Wat kan ik zelf doen?

Wat kun je zelf doen

Iedereen kan een steentje bijdrage aan een groene leefomgeving, ook thuis. Hieronder vindt u een aantal voorbeelden ter inspiratie.

Meer groen in de tuin

  • Vervang stenen in uw tuin door planten (het liefst bloeiende). Meer groen in de tuin helpt vogels, insecten en andere dieren. Ook draagt minder verharding in de tuin bij aan het beter afvoeren van het regenwater.
  • Help de (wilde) bijen een handje. Bijen zorgen ervoor dat de planten in onze tuinen en moestuinen vruchten dragen en zijn daarom voor biodiversiteit en zelfs onze voeding van groot belang. Voor bijen kun je veel doen, bijvoorbeeld inheemse bloemen zaaien of een insectenhotel plaatsen www.bijenhelpdesk.nl en www.denederlandsebijen.nl.
  • Begin met een stukje moestuin in eigen tuin (of doe dit samen). Ook een moestuin kan voor veel dieren bijdragen aan een goed leefgebied. Meer informatie over hoe u een moestuin kunt beginnen leest u op de website van de IVN.

Maak een eigen biodiversiteitsstrook

Heeft u ruimte om het huis over? Of een strook rondom uw agrarische percelen, die u regelmatig maait? Bedenk dan: minder maaien = meer vlinders. Bij vlindervriendelijk maaien zijn namelijk twee dingen van groot belang: het tijdstip en de wijze van maaien. Daardoor kunnen vlinders, bijen en veel andere dieren overleven. Bij het ‘traditionele’ maaien wordt het terrein in een kort tijdbestek gemaaid, voedsel en dekking verdwijnen en eitjes, rupsen en poppen worden vernietigd of afgevoerd. Kijk voor tips over vlindervriendelijk maaibeheer op de website van de vlinderstichting.

Heeft u een groter perceel en zou u iets willen betekenen? Doe dan mee aan de actie van landschap Overijssel en zaai uw eigen natuurakker of bloemenweide.

Samen met uw straat of buurt een biodiversiteitsstrook inzaaien? In Broekland hebben ze de stap genomen met ‘Heel Broekland bloeit’ en hectares aan bloeiend groene stroken gecreëerd. Kijk voor inspiratie ook eens op de website van ‘Raalte Plukt!’.

Geef dieren een onderdak

  • Raalte herbergt vele en ook bijzondere vleermuissoorten. De vleermuis is een beschermde diersoort. Ze vliegen op hun gehoor. De meest voorkomende vleermuis in onze gemeente is de ‘gewone dwergvleermuis’. Het beestje weegt maximaal 8 gram en past in een luciferdoosje. Ze eten insecten, met name muggen. Eén vleermuis eet per nacht meer dan duizend muggen. Overdag slapen ze en zitten onder de pannen, boeidelen en in de spouw. Deze soort maakt overdag geen geluid. U kunt vleermuizen onder andere helpen door het bieden van een goede verblijfplaats. Kijk voor meer informatie op de website van de Vleermuiswerkgroep Nederland.
  • Er zijn meer dieren die u met een klein beetje inspanning kunt helpen, bijvoorbeeld door mussendakpannen te gebruiken, nestkasten voor vogels op te hangen of schuilplaatsen voor egels in uw tuin te maken. Meer tips zijn te vinden op www.biodiversiteit.nl

Meer vlinders in de tuin

Vlinders hebben een beetje hulp nodig, maar met de volgende tips is er een grote kans dat ze zich ook in uw tuin of op het balkon laten zien.

  • Zorg voor beschutte plekjes in de tuin, zoals een inheemse heg (meidoorn, wilde appel, Spaanse aak, vuilboom wilde liguster of kardinaalsmuts).
  • Laat de planten (ook als ze zijn uitgebloeid) zoveel mogelijk met rust. Ook de grond eromheen, want schoffelen zorgt juist voor ontkieming van onkruid/ ongewenst kruid. Haal de uitgebloeide planten pas weg in mei. Takjes die in de winter blijven liggen kunnen overwinteraars beschermen.
  • Kruiden zoals lavendel, rozemarijn, kattenkruid en tijm trekken vlinders aan.
  • Wist u dat brandnetels als bescherming dienen voor verschillende vlindersoorten? Het is een ‘waardplant’. Als een aantal brandnetels achter andere beplanting blijft staan kunnen ze buiten het zicht toch bescherming bieden.
  • Vlinders zijn er eerst in de vorm van een rups, de meeste daarvan zijn niet gevaarlijk en hoeven dus niet bestreden te worden.

Vlinderfotograaf Emilio Metting heeft een overzicht gemaakt van alle vlinders die hij heeft waargenomen in Raalte en Heino.