult u eerst maatregelen moeten treffen om deze een ander thuis te geven. Vaak zijn de oplossingen goedkoop en gemakkelijk, bijvoorbeeld door het ophangen van een uilenkast. Hoe groter de effecten van de activiteiten op de natuur, hoe meer maatregelen u moet treffen. Als bijvoorbeeld ook het gebied wordt aangetast waar de uil jaagt, dan moet u nagaan hoe u die schade kunt voorkomen of herstellen. Als dat niet mogelijk is, zal de Verklaring Van Geen Bedenking niet worden afgegeven.

Indien u vragen heeft over de Wet natuurbescherming, belt u de natuurtelefoon van de provincie

(038 499 76 20) of stuurt u een mail naar: [email protected].

Nadere informatie:

Wet natuurbescherming Overijssel