Bij bouwplannen voor huizen, kantoren en fabrieken is een bodemtoets nodig voor de vergunning. Een bodemtoets is een onderzoek naar vervuiling in de grond. Als uit het onderzoek blijkt dat de bodem vervuild is, kan de gemeente eisen dat sanering moet plaatsvinden. Dit hangt af van de ernst van de verontreiniging.
Bij een niet-ernstig geval van bodemverontreiniging kan de gemeente besluiten dat bouwen mag. Bij een ernstige bodemvervuiling kan de gemeente saneringsmaatregelen verplichten. Dit betekent dat de vervuilde grond moet worden afgevoerd. Sanering kan bijvoorbeeld nodig zijn bij de verwijdering van een ondergrondse huisbrandolietank.
U moet de grond saneren voordat u gaat bouwen. De vergunning gaat pas in als de grond aan de eisen voldoet.
Dit geldt voor gebouwen waar vaak mensen binnen zullen zijn.
De gemeente bepaalt wanneer de sanering gestart kan worden. Dit hangt af van de situatie.
U kunt bezwaar maken tegen de beslissing op uw aanvraag. Doe dit binnen 6 weken. Bent u het daarna niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift? Teken dan beroep aan bij de rechtbank.
U meldt de verontreiniging van de bodem bij de gemeente.
Telefoon 14 0592 (zonder netnummer)