Als u een bouwplan heeft, moet u controleren of uw plannen in het bestemmingsplan van de gemeente passen. Ook als u alleen met een deel van het gebouw aan de slag wilt, zoals een schoorsteen, balkon of erker. Controleer ook het bestemmingsplan als u een bestaand gebouw op een andere manier wilt gebruiken.
Passen uw plannen niet in het bestemmingsplan? Vraag dan aan de gemeente of u mag afwijken van het bestemmingsplan.
Er zijn verschillende manieren waarop u van het bestemmingsplan kunt afwijken:
- Tijdelijke afwijking (voor maximaal 10 jaar): bijvoorbeeld als u tijdens het bouwproject een woonkeet nodig heeft. Daarna moet u de toestand in de oorspronkelijke staat terugbrengen.
- Binnenplanse afwijking: als u kiest voor een afwijking die al in het bestemmingsplan staat beschreven.
- Buitenplanse afwijking: als u kiest voor een afwijking die niet in het bestemmingsplan staat, maar wel in bijlage II artikel 4 van het Besluit Omgevingsrecht.
- Met een speciaal (groter) project: stuur met uw aanvraag een goede ruimtelijke onderbouwing mee. Ga bijvoorbeeld in op de gevolgen voor het milieu of de bodem. Of leg uit waarom de grond archeologische waarde heeft.
Wijst de gemeente uw verzoek af? Dan kunt u nog vragen of de gemeente het bestemmingsplan wil wijzigen.
Uw verzoek om af te mogen wijken van het bestemmingsplan doet u tegelijk met uw aanvraag voor uw omgevingsvergunning. U gaat daarvoor naar het Omgevingsloket online.
Als u om afwijking vraagt, geeft u door:
- om welke locatie het precies gaat
- waarom de gemeente van het bestemmingsplan moet afwijken
- de aard en omvang van uw bouwwerk of de (bedrijfs)activiteiten
U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.
U vraagt de afwijking van het bestemmingsplan tegelijkertijd aan met de omgevingsvergunning voor de activiteit die u wilt uitvoeren. Dit doet u bij het Omgevingsloket Online (OLO).